Driekwart van de inwoners van de eurozone vindt dat de Europese Unie is gebaat bij de gedeelde valuta. Volgens een jaarlijkse enquête van de Europese Commissie onder ruim 17.000 respondenten heeft de steun voor de euro daarmee voor het tweede jaar op rij een hoogtepunt bereikt.
In de zogenoemde Eurobarometer, die al is ingezien door de site Politico, ziet gemiddeld 64 procent de euro ook als positief voor specifiek hun eigen land.
In Ierland is de liefde voor de euro het grootst. Daar spreekt 85 procent van de respondenten zich positief uit als het gaat over het belang van de euro voor het eigen land. Dat percentage is gelijk aan vorig jaar. Litouwen scoort het laagst met slechts 42 procent, maar dat is wel 6 procentpunten meer dan in 2017.
Nederlanders zien de euro over het algemeen als positief voor ons eigen land. 69 procent noemt de euro ‘goed’, iets meer dan de 68 procent van vorig jaar. Het aandeel Nederlanders dat de euro ‘slecht’ noemt, daalt van 23 naar 21 procent.
De grootste verrassing en de grootste verandering volgens Politico: 57 procent van de Italianen is positief tegenover de euro, terwijl dat vorig jaar nog maar 45 procent was.
Er zijn blijkbaar nog steeds genoeg Europeanen die de bedragen tijdens het winkelen terugrekenen naar hun oude munt. In Italië doet nog 30 procent dat, al is dat wel minder dan de 34 procent in 2017. In Duitsland en Frankrijk zou het zelfs om respectievelijk 42 en 40 procent gaan.