ANALYSE – Hoewel ook volgend jaar onzekerheid troef blijft op de valutamarkten, is wel duidelijk dat het beleid van de Amerikaanse president Donald Trump – in de aanloop naar de Amerikaanse verkiezingen – alsook de komst van de nieuwe ECB-president Lagarde van groot belang zullen zijn voor de koers van de euro tegenover de dollar.
Als we de belangrijkste ontwikkelingen doornemen lijkt een hogere euro in het verschiet te liggen.
Toenadering in handelsoorlog tussen VS en China
De belangrijkste factor die ook volgend jaar valutamarkten in zijn greep zal houden is de handelsoorlog. Waar de afgelopen weken al sprake was van toenadering tussen president Trump en zijn Chinese collega Xi Jinping, werd eind vorige week dan eindelijk een fase-1-akkoord tussen de VS en China aangekondigd.
In het deelakkoord heeft China onder meer toegezegd om zowel in 2020 als in 2021 voor 40 miljard dollar aan Amerikaanse agrarische producten te kopen en haar uiterste best te doen dit zelfs richting jaarlijks 50 miljard dollar te stuwen.
Als tegenprestatie heeft de VS een geplande tariefoplegging van 15 procent op 160 miljard dollar aan Chinese producten, waaronder mobiele telefoons, laptops, speelgoed en kleding, geannuleerd en het tarief dat op 1 september werd opgelegd (op 120 miljard dollar aan Chinese producten) gehalveerd naar 7,5 procent.
Een en ander heeft geleid tot een positieve reactie van de financiële markten, waarbij ervan wordt uitgegaan dat het vertrouwen van de inkoopmanagers zal gaan stijgen en aankopen door bedrijven niet langer zullen worden uitgesteld.
Nog geen definitieve deal over handelsconflict
Natuurlijk is dit een stap in de goede richting van het nu al 21 maanden durende handelsconflict, maar we moeten ook niet overdrijven. Het betreft slechts een deelakkoord, waarbij maar moet worden afgewacht of en wanneer eventuele volgende onderhandelingen zullen plaatsvinden.
Bovendien kan wat dat aangaat de enkele weken geleden door Trump ondertekende wet ter ondersteuning van de prodemocratische beweging in Hongkong ook nog voor vertraging zorgen.
Een kant-en-klare deal en een volledige oplossing voor het handelsconflict blijven daardoor op de korte termijn in ieder geval toekomstmuziek.
Onzekerheid rond Amerikaanse verkiezingen
Dat brengt me meteen bij de tweede grote onzekere factor in 2020: de Amerikaanse verkiezingen. Hoe zal zittend president Trump die aanvliegen, vooral ten aanzien van het Amerikaans-Chinese conflict?
Het is inmiddels iedereen wel duidelijk dat de handelsoorlog de wereldeconomie schade toebrengt. Niet voor niets stelden instanties als het IMF en de OESO hun groeivooruitzichten voor de wereldeconomie steeds omlaag bij dit jaar.
De vraag is of Trump vooral zijn hakken in het zand zal blijven zetten onder het mom van ‘America first’, of dat hij aanstuurt op een (meer serieus) handelsakkoord. Dan kan hij na stevige onderhandelingen als redder van de wereldeconomie de verkiezingen ingaan.
Nieuwe ECB-leider Lagarde: overheden moeten investeren
In Europa speelt de wisseling van de wacht aan de ECB-top een grote rol. Hier gaat Christine Lagarde vanaf nu haar stempel drukken op het beleid. Daar is de Française eind oktober eigenlijk al mee begonnen door te benadrukken dat de Europese overheden nu aan zet zijn. Zij is van mening dat landen met structurele begrotingsoverschotten, zoals Duitsland en Nederland, meer moeten gaan investeren om de inflatie eindelijk eens aangewakkerd te krijgen.
Hoewel moet worden afgewacht in hoeverre landen met een begrotingsoverschot echt naar haar zullen luisteren, wijzen investeringsplannen van Nederland in onder meer infrastructuur en onderwijs al wel in die richting.
Ook vanuit Duitsland klinken dergelijke signalen, al blijft de grootste economie van Europa wel kampen met tegenvallende groei. Toch is het positief dat de Duitse economie in het derde kwartaal een recessie heeft kunnen afwenden.
Verschil inflatieverwachting Europa en VS
Qua monetair beleid heeft de Amerikaanse Federal Reserve in ieder geval veel meer ruimte dan de ECB om bij een minder rooskleurig scenario de rente verder te verlagen.
Het feit dat de Amerikaanse inflatie de afgelopen maanden weer onder de 2 procent-doelstelling van de Fed is gezakt, maakt de roep om Amerikaanse renteverlagingen eveneens luider. Lagere Amerikaanse inflatiecijfers kunnen de Fed nopen tot het verder verlagen van de rente.
Een lagere Amerikaanse rente maakt geld aanhouden in dollars relatief minder aantrekkelijk, en zou de euro ten goede moeten komen.
Met Lagarde op het toneel in Europa zou een ruimer begrotingsbeleid van Europese overheden voor opwaartse inflatiedruk kunnen zorgen, waardoor de noodzaak om een extreem soepel monetair beleid te voeren vermindert.
Tegelijk zou onzekerheid over de te varen (handels)koers van Trump richting de verkiezingen negatief kunnen afstralen op de dollar.
Deze factoren zouden voor de euro positief kunnen uitpakken, te meer omdat er naar verwachting komend jaar ook meer vraag naar Europese – en minder naar Amerikaanse – aandelen zal zijn door het extreme verschil in waarderingen. Dat zou voor extra steun onder de euro-dollarkoers moeten zorgen.
Per saldo zie ik in 2020 de euro tegen de dollar dan ook geleidelijk omhoog kruipen richting 1,18 dollar per euro.
Paul Erdmann is een Foreign Exchange Dealer bij Ebury Nederland. Hij helpt organisaties op het het gebied van Valutarisicomanagement en strategie. Na 3 jaar gewerkt te hebben vanuit de Ebury Dealingroom in London is hij nu werkzaam vanuit Amsterdam. Deze column is niet bedoeld als individueel advies tot het doen van beleggingen.