- Europa worstelt met het vlottrekken van de economie in de laatste fase van de coronapandemie. De VS en China lijken sneller te herstellen.
- Ook op de middellange termijn zijn er grote politieke en economische uitdagingen voor de EU in de race met China en de VS.
- Toch zijn er ook sterke punten die de EU op de lange termijn aantrekkelijk kunnen maken voor bedrijven en investeerders, betoogt strategisch analist Andy Langenkamp.
ANALYSE – Na de Koude Oorlog heerste optimisme dat democratie en globalisering onoverwinnelijk waren.
Thomas Friedman presenteerde in de jaren 90 van de vorige eeuw zijn Golden Arches-theorie: landen met een McDonald’s-vestiging voeren geen oorlog tegen een land waar de keten ook is gevestigd.
Die landen zouden zodanig economisch verstrengeld zijn en zoveel contacten onderhouden, dat conflicten zouden worden opgelost voordat ze volledig uit de hand zouden lopen.
In een dergelijke wereld waarin vrijheid, stabiliteit en handel de boventoon voeren, zou de Europese Unie zich als een vis in het water hebben gevoeld. Het liep anders. Globalisering en handel maakten wel een opmars, maar aanwezigheid van Big Macs bleek onvoldoende voor vrede.
Globalisering maakte weliswaar grote sprongen voorwaarts, maar de democratische opmars raakte achterop. Inmiddels is al anderhalf decennium sprake van een mondiale democratische recessie. In deze grimmiger wereld moet de EU het hoofd boven water houden. Voor welke opgaven staat Europa?
Trage start met vaccinaties, strubbelingen na de Brexit
Op de korte termijn is het nogal aanmodderen in Europa. Vergeleken met andere rijke economieën loopt de EU flink achter met vaccineren. Onderhandelingen met fabrikanten bleken onhandig gespeeld, de logistieke operatie verloopt zwak en de vaccinatie-scepsis is op sommige plekken aanzienlijk.
De trage vaccinatiestart maakt dat Europese economieën pas later open kunnen dan bijvoorbeeld het VK en de VS en dat de autoriteiten langer moeten bijspringen.
Ook met fiscale stimulering wil het op Europees niveau niet echt vlotten. Afgelopen jaar werd verbazend snel een herstelfonds van 750 miljard euro overeengekomen, maar het komt nu traag uit de startblokken.
Onderlinge verdeeldheid zorgt ook op andere vlakken voor spanningen. De Brexit mag definitief zijn, veel pijnpunten zijn blijven liggen. Verder rommelt het in het oosten van de EU met leiders met autoritaire trekjes. Zij ondermijnen het interne functioneren van de EU en de externe slagkracht.
Europa moet laveren tussen de VS en China
Op de middellange termijn staat de Europese Unie voor een aantal grote uitdagingen. De slagkracht van Europa wordt beperkt doordat achterstanden op economische gebieden die beslissend zijn voor toekomstig succes. Denk aan zaken as kunstmatige intelligentie, e-commerce en elektrische auto’s.
Een sterk buitenlandbeleid en slim schaken op het geopolitieke schaakbord zijn ook hard nodig, gelet op de strubbelingen in de buurtregio’s met onder meer Turkije en Rusland en de positie van de grootste jongens op het bord: Amerika en China.
Wat betreft de relatie met de VS moet optimisme over de nieuwe Amerikaanse president Joe Biden getemperd worden. Hij verpakt het vriendelijker, maar ook hij voert een onomwonden America First-beleid en zet de draai van Europa richting de Pacific door die al ver voor Trump ingezet was.
Defensie is sowieso een dingetje tussen Amerika en Europa. Verreweg de meeste Europese landen komen nog altijd niet in de buurt van de 2 procent van het nationaal inkomen aan defensie-uitgaven, zoals afgesproken in NAVO-verband. Dit zal de Amerikaanse welwillendheid niet vergroten.
Een onoverwinnelijke combinatie tegen China gaan Amerika en Europa niet vormen. Voor Europa is het sowieso de vraag of het strikt één kant moet kiezen en zo moet aansturen op een Koude Oorlog met twee blokken.
Aan de andere kant was het niet handig om opzichtig te willen uitstralen dat Europa een zelfstandige speler is door vlak voor Bidens aantreden een relatief slap investeringsakkoord te sluiten met China zonder afstemming met de VS.
Wel is het goed dat Europa een eigen koers probeert uit te stippelen zonder constant op Amerika te leunen. Een eerste stap werd gezet met een strategisch document van maart 2019 waarin de EU China expliciet drie rollen toedicht: partner (bijvoorbeeld voor klimaatbeleid), economische concurrent en strategische rivaal (gezien de Chinese geopolitieke ambities en uiteenlopende ideologische systemen).
Het is dan wel weer ontmoedigend te lezen dat de EU geld, mankracht en bevoegdheden mist om Chinese desinformatiecampagnes en cyberaanvallen af te slaan.
7 sterke punten van Europa
Toch is erop de iets langere termijn nog genoeg dat pleit voor Europa. Hieronder volgen zeven sterke punten waar de Europese Unie zijn voordeel mee kan doen:
- Europa blijft de belangrijkste handelspartner voor 70 tot 80 landen.
- Europa is in veel gevallen voorloper als het aankomt op het zetten van hoge kwaliteitsstandaarden en oefent via die weg veel macht uit op de wereldeconomie.
- Sinds de eurocrisis is een steviger fundament onder de eurozone gelegd.
- Italië is in rustiger vaarwater gekomen met oud-ECB-president Draghi aan het roer.
- Duitsland zal onder de opvolger van Merkel ook een onmiskenbaar pro-Europese koers varen.
- Europa is in menig opzicht een meer voorspelbare speler dan de Verenigde Staten, gelet op het zeer woelige politieke Amerikaanse landschap, waarbij het beleid elke paar jaar volledig kan omslaan.
- China boezemt op lange termijn minder vertrouwen in, nu de Chinese leider Xi Jinping een soort persoonlijkheidscultus creëert op basis van vier pijlers: repressie, een volstrekt loyale partij, assertief buitenlandbeleid en staatskapitalisme.
Dit alles betekent dat Europa op korte tot middellange termijn terrein moet prijsgeven, maar dat Europa vanuit politiek oogpunt op langere termijn een veiliger en zekerder haven kan zijn voor bedrijven, investeerders en beleggers.
Andy Langenkamp is senior politiek analist bij ECR Research en ICC Consultants