Het grootste Europese indexfonds voor bedrijven die zich bezighouden met medicinale toepassingen van cannabis, heeft in een ruim jaar tijd een beursrendement van ruim 60 procent gehaald.
De Rize Medical Cannabis and Life Sciences ETF belegt noodgedwongen nog vooral in Noord-Amerikaanse cannabisbedrijven.
De regelgeving in Europa rond medicinale cannabis loopt flink achter op de Verenigde Staten, maar daar komt de komende jaren naar verwachting verandering in.
De cannabisindustrie ontwikkelt zich snel, gedreven door ontwikkelingen in de Verenigde Staten die meer ruimte laten voor bedrijven die zich bezighouden met medische toepassingen van cannabis.
Op de beurs zijn er de laatste jaren tal van cannabis startups bijgekomen, vooral in de VS Canada en Australië.
De Britse vermogensbeheerder Rize ETF specialiseert zich in zogenoemde ’thematische indexfondsen’ en lanceerde in februari 2020 een indexfonds (exchange traded fund, ETF) specifiek gericht op de medicinale cannabisindustrie.
De Rize Medical Cannabis and Life Sciences ETF (met een beheerd vermogen van ongeveer 60 miljoen dollar) heeft noteringen aan de beurzen van Londen, Zürich en Frankfurt.
In het fonds zitten vooral aandelen van Amerikaanse, Canadese en Australische bedrijven en de basisvaluta van deze ETF is de Amerikaanse dollar. De beursnotering in Frankfurt is wel in euro’s.
Het rendement sinds de lancering in februari 2020 bedraagt ruim 60 procent in euro. Belangrijke kanttekening daarbij is dat de aandelenmarkt in deze periode als geheel sterk steeg, na de coronadip van februari 2020.
Rahul Bhushan is medeoprichter van Rize ETF, dat in totaal zo’n 400 miljoen dollar aan vermogen onder beheer heeft. Hoewel de medicinale cannabis-EFT formeel een Europees product is, zitten er in het fonds dus nauwelijks Europese bedrijven. Dat komt vooral doordat de Europese markt nog “onvolwassen” is, aldus Bhushan.
Hij schat dat Europa zo’n vijf jaar achterloopt op de Noord-Amerika wat betreft regelgeving die meer ruimte geeft voor toepassingen van medicinale cannabisproducten.
Hoe selecteert Bhushan aandelen voor de cannabis-ETF? Tegen Insider zegt hij vooral te letten op bedrijven die bezig zijn met medicinale toepassingen van cannabis waarbij er ook vanuit de medische wereld aandacht en ondersteuning is voor bewezen werkingen
“Als je kijkt naar de werkzame stoffen in cannabis, zogenoemde cannabinoïden, dan zijn dat er meer dan honderd. Van de meeste van die stoffen weten we nog heel weinig. Op dit moment zijn er minder dan tien waar we echt een grondig begrip van hebben”, zegt Bhushan.
“Naarmate onze kennis toeneemt, zal je ook zien dat meer onderzoekers uit de medische wereld zich hiermee gaan bezig houden. Dan kan ook beter onderbouwd worden hoe therapeutische toepassingen tegen bijvoorbeeld stress, chronische pijn of andere klachten kunnen helpen.”
Lees ook: CBD-olie is zo populair dat het nu een complete industrie is waar jaarlijks $1 miljard in omgaat
Aandelen van cannabisbedrijven op de beurs
Aandelen van bedrijven die zich richten op medische toepassingen van cannabis zijn al een tijdje populair op de beurs. Beleggingsfondsen voor dergelijke aandelen hadden in 2016 een beheerd vermogen van 1 miljoen dollar. Eind 2020 was dat gestegen naar 1 miljard dollar, blijkt uit gegevens van beursdatabedrijf Refinitiv. Afgelopen mei was dit vermogen in ETF’s verder gegroeid naar 2,8 miljard dollar.
Hatem Dhiab is directeur bij de Amerikaanse vermogensbeheer Gerber Kawasaki Wealth & Investment Management. Hij volgt de ontwikkelingen in de cannabisindustrie al zo’n vijf jaar en belegt voornamelijk in Noord-Amerikaanse bedrijven.
Dhiab houdt wel nauwlettend de ontwikkelingen in Europa in de gaten, want dat is volgens hem de volgende grote groeimarkt. “De regelgeving in het VK en continentaal Europa is nog een lappendeken. Dus het duurt nog wel een paar jaar voordat daar meer duidelijkheid is”, zegt hij tegen Insider.
Aangezien veel Europese landen nationale zorgstelsels hebben, kan het wel zo zijn dat als een medicinale toepassing van cannabis in een land wordt goedgekeurd, de toepassing in andere landen snel kan volgen. Zeker als dit ook aan de Europese toezichthouders voor de EU als geheel wordt voorgelegd.