- Malik Azmani is lijsttrekker voor de VVD bij de Europese verkiezingen.
- Azmani staat bekend als de man achter de Turkije-deal van 2016, met lokale opvang van vluchtelingen in de regio.
- Het reguleren van arbeidsmigratie is primair een nationale competentie, zegt Azmani in gesprek met Business Insider.
- Lees ook: Europarlementariër Bas Eickhout (GroenLinks-PvdA): ‘Boeren staan met de rug tegen de muur en dan begrijp ik die protesten wel’
Malik Azmani kreeg bekendheid als lid van de Tweede Kamer met zijn ‘plan-Azmani’ dat tot de Turkije-deal van de Europese Unie leidde in 2016. Als lid van het Europees Parlement was hij mede-architect van Europese migratiewetgeving. Hij is lijsttrekker voor de VVD bij de Europese verkiezingen in juni en eerste vicefractievoorzitter van de Europese fractie Renew Europe.
De Europese verkiezingen vinden op 6 juni plaats. Die genieten meer belangstelling dan alle eerdere edities vanwege de groeiende politieke tegenstellingen.
Business Insider Nederland interviewt in de aanloop naar de Europese verkiezingen diverse Nederlandse Europarlementariërs over de invloed van Europa op Nederland, met speciale aandacht voor het bedrijfsleven. Met Azmani spreken we over het belang van een Europese defensie-industrie, inspanningen voor het mkb en arbeidsmigratie.
Ik hoor u op de radio met humor, zie nu vaak een glimlach op uw gezicht. In hoeverre geniet u van uw werk?
"Ja, zeker, ik geniet van dit werk en de omgang met mensen. Zo ben ik als persoon. Ik voel dat ik ben gemaakt om vooral te dienen. Ik neem graag de verantwoordelijkheid in het sociale verkeer. Ik ben altijd iets bescheidener van aard, al laat ik de kaas niet van mijn brood eten. Ik werk graag in teams, zeker als het moeilijker gaat, dan krijg ik juist energie om de verantwoordelijkheid naar me toe te trekken."
Valt er in het Europees Parlement wel eens wat te lachen trouwens? Gaan mensen amicaal met elkaar om of zie je vooral van die domme twittergevechten net als hier?
"De sfeer vind ik belangrijk en daarom gedij ik hier goed. Het netwerken en maken van allianties zijn doorslaggevend in de Europese politiek van alledag. Daar hoort bij dat je kunt lachen op zijn tijd.
Je moet wel cultureel sensitief zijn, vind ik, dat is een plus met mijn afkomst. Dus ik wil begrijpen wat een collega uit Baskenland of Roemenië meebrengt, hoe je een Fin benadert. Het gaat vaak om het matchen van Europese culturen tot een gezamenlijk geluid, alles is op compromissen gericht. Dus ik wil die ander doorgronden, zodat diegene meer naar mijn kant komt in plaats van dat jij naar zijn kant gaat.
In de Tweede Kamer heb je minder speelruimte vanwege het regeerakkoord en de coalities. Voordeel is momenteel hier dat wij als liberalen een sleutelpositie innemen tussen de christen- en sociaaldemocraten. Ze hebben ons nodig voor een meerderheid. Dus soms gaan we naar rechts, soms wat meer naar links."
U begon zelf over uw identiteit. U bent met een Marokkaanse vader en Friese moeder cultureel divers. Helpt dat?
"Ik ben van jongs af aan gewend aan een dubbele cultuur, geboren Nederlander met verschillende codes en waarden. Ik sprak vrijwel alleen Fries. Later kreeg ik bijles Nederlands. Ik spreek het Berbers een beetje en begrijp het in context."
U bent vicefractievoorzitter van de Europese Liberalen, maar het leiderschap liep u mis, want de Française Valérie Hayer uit de Macron-stal werd de opvolger. Waarom?
"Ik heb mezelf niet verkiesbaar gesteld, omdat ik merkte dat delen van mijn fractie, vooral de Fransen, moeite hadden met het feit dat de VVD in Nederland gesprekken voor een regering voert met de PVV. Bij de Europese verkiezingen is deze vleugel een van onze tegenstanders."
Met uw vrolijkheid kunt u wellicht de Nederlandse formatie wat opfleuren, want het is kommer en kwel, de tranen druipen ervan af, zelfs letterlijk van mijnheer Omtzigt. Wat denkt u dan?
"Ons land verdient beter. Maar uiteindelijk moet je recht doen aan de verkiezingsuitslag. Mijn doel is vooral om Europa te versterken in plaats van te verzwakken. Zo kijk ik naar de partijen die dat niet willen, zoals de PVV, Alternative für Deutschland, Vlaams Belang, of politici als Le Pen, Orbàn. Ze associëren zich met onze vijanden, de autocraten elders in de wereld. Daar word ik niet vrolijk van, want je moet vrijheid, veiligheid en welvaart verdedigen als kernwaarden."
Dus vindt u dat je met partijen als de PVV niet moet regeren…
"Dat is niet aan mij om te zeggen, ik ben geen nationaal maar een Europees politicus. Op het Europese vlak zie ik dat met de extreem negatieve opvattingen van de ID-groep niet valt samen te werken. Zij droeg in de afgelopen vijf jaar niets bij aan al die wetgeving, zelfs niet met migratie.
Deze mensen doen niet echt mee. En dan beginnen ze in de laatste fase ineens wat te roepen. Dat draagt niet echt bij aan het oplossen van de problemen, eerder aan het verzwakken van de Europese Unie. Soms pleiten ze hier openlijk voor het verlaten van de unie. Dan zeg ik: de lachende derde zit dan vooral in het Kremlin."
Renew Europe wil Europa verstevigen en de VVD zit aan een onderhandelingstafel waarin wordt gepleit voor minder Europa…
"Voor mij telt dat de VVD, inclusief partijleider Dilan Yeşilgöz, duidelijk heeft aangegeven, ook met een brief in het begin van de formatie, dat de rechtsstaat belangrijk is. Dat is ook belangrijk voor ondernemers. Twee is de financiële positie en de sterke economie van Nederland. En drie is de internationale positie inclusief onze bijdrage aan EU."
U heeft net overleg gehad met de fractie van Renew Europe, de liberalen, met wel ruim honderd deelnemers. Dat zijn er veel meer dan in Haagse fracties. Wat kunt u dan doen?
"Voor de volgende plenaire vergadering van het parlement hebben we alle voorstellen besproken. Hoe gaan we het debat in, welke zwaartepunten tellen? Met wie proberen we tot compromissen te komen? De fractie is niet alleen heel groot, maar je hebt ook verschillende bloedgroepen die we bij elkaar moeten brengen. Als eerste vicefractievoorzitter van Renew Europe is het als ‘whip’ ook aan mij om de politieke groep op één lijn te houden: dat zie ik sterk als mijn taak in Renew Europe."
Op 5 maart heeft de Europese Commissie een strategie ontvouwd voor Europese defensie-industrie. Dit onderwerp ligt u na aan het hart. Wat kunnen we verwachten?
"De belangrijkste doelstelling is de opbouw van een sterkere Europese defensie, met grote uitdagingen. Immers, we kunnen nu niet eens voldoende munitie leveren aan Oekraïne, laat staan onze eigen vrijheid verdedigen.
Heel belangrijk in de strategie is het principe dat EU-landen vooral samen moeten investeren. In een nieuw Europees programma, waarvoor tenminste 1,5 miljard euro beschikbaar komt. We zouden een deel van het defensiematerieel in allianties moeten inkopen en een deel van het defensiebudget besteden aan Europese wapens. Nu komt het grootste deel van buiten Europa door het ontbreken van een krachtige Europese industrie.”
In de strategie (EDIS, een soort folder) wordt de NAVO: nauwelijks genoemd. Mark Rutte had een hoofdrol in de EU en is nu kandidaat NAVO-baas. Het is verwarrend hoe de rollen van de Europese Unie en de NAVO zich verhouden. Hoe ziet u dat?
"In de defensiestrategie gaat het vooral om versterking van de industrie en gezamenlijke inkoop, de rol van de NAVO is de verdediging zelf. De NAVO verdient een sterkere Europees pilaar, of beter bouwwerk. Dan moet je intern sterk worden en je materieel op orde krijgen.
Polen en de Baltische Staten ondervinden de grootste dreiging en investeren veel meer dan 2 procent van hun nationaal inkomen in defensie. Je moet je solidair tonen met deze landen. Maar ja, West-Europa loopt achter, net als de zuidelijke lidstaten."
Ieder land kijkt naar de kansen voor de eigen industrie. In Nederland werd geroepen dat we fabrikant VDL na het vertrek van Mitsubishi en BMW als opdrachtgever tot wapenfabriek moeten ombouwen. Hoe praktisch is dat?
"Het lijkt me heel verstandig om te kijken naar de Nederlandse mogelijkheden voor de komende jaren, niet alleen investeren in de defensieproductie en wellicht VDL, maar om met alle toeleveranciers tot een grensoverschrijdend ecosysteem van ondernemers te komen."
Trump hoeft maar te schreeuwen en Poetin te dreigen en we willen grootscheeps in wapenproductie investeren. Wat is de meerwaarde van wapens voor de Europese samenleving op termijn?
"Dit doen we zeker niet vanwege een kreet van Trump. We zien dat Europa in een existentiële oorlog geraakt, want Rusland wil behalve Oekraïne het oude Russische Rijk terug, inclusief de Baltische Staten, plus Moldavië.
We krijgen nu de tijd om de boel in Europa op orde te brengen. Geen wapenproductie om eens lekker oorlog te voeren, maar juist voor preventie. Zo zwak als we nu zijn, en met een Amerikaanse president die wellicht niet zal helpen, bied je Rusland de kans voor reële bedreiging."
De macht van de EU is traditioneel gestoeld op de kracht van de economie. Volstaat die niet meer?
"Inderdaad niet. We dachten na het vallen van de Muur in 1989 dat dit nooit meer nodig zou zijn en er voorgoed een einde was gekomen aan de Koude Oorlog; het einde van de geschiedenis, en begin van die liberale, veilige wereld waarin we ons verweren met goede afspraken en sterke handelsposities. We dachten dat de hele wereld die richting zou opgaan, inclusief Rusland en China. Tsja, dat is een naïeve veronderstelling gebleken.
We vertrouwen nu op soft skills, zoals diplomatie op grond van die economische macht en een sterk bedrijfsklimaat. Onze economie blijft een sterk wapen in de geopolitiek, maar kan niet meer zonder sterke defensie. Beide pilaren zijn gebaat bij een sterke defensie-industrie."
De oorlog in Oekraïne is beslissend met vooral traditioneel wapentuig, met drones. Nederland loopt in cyberoorlogvoering voorop in Europa. Waar moeten wij het accent op leggen, op cyber- of ijzeren wapens?
"Je hebt alles nodig, maar als Nederlandse industrie moet je je specialiseren in datgene waar je goed in bent, zoals radartechnologie, sonar of lasers. Dat is ook een marktkwestie en kun je niet allemaal als overheid sturen. Samenwerken in consortia met andere lidstaten is noodzakelijk, zoals Nederland nu duizend Patriot-raketten met Duitsland, Roemenië en Spanje gaat ontwikkelen."
Wat waren andere wetten waaraan u bijgedragen hebt, die van invloed zijn op Nederlandse bedrijfsleven en consumenten?
"Vooral de inspanningen voor het midden- en kleinbedrijf. We hebben een Task Force opgericht die vanuit een mkb-focus kijkt naar alle wetgeving in alle parlementaire commissies. Daar vloeiden de European Business Days uit voort met overleg met alle Europese SME-organisaties zoals MKB Nederland. Als enige politieke groep zijn we daar altijd bij aanwezig, zoals in Praag laatst, om met het midden- en kleinbedrijf in gesprek te gaan over wetgeving, belastingdruk en toegang tot Europese financiering.
Het is ons ook gelukt om dat op de agenda te krijgen. We hebben een groot debat rondom SME's in het Europees Parlement kunnen initiëren. Als eerste vicevoorzitter van Renew Europe vind ik dat wij dat in ons DNA moeten hebben."
Resoluties vormen een specialiteit van het Europees Parlement, maar wat heeft het mkb hier concreet aan?
“Veel nieuwe wetgeving levert mogelijk meer lasten voor bedrijven op. Neem de verplichting om te controleren dat leveranties niet met dwangarbeid geproduceerd zijn. Voor kleine bedrijven is het natuurlijk stukken lastiger om dat te verifiëren. Bijvoorbeeld als je als winkelier de kleding uit Azië haalt via tussenhandel. We zijn de groep die daar het meest op let.
Concreet is ook ons pleidooi voor forse uitbreiding van het Europese arsenaal laadpalen om het elektrisch rijden te stimuleren. Daarvoor heeft collega Caroline Nagtegaal zich sterk gemaakt, die wetgeving is er gekomen. Te meer daar we vanuit 2035 geen nieuwe auto’s op fossiele brandstoffen meer toestaan. Daarvoor heeft collega Jan Huitema namens het Europees Parlement de kar getrokken. De auto-industrie weet nu waar men op moet gaan richten en innoveren.
Het is voor het bedrijfsleven nodig dat de overheid heldere keuzes maakt, hoor ik steeds, dan kan het bedrijfsleven daarop inspelen en nieuwe markten aanboren. Daar zijn we ook mee bezig. Bijvoorbeeld het programma recht op reparatie en ecodesign voor circulair ontwerp en productie, en allerhande concretisering van de duurzame agenda. Als we dat goed doen, liggen er grote economische kansen.”
En wat deed u voor het grootbedrijf, bijvoorbeeld chipproductie en ASML, NPX?
“Bijvoorbeeld het aanpakken van oneerlijke concurrentie vanuit China en van Chinese overnames van cruciale infrastructuur Europa. ASML wil graag Europees blijven en is cruciaal in de vermindering van de afhankelijkheid van China. Ook dit gaat om de opbouw van een ecosysteem dat we moeten stimuleren met wetgeving. Waarbij de teller nu staat op 100 miljard aan private investeringen. Hiervoor heeft collega Bart Groothuis zich flink ingezet.”
Uw specialisme is migratie, eerder met de Nederlandse Turkije-deal, nu met het Europese pakket maatregelen? In hoeverre bent u tevreden en waarin schiet het nog tekort? Vorige week uitte Sophie in ’t Veld haar afschuw nog over het akkoord…
"Migratie is een cruciaal politiek onderwerp in veel Europese landen en een belangrijk thema bij veel verkiezingen. Europa zat jarenlang vast met oude wetgeving. Daardoor werd het dweilen met de kraan open, met doorschuiven van migranten die naar rijkere landen willen.
Vanaf 2019 heb ik direct met een Duitse collega een visie neergelegd, met veel onderdelen uit mijn tijd in de Tweede Kamer; de stromen realistisch in kaart te brengen, dus de oorsprong van immigratie en de redenen, de rol van de buitengrenzen en uiteindelijk de noodzakelijke filters voor kansrijk en kansarm, en onderlinge afspraken. De hele groep kregen we achter die visie.
Het pakket bevat acht, negen voorstellen, vijf vormen echt de kern waarmee ik twee jaar bezig ben geweest. Ik heb groepen bij elkaar gebracht, dus met christen- en sociaaldemocraten, om meer steun te verwerven.
Bij anderen is dit inderdaad met veel emoties en moraal omgeven. Je krijgt erge beelden van Lampedusa te zien, maar een groot deel van de immigranten die daar aankomt was kansarm en ondervindt geen oorlogsdreiging in eigen land."
Belangrijk voor de verkiezingen?
“Het was mij een lief ding waard dat Europa als geheel dit eindelijk concreet afhandelde, al moeten we komende maand nog officieel stemmen als parlement. De christen- en sociaaldemocraten en Renew Europe gaan alle drie voorstemmen, met wellicht een enkele tegenstem. Nog wat kleinere fracties gaan ook mee.”
En hoe om te gaan met de arbeidsmigratie die vele malen groter is dan de instroom van vluchtelingen? Moet je dat nou afremmen, stoppen of juist niet? Wat doet Europa daarin?
"Als Nederland een sterke economie wil behouden, zullen we strategische keuzes moeten maken over arbeidsmigratie met blijven aantrekken van internationaal talent voor de Nederlandse en Europese arbeidsmarkt. Vooral in sectoren zoals de zorg, techniek, bouw en transport zullen tekorten door de vergrijzing toenemen.
Nederland loopt wel tegen harde grenzen aan met wonen, onderwijs, en leefbaarheid. Overheden moeten hier ruimte voor bieden, maar ook grenzen kunnen stellen. Te veel vertrouwen op arbeidsmigratie is geen duurzame oplossing en verschuift bovendien het probleem, zowel geografisch als in de tijd.
Zelfs Oost-Europese lidstaten van de EU, traditioneel leveranciers van arbeidsmigranten naar het Westen, ondervinden nu grotere tekorten hebben op de arbeidsmarkt en trekken arbeidskrachten van buiten de EU aan, voornamelijk Azië.
We moeten meer inzicht krijgen in de toekomstige structuur: hoe willen we de arbeidsmarkt inrichten en welk soort arbeidsmigratie is nodig? Europa kan steun aanbieden, maar ik vind het een nationale competentie om de arbeidsvraag en inrichting van de arbeidsmarkt te bepalen.”