- De Europese Commissie komt dinsdag met de ‘Chips Act’. Dat is een wetsvoorstel om miljarden in de halfgeleiderindustrie in Europa te pompen.
- Nederland hoopt dat chipmachinemaker ASML zijn positie in de wereld door de plannen nog verder kan uitbouwen.
- De EU is nu goed voor nog geen 10 procent van de wereldwijde productie van chips.
- Lees ook: ASML floreert in wereld van chiptekorten en rekent ook in 2022 op sterke groei.
De Europese Commissie komt dinsdag met een wetsvoorstel om miljarden in de halfgeleiderindustrie in Europa te pompen, de Chips Act geheten. Met EU-subsidies, nationale en private investeringen voor innovatie en de productie van chips op eigen bodem moet de EU minder afhankelijk worden van met name Azië, vindt de commissie.
Als het aan Eurocommissaris Thierry Breton (Interne Markt) ligt verdubbelt de EU haar productie tussen nu en 2030 en wordt de export van halfgeleiders aan banden gelegd als er tekorten in de EU zijn. Het tekort aan microchips speelt Europa sinds de coronacrisis begon meermaals parten. Autoproducenten bijvoorbeeld, moesten hun productie tijdelijk stilleggen.
Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen noemde vorige week een bedrag van 42 miljard euro. Volgens Breton moet een kwart daarvan in onderzoek en innovatie worden gestoken en de rest vooral in de bouw van fabrieken. Zes miljard kan uit de EU-begroting komen, de Europese Investeringsbank (EIB) doet een duit in de zak en er wordt op de EU-lidstaten en privé-investeerders gerekend. Nederland hoopt dat chipmachinemaker ASML zijn positie in de wereld door de plannen nog verder kan uitbouwen.
De plannen moeten vooral helpen met de ontwikkeling van de chipproductie op Europees grondgebied. Ook moet er een grotere bijdrage geleverd worden op het gebied van technologische ontwikkelingen, zoals kunstmatige intelligentie.
Daarnaast moeten de plannen ruimte creëren voor kleinere spelers om toegang te krijgen tot kapitaal, grotere spelers en geavanceerde vaardigheden.
Met dit alles zou de EU niet alleen zichzelf beter van chips kunnen voorzien, maar zou het ook een waardevolle partner kunnen worden voor gelijkgestemde landen.
Brussel zou voor nieuwe chipfabrieken die de eerste in hun soort zijn en van gezamenlijk Europees belang, staatssteun kunnen tolereren. Buitenlandse chipmakers die zich in een EU-lidstaat willen vestigen kunnen aanspraak maken op subsidies.
Dat is volgens economen van ING een belangrijk punt in de plannen, want echte mogelijkheden om chips te produceren in de EU zijn er nog niet. Volgens de economen zou een partij uit de top drie van producenten van halfgeleiders (TSMC, Samsung of Intel) op Europees grondgebied een fabriek moeten bouwen. Daarvoor zouden subsidies zeker nodig zijn.
De EU is nu nog goed voor nog geen 10 procent van de wereldwijde productie van chips. Met de Europese plannen zou dat naar 20 procent voor 2030 moeten groeien. Ook volgt de EU met deze plannen de voorbeelden van andere grote spelers zoals Azië en Amerika, die al langer de eigen chipindustrie ondersteunen. In de VS werd er al 52 miljard dollar in de eigen chipproductie geïnvesteerd.
"Het gaat echter niet alleen om vraag en aanbod", schreef Breton onlangs in zijn blog. "Halfgeleiders zijn de kern van geostrategische belangen en de wereldwijde technologische race. Supermachten zijn gespitst op het veiligstellen van chips omdat ze weten dat het de voorwaarde is om militair, economisch en industrieel te kunnen handelen en de digitale transformatie aan te sturen."