Er is een schaarste aan competente bankbestuurders bij wie het morele kompas niet geheel de verkeerde kant uitwijst, constateert Errol Keyner.

Nederlandse topbankiers worden tegenwoordig met een fooi afgescheept. U leest het goed. Nee, ik ambieer geen baan bij een bank. En enige sympathie koester ik niet voor topbankiers. Van een gunfactor is al helemaal geen sprake.

Ik constateer echter nuchter dat er een schaarste is aan competente bankbestuurders waarbij het morele kompas niet geheel de verkeerde kant uitwijst.

We willen dat banken een duurzaam verdienmodel en beheersbaar risicoprofiel ontwikkelen. Dat vereist hardwerkende knappe koppen die liefst eerlijker zijn dan de gemiddelde wereldburger. Met een dikke huid, want op veel adoratie hoeven ze voorlopig niet te rekenen.

Zakkenvullers blijken zielenpoten

Walgende reacties volgden afgelopen vrijdag op de salarisverhoging van zes naar zeven ton voor de ABN Amro-bestuurders. Zeven ton is natuurlijk veel geld. Zes ton trouwens ook. Een goede bestuurder bij ABN Amro is echter een veelvoud waard. Iedereen zoekt ervaren toptalent. Dat zou de eigenaar van ABN Amro (de Staat) ook moeten weten.

De ABN Amro-bestuurders zijn sowieso al zielenpoten, aangezien ze in tegenstelling tot concurrenten geen bonussen krijgen zolang de bank een staatsdeelneming is. Niet dat het renumeratieparadijs in zicht komt zodra ABN Amro naar de beurs gaat. Net als concurrent ING mogen bonussen maximaal twintig procent van de vaste beloning bedragen. Nederland is daarmee zuiniger dan Europa, waar de variabele beloning tot honderd procent mag gaan. Of de VS, waar the sky the limit is.

Het stevig opkrikken van vaste salarissen is de Nederlandse uitlaatklep. Begrijpelijk, maar verkeerd, want bij slechte prestaties worden bestuurders overbetaald.

Bankpersoneel overbetaald

Maar hoe kan het dat topbestuurders meer gaan verdienen, terwijl het overgrote deel van het bankpersoneel al jaren op de nullijn zit of zelfs moet vrezen voor zijn baan?

Het antwoord is duidelijk: veel bankpersoneel is net zo overbodig als de talloze bankkantoren. Vakbonden doen voorkomen dat bankmedewerkers dezelfde compassie verdienen als schoonmakers, die vies werk moet verrichten tegen belabberde lonen.

De werkelijkheid is anders. Een loonslaaf bij een bank verdient tientallen procenten meer dan in andere sectoren. Het middenkader krioelt van de twee-of drie-maal-modaalverdieners, met marginale toegevoegde waarde voor klanten en bank.

Niks nullijn. Een kundige bankbestuurder gaat fors snijden in het zwaar overbetaalde werknemersbestand en zoekt en beloont medewerkers die werkelijk waarde toevoegen. En die bestuurder mag bij succes een hoge beloning krijgen. Liefst variabel.

Oeps! We konden je formulier niet vinden.

Errol Keyner is adjunct-directeur bij de Vereniging van Effectenbezitters (VEB), maar schrijft dit artikel op persoonlijke titel.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl