Verwacht werd dat op digitale fotocamera’s dezelfde heffing van 5 of 12,5
procent zou komen als op videocamera’s, omdat fotocamera’s tegenwoordig ook
filmpjes kunnen maken. De EU-landen wil deze heffing nu alleen opleggen aan
fotocamera’s die films kunnen maken die minstens een half uur duren en van
hoge kwaliteit zijn.

Bij de meeste digitale fotocamera’s is de techniek nog niet zo ver gevorderd.
Bij deze camera’s hoeft de prijs dus voorlopig niet te stijgen.

VVD-Europarlementariër Jules Maaten, die protest had aangetekend bij de
Commissie tegen de oorspronkelijke plannen, toont zich tevreden. "Volgens de
nieuwe maatstaven valt bijna geen enkele fotocamera onder het hoge tarief.
Ik heb er wel vrede mee", zegt de VVD’er.

De EU wil fotocamera’s die kunnen filmen met een kwaliteit van 800 bij 600
pixels met 23 beelden per seconde of hoger wel belasten als videocamera,
mits de film dertig minuten of langer duurt.

Anderzijds zullen sommige videocamera’s die niet van deze kwaliteit zijn juist
goedkoper worden om in te voeren. De Europese Unie wil met deze maatregel
digitale fotocamera’s en videocamera’s op gelijke manier behandelen.

Mobiele telefoons blijven voorlopig nog altijd behandeld als mobiele
telefoons, hoewel je met sommige modellen tegenwoordig ook kunt filmen. De
EU-landen beschouwen de belfunctie echter nog altijd als de primaire functie.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl