Kinderopvangorganisatie Estro verhuisde kort voor haar ondergang het hoofdkantoor van Amersfoort naar Amsterdam. Zo kon het een doorstart in stilte voorbereiden. De rechtbank Midden-Nederland werkt namelijk niet mee aan zo’n opzet met een stille bewindvoerder.
Dat schrijft Het Financieele Dagblad woensdag.
Volgens de krant wijzigde het bedrijf op 3 juni zijn statuten, waardoor het hoofdkantoor op papier naar Amsterdam verhuisde. Op 5 juli ging Estro failliet, maar vrijwel direct daarna maakte de curator een een doorstart bekend: de Britse investeerder Smallsteps nam 250 van de 350 crèches over.
De praktijk waarbij een bedrijf in problemen een stille bewindvoerder benoemt, die een doorstart in stilte voorbereidt, heeft nog geen wettelijke basis in Nederland. Het hangt van de rechtbank in kwestie af of deze akkoord gaat. Die van Midden-Nederland werkt niet mee, terwijl de rechtbank in Amsterdam wel ontvankelijk is voor de werkwijze.
Lees ook: 6 vragen over de stille bewindvoerder
Het voordeel is dat zo'n bewindvoerder in relatieve rust betere perspectieven voor een bedrijf kan voorbereiden; na een surseance of faillissement lopen klanten namelijk snel weg of haken leveranciers af. Dat zet enorme druk op een snelle oplossing en vermindert al gauw de waarde van de onderneming.
Nadeel van de methode is dat niet iedereen weet, dat een bedrijf te koop is. Daardoor kan een bedrijf kandidaat-kopers mis lopen.
Bij Estro spelen overigens meer zaken in dat verband. Volgens BNR Nieuwsradio waren twee concurrenten van Estro, Partou en SWKGroep, ook geïnteresseerd in grote delen van Estro. Zij zeggen dat ook kenbaar gemaakt te hebben tegenover het bedrijf vóór het faillissement, maar niets meer gehoord te hebben.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl