- Europarlementariër Paul Tang ziet de rol van de EU bij het tegengaan van belastingontwijking als één van de grootste successen van de afgelopen jaren.
- “Nederland is daadwerkelijk veranderd qua belastingconstructies. In het denken althans, niet in daden, er moeten acties volgen.”
- Business Insider interviewt Nederlandse Europarlementariërs in de aanloop naar de Europese verkiezingen over de invloed van Europa op Nederland.
- Lees ook: 6 dingen die je moet weten over Ursula von der Leyen, die opnieuw voorzitter van de Europese Commissie wil worden
Op 6 juni 2024 vinden de Europese verkiezingen plaats. Die genieten meer belangstelling dan alle eerdere edities vanwege de groeiende politieke tegenstellingen.
Business Insider Nederland interviewt in de aanloop naar de Europese verkiezingen diverse Nederlandse Europarlementariërs over de invloed van Europa op Nederland, met speciale aandacht voor het bedrijfsleven.
We trappen af met vertrekkend Europarlementariër PvdA’er Paul Tang, voorzitter van de Belastingcommissie van het Europees Parlement.
U bent een van de 705 Europarlementariërs, maar zeer ervaren en invloedrijk. Hoe is dat gegroeid?
"Je moet wel opvallen. Als je niks te vertellen hebt, dan wordt er niet naar je geluisterd. In het schaakspel moet je vooruitdenken en de openingszet is belangrijk. Medestanders krijgen is het eerste, vaardig onderhandelen het tweede.
De politieke partijen, de fracties, wij zeggen groepen, spelen een belangrijke rol. Dat wordt onderschat, omdat veel aandacht over Europa gaat over belangen van de landen. Dus je kunt invloed hebben door je groep een bepaalde kant uit te sturen. Vooral in mijn tweede periode ben ik veel meer gaan toeleggen op bepaalde onderwerpen en daarmee leidend te zijn. Je moet durven kiezen."
U was in Den Haag de enige econoom in de PvdA-fractie en ter linkerzijde in Europa is economie evenmin het populairste vak. Heeft u daardoor meer invloed kunnen krijgen?
"In de Tweede Kamer heb ik echt heel hard gewerkt. Ik was financieel woordvoerder ten tijde van de financiële crisis. Ik heb ongelooflijk veel gedaan, veel meer uren dan ik ooit gedacht had. Toen keek ik terug, en dacht, wat heb ik eigenlijk bereikt? Het is gewoon heel moeilijk om dat duidelijk te krijgen.
Dus toen ik naar het Europees Parlement ging heb ik meer focus gezocht en gevonden in belastingen en vooral belastingontwijking. Daar heb ik veel invloed op gehad, al resulteerde die niet in Europese wetgeving. Ik heb gewerkt aan de verduurzaming van de financiële sector, de SFDR, taxonomie en recent de Green Bonds Standard. En ik heb ook invloed op andere wetgeving gehad. Dus daar ben ik wel tevreden over.
Nu ben ik intensief bezig met de hele wetgeving tegen witwassen, een diepe wens van het Europese Parlement om criminelen grensoverschrijdend te bestrijden. We moeten een Europese aanpak hebben van witwassen en die gaan we realiseren. Er komt nu een Europese autoriteit tegen witwassen. Mijn ervaring met belastingontwijking helpt; dat ligt dicht tegen witwassen aan; geheimzinnigheid van geld zeg maar."
Het sentiment jegens Europa wordt er niet een-twee-drie beter op vanuit vooral de groei van populistische, rechtse partijen die nationaal scoren. Hoe ervaart u die vijandigheid?
"Ik begrijp het, maar vind het onlogisch. Europa is haast vanzelfsprekender geworden, juist op een onderwerp als migratie waar rechtspopulisten de wind in de zeilen hebben, met invloed op de christendemocraten en de conservatieve partijen. En juist de Brexit in 2016 en de periode Trump en zijn mogelijke herverkiezing leren ons dat we als Europa veel sterker en zelfstandiger moeten zijn.
En daar komen grote crisissen als Covid, energie en Oekraïne bij, waarin Europa heeft bereikt wat we alleen nooit hadden kunnen bereiken. En in Nederland peinst niemand toch om uit de Unie te stappen. Ik geloof niet dat Wilders dat nog zegt. De Europese Unie geeft Nederland juist enige invloed op die wereld."
Hoe effectief was u als voorzitter van de Belastingcommissie?
"Soms boek je vooruitgang. Ik ben optimistisch; dat zie ik als functie-eis voor het beroep van politicus. In Den Haag begon ik over Nederland Belastingparadijs. Dat was effectief, maar nog effectiever later in het Europees Parlement. Ondertussen is Nederland daadwerkelijk veranderd qua belastingconstructies. In het denken althans, niet in daden, er moeten acties volgen. Maar Nederland draait in haar standpunt, mede door mijn Europese inbreng. Wat ook voorkomt dat ik cynisch zou worden in deze baan."
Waarom kon u belastingparadijzen beter aanpakken in Europa dan in Nederland?
"In de Tweede Kamer begon ik groen, met vallen en opstaan. Je moet leren om effectief te zijn, zeker met mijn onderwerp belastingontwijking want dat lijkt tamelijk ingewikkeld. Tot ik erachter kwam dat je het eenvoudig kunt benaderen. We maakten als EU een lijst van belastingparadijzen waarop Nederland natuurlijk hoog stond. Dat vindt Den Haag heel naar en reageert direct.
We hadden het voordeel van klokkenluiders, actievoerders en onderzoeksjournalistiek resulterend in de Lux Leaks, Swiss Leaks, de Panama Papers en Paradise Papers die dynamiek aan het debat gaven. Dat was doorslaggevend, het gewicht van de aanpak van belastingontwijking nam flink toe."
Wat is de concrete uitkomst tegen belastingontwijking in de EU?
"Sowieso onvoldoende, want ze bestaat nog steeds. Dus het is een voortgaande strijd. De openbaarheid is gewonnen: wie betaalt waar belasting? We hebben een minimum winstbelasting ingevoerd [15 procent, red.]… Nee, dat kan ik niet op conto van het Europees parlement schrijven, maar we zijn vrijwel het enige parlement in de hele wereld dat zich daarmee bezighoudt. Dat heeft invloed op mondiale onderhandelingen tussen regeringen, intergouvernementeel heet dat.
De onderhandelingen voor dat minimumtarief zijn geholpen door de wens van de regering Biden voor meer belastinginkomsten, dus dan moet je op tijd in Washington zijn om momentum te krijgen. In Washington heb ik altijd open deuren gehad bij de senatoren, zoals recent nog bij Elizabeth Warren. Het Amerikaanse congres neemt ons serieus als we goed geïnformeerd over belastingontwijking komen praten.”
Nog een voorbeeld dat jullie wel wetgeving maakten?
"Invloed verloopt heel vaak met het opgooien van ballen in het publieke debat, zoals dat met belastingontwijking is gelukt met veel partijen. In wetgeving is de positie van het parlement vele malen sterker met eigen teksten.
Qua wetgeving was Sustainable Finance [SFDR] belangrijk, de verduurzaming van de financiële sector, gericht op transparantie en standaarden voor duurzaamheid. Er zijn heel veel duurzame fondsen geïntroduceerd en daarmee is de markt ingrijpend veranderd; 6 biljoen euro in duurzame beleggingsfondsen, hoewel ik me afvraag hoe duurzaam het werkelijk is.
Ik begon met de Sustainable Finance Disclosure Regulation voor transparantie, gevolgd door de Corporate Sustainability Reporting Directive. Met Bas Eickhout [GroenLInks] bouwden we een taxonomie; welke activiteiten eigenlijk duurzaam zijn."
Nederlandse bedrijven, vooral MKB, vinden deze rapportageverplichtingen bureaucratisch en vooral kostenverhogend. Wat heb je er eigenlijk aan?
"Ik begrijp die klacht. Grote bedrijven geven rapportageverplichtingen door aan kleinere leveranciers zonder dat die daar voordeel van hebben. Dus dat is een verbeterpunt. Tegelijkertijd denk ik dat we lang vooruit moeten kijken wat de impact van deze nieuwe rapportage op mensen en milieu is.
De verplichting biedt geldschieters de mogelijkheid beter te kiezen voor de invloed van investeringen op mensen en milieu. We hopen de werking van de financiële markten veel minder kortzichtig te maken, dat ze veel meer rekening houden met de lange termijn. Dat is het doel."
Het tweede bezwaar is dat strengere milieuregels het Europese bedrijfsleven op achterstand zetten ten opzichte van bijvoorbeeld Azië en Amerika...
"Dat denk ik niet. We stimuleren dat bedrijven op tijd veranderen, want als je te lang blijft vastzitten in de oude technologie dan worden kosten om te veranderen eigenlijk alleen maar hoger. We stimuleren gezonde en stevige economische groei. Als we alleen maar met elkaar wachten, dan is het bijna te laat. Maar goed, dat is mijn politieke opvatting."
Vanaf 2018 bent u vaak met digitale onderwerpen bezig, zoals de Digital Services Act (DSA) en Digital Markets Act (DMA). In hoeverre komen die wetten er vanuit zwakte van Europa, louter om Amerikaanse digitale macht in te dammen?
"Ja, het gaat om toegang tot data. Daar hebben we op ingezet met de Data Act en Data Governance Act. Er komen nog veel meer data. En kleine Europese bedrijven zoals Proton [beveiligde e-mail en VPN] willen een gelijk speelveld. Dus we zijn inderdaad bezig om de macht van de Amerikaanse platforms te breken, een enorm gevecht.
Door onze druk bewegen ze nu zelf, bijvoorbeeld beter gaan rekening houden met het geestelijk welzijn van gebruikers, met name voor tienermeisjes. Ze moeten met de billen bloot, de sprong vooruit."
Kwamen die DSA en DMA er niet omdat de databescherming met de AVG eigenlijk onvoldoende de macht van grote bedrijven aan banden wist te leggen? De AVG begint nu pas, zes jaar na invoering, van betekenis te worden?
"Inderdaad, boetes en bedragen lopen nu op. Veel van wat wij noemen ‘de primaire wetgeving’ moet worden uitgewerkt in secundaire wetgeving omdat details en de uitwerking niet vastliggen. Dat moet nog worden uitgewerkt en in praktijk gebracht door de nationale toezichthouders zoals de Autoriteit Persoonsgegevens."
U bent tien jaar parlementslid. Waarom stopt u?
"Ik voel dat ik moet veranderen, een persoonlijke overweging. Een politieke overweging is dat ik vind dat traditionele partijen eigenlijk onvoldoende invloed hebben op het debat, want het gaat heel veel over identiteit. Ik ben daarvoor ongeschikt, ben veel meer van de sociaaleconomische verhalen en tegenstellingen. Toch vind ik het erg om het publieke debat te verlaten.
Ja, dat klinkt paradoxaal. Nu verlaat ik het parlement terwijl ik juist sociaaleconomisch deelneem aan het debat. Het is een beetje twijfelen, zoals met wel of niet X verlaten. Als je vertrekt krijgen gekke rechts-idioten meer invloed, dus moet je dan toch blijven?"
Wat gaat u doen? Wat lijkt u leuk? Beetje oogsten met commissariaten, of als adviseur bij de Big Four zoals Balkenende en eerder Wouter Bos?
"Ik heb in het parlement veel gewerkt aan internationale belastingen en aan verduurzaming van de financiering. Die richtingen boeien me, en ik zou bij koplopers willen werken die de weg wijzen voor anderen. Daar schaar ik de Big Four niet onder, maar wellicht een andere commerciële partij in de financiële sector met interessante opvattingen die hun zaken anders inrichten."
Bij pensioenfondsen?
"Dat zijn geen commerciële instellingen en een aantal ging op zoek naar een bredere doelstelling dan rendement; met investering niet alleen gericht op winst, maar ook people and planet."
Dus niet naar Shell of Unilever?
"In de Tweede Kamer daagde ik ze uit, door te beweren dat Shell geen winstbelasting betaalt in Nederland wat niet transparant was. Dat bleek waar te zijn, met als gevolg dat Shell door de zure appel beet en per land ging rapporteren. Vervolgens heb ik Shell wel uitgenodigd in de commissie Belastingzaken, want het liep voorop. Als er een keer een positieve verandering is, moet je niet te beroerd zijn om een bedrijf credits te geven."
PvdA gaat samen met GroenLinks op in Nederland, maar ze behoren tot verschillende fracties in het Europees Parlement. Wat vindt u van de samenwerking?
"De samenwerking met GroenLinks is voor de hand liggend, want de verschillen zijn niet groot, is mijn ervaring. Van mij mag het breder worden, want met samenwerking krijg je de sociaaleconomische tegenstelling tussen links en rechts veel scherper, in plaats van identiteit.
Samen optrekken met de SP ligt moeilijk, maar voor mij niet zozeer want met sommige SP'ers zoals Dennis de Jong had ik goed persoonlijk en politiek contact. Maar dat waren meestal niet de SP'ers die ‘in het politbureau’ zaten, de kern van de partij. Zo gingen ze zich afzetten tegen de PvdA met een filmpje over ‘TimmerFrans’. Een maoïstische signatuur blijft dominant."