- Europese makers van vegaproducten mogen ook namen van vleesproducten gebruiken.
- De fabrikanten mogen “worst” of “steak” aanbieden, zelfs als daar geen vlees in zit.
- Dat heeft het Europese Hof van Justitie vrijdag bepaald.
- Lees ook: Vleesconsumptie van Nederlanders was in 2022 historisch laag: dat kwam mede doordat vlees fors duurder werd.
Fabrikanten van vegetarische producten mogen daarvoor best vleesnamen gebruiken. Landen mogen dat niet zomaar verbieden, zo heeft het Europese Hof van Justitie vrijdag bepaald.
De zaak bij de hoogste Europese rechter was aangespannen door het bedrijf Beyond Meat, dat vleesvervangers maakt, en drie organisaties voor vegetariërs. Zij maakten bezwaar tegen een regel die Frankrijk vorig jaar had ingevoerd. Daarin staat dat woorden als biefstuk en worst alleen mogen worden gebruikt voor vlees, en niet voor vegetarische producten.
De makers van zulk eten mochten er ook geen woorden als plantaardig of soja voor zetten om het verschil met vlees duidelijk te maken.
Frans verbod op gebruik vleesnamen door vegaproducenten houdt geen stand
De klagers zeiden dat dat in strijd is met Europese regels, en ze krijgen nu gelijk van de Europese rechter. “Lidstaten kunnen niet met een algemeen en abstract verbod voorkomen dat de makers van plantaardig eten beschrijvende namen gebruiken voor hun producten”, staat in het oordeel. Landen mogen alleen handhaven en een fabrikant vervolgen wanneer er sprake kan zijn van misleiding.
Misleiding kan bijvoorbeeld het geval zijn als er in een EU-land officieel een specifieke wettelijke naam bestaat voor een vleesproduct. Dat geldt niet voor traditionelere, generieke benamingen als "steak", "burger" of "worst". De plantaardige eiwitindustrie kan deze termen vrijelijk gebruiken, oordeelt het hof.
De Europese Vegetarische Unie (EVU), waartoe ook de Nederlandse Vegetariërsbond behoort, is blij met de uitspraak. "Dit markeert een belangrijke stap in het garanderen dat consumenten nauwkeurige en transparante informatie hebben over de producten die ze kopen", zegt woordvoerder Rafael Pinto in een verklaring. "Het zal ook andere EU-landen ervan weerhouden om te proberen naamverboden af te dwingen die uiteindelijk contraproductief zijn en alleen voor meer verwarring bij de consument zorgen’’.
De zaak gaat nu terug naar de Franse Raad van State.