,,Hoe dichter landen bij de eurozone liggen, en met name bij de zuidelijke landen, hoe sterker de impact van de problemen wordt gevoeld”, stelde Wereldbankeconoom Philippe Le Houérou. ,,Zij zijn afhankelijker van de eurozone als exportmarkt en als belangrijkste stroom van investeringen en overdrachten van mensen die in die landen werken.”

De economische groei in Midden- en Oost-Europa en op de westelijke Balkan blijft dit jaar volgens de Wereldbank beperkt tot gemiddeld 1,2 procent. Dat is slechts een fractie beter dan in 2012, toen een vooruitgang van 0,9 procent werd gemeten. De staatsschuld van die landen is opgelopen van gemiddeld 28 procent in 2008, tot 45,5 procent vorig jaar.

De financiële sector in landen als Bulgarije, Kroatië, Hongarije, Slovenië, Albanië en Servië is daarbij verzwakt omdat banken hun schulden moeten afbouwen en het aantal slechte leningen toeneemt. Daardoor staat de kredietverlening aan het bedrijfsleven onder druk. In de Baltische staten nemen de kredieten steeds verder af, in de rest van Midden-Europa, de Balkanlanden, Turkije, Wit-Rusland en Oekraïne is de kredietverlening stilgevallen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl