De schandalen rond het misbruik van gegevens van miljoenen Facebook-leden door databureau Cambridge Analytica, hebben in ieder geval één ding duidelijk gemaakt: de sporen die je als digitale consument op het internet achterlaat, zijn gewild als handelswaar.
In de westerse wereld ligt de controle over grote datasets van honderden miljoenen tot meer dan een miljard mensen bij een beperkt aantal, hoofdzakelijk Amerikaanse platformbedrijven zoals Facebook, Amazon en Google.
Tegelijk ontwikkelt met name China zich snel tot een land waar de overheid de nieuwste technologie op het gebied van kunstmatige intelligentie inzet om zo veel mogelijk digitale controle uit te oefenen over haar burgers.
Europa bungelt tamelijk machteloos tussen de VS en China in. Het is geen superstaat à la China, waar de overheid steeds meer als digitale politieagent optreedt. Maar Europa kent ook geen private bedrijven met een positie die vergelijkbaar is met Google of Amazon.
“Europa staat op een flinke achterstand. Wil je daar iets aan doen, dan is een totaal andere benadering nodig”, zegt Shikko Nijland, CEO en mede-eigenaar van adviesbureau Innopay, in een gesprek met Business Insider.
Innopay was als adviseur nauw betrokken bij het opzetten van iDeal, de succesvolle betaalapplicatie waarmee Nederlandse banken een sterke positie hebben verworven bij online betalen.
Inmiddels kijkt Nijland een stuk verder vooruit, waarbij het niet alleen gaat om de toekomst van online betaalapplicaties, maar om een fundamentele verandering in de manier waarop het internet functioneert.
Afgelopen december verscheen het boek Alles Transactie, dat Nijland samen met collega’s Chiel Liezenburg en Douwe Lycklama schreef. De auteurs ontleden in dit boek de tekortkomingen van de manier waarop we momenteel transacties uitvoeren op het internet. En ze beschrijven een toekomst waarin dat anders gaat.
Dit brengt grote veranderingen mee in de manier waarop je als individu data deelt. Het ‘transactionele internet’ zal ook consequenties hebben voor de schijnbaar onaantastbare positie van de Amerikaanse platformgiganten.
Om bij de basis te beginnen: wat is er mis met het huidige internet?
“Het belangrijkste manco van de manier waarop het internet functioneert, is dat het eigenlijk niet is ontworpen voor het doen transacties op een manier zoals dat in de fysieke wereld gebeurt. Als ik naar de bakker ga, dan kan ik bij de toonbank met een munt of briefje betalen om een brood te krijgen. Als koper en verkoper heb je direct zicht op de uitruil van een product tegen geld. De klant en de verkoper zien elkaar en weten dus ook wie de ander is.
“Dergelijke vertrouwenselementen zijn van groot belang bij het doen van transacties, maar ze zitten niet ingebakken in de infrastructuur van het internet. Je hebt niet rechtstreeks zicht op wie de ander is. Ook de uitruil van geld en producten is geen vanzelfsprekende zaak. Dat wordt opgelost via wat je ‘institutioneel vertrouwen’ noemt.”
Wat is dat precies?
“Er zijn allerlei bemiddelende partijen die het vertrouwen op internet organiseren. Van banken en de Belastingdienst tot grote platformbedrijven voor online winkelen. Aangezien je geen zekerheid hebt over de identiteit en betrouwbaarheid van de ander als je online transacties doet, moet dat via tussenliggende partijen worden gewaarborgd.”
Hoe profiteren grote platformbedrijven daarvan?
“Neem een bedrijf als Airbnb, dat regelt in essentie twee zaken: ze aggregeren een zo groot mogelijk aanbod van appartementen en woningen om uit te kiezen, en via sociale beoordelingen op het platform waarborgen ze het vertrouwen tussen vragers en aanbieders. Dit werkt volgens het ‘winner takes it all’-principe: de partij met het meest complete aanbod, domineert de markt. En die kan vervolgens forse winstmarges behalen.”
Wat is daar mis mee?
“Doordat grote platforms bij elke transactie die je doet ook een transactiegeschiedenis van je opbouwen in de vorm van data, hebben ze een goudmijn in handen, bijvoorbeeld omdat ze over bewijsvoering beschikken van jouw sociale reputatie. Dit leidt tot een flinke data-onbalans tussen platforms en de gebruikers.”
Is dat het enige probleem?
“Dit is één van de twee grote weeffouten van het huidige internet. Naast de data-onbalans heb je de vertrouwensparadox: dus het feit dat je voortdurend intermediairs nodig hebt om te bewijzen wie je bent en het risico te beperken dat er iets mis gaat bij het doen van een transactie.”
Hoe zou dat anders kunnen?
“Waar we de komende decennia naartoe gaan, is wat we in ons boek het ‘transactionele internet’ noemen. De twee tekortkomingen van het internet worden dan verholpen door vertrouwen als het ware in de infrastructuur van het internet te verankeren.”
Hoe moet ik dat voor me zien?
“Wat betreft de vertrouwensparadox laat bijvoorbeeld de blockchaintechnologie zien welke kant het opgaat. Even los van alle spektakel rond cryptomunten: het idee achter de blockchain is dat je een decentraal digitaal logboek hebt dat het mogelijk maakt om transacties te doen zonder dat intermediairs nodig zijn voor het waarborgen van vertrouwen. Opvallend genoeg hebben crypto-experts het vaak over een ‘trustless’ infrastructuur, maar het is eigenlijk juist een ‘trustful’ infrastructuur.”
Maar wat betekent dat concreet, als je dingen koopt of verkoopt op internet?
“Er zijn drie elementen die meespelen: wie ben je? Waar worden je transactiedata bewaard? En hoe zit het met je reputatiedata? Momenteel is het zo dat elke keer dat je je bij een bepaald platform aanmeldt, je daar bewijs moet leveren van je identiteit, via bijvoorbeeld paspoortgegevens. Dan kan het platform vervolgens jouw identiteit tegenover andere leden garanderen.
"Het zou natuurlijk veel efficiënter werken als je via één applicatie je identiteit bevestigt en dat vervolgens gebruikt voor iedereen met wie je transacties doet op internet. Daar beginnen nu oplossingen voor de te komen met diensten zoals iDIN voor online identificatie.
“Wat betreft je online reputatie is het belangrijk dat je als individu beschikking krijgt over je transactiedata. Die moet je in een soort persoonlijk depot kunnen bewaren. Dat kun je vervolgens gebruiken om bijvoorbeeld bewijs te leveren van je betrouwbaarheid. Nu ben je daarvoor afhankelijk van reviews op platforms, maar eigenlijk moet dat voor individuen buiten de platforms beschikbaar zijn.”
Wat zou daarvan het gevolg zijn voor partijen als Airbnb, Uber en Amazon?
“Hun rol zou sterk kunnen veranderen. Om weer het voorbeeld van Airbnb te nemen: als het potentiële aanbod van huurhuizen via een blockchainachtige structuur voor iedereen toegankelijk zou zijn en daarnaast het verifiëren van iemands online reputatie via een onafhankelijke infrastructuur wordt geregeld, dan wordt het veel makkelijker om zo’n platform op te zetten en veel moeilijker om een unieke dominante positie op basis van aanbod te realiseren. Je krijgt dus veel meer gezonde concurrentie.”
Je ziet ook kansen op dit vlak voor Europa.
“Een enorme kans. Als landen in Europa op dit gebied samenwerken, kan de huidige technologische achterstand op de VS en China worden omgebogen in een voorsprong. Europa zou de eerste markt kunnen worden die het transactionele internet vormgeeft. Dat vraagt om durf en visie, maar je ziet bijvoorbeeld dat het in Europa is gelukt om gemeenschappelijke standaarden in te voeren, zoals GSM voor mobiele telefonie en PSD2 voor mobiele betaalapplicaties.
“Ook recente ontwikkelingen rond de privacywetgeving in Europa ondersteunen een omslag richting het transactionele internet. In de VS lijkt het juist een andere kant op te gaan, met wetgeving die het makkelijker maakt om klantdata te verhandelen zonder toestemming. En in China is het de overheid die de controle over data van burgers meer naar zich toetrekt."