Sedert de financiële ondergang van Griekenland stapelen de zorgen over de euro
zich op. Problemen in Portugal en Ierland waren nog wel te verteren, maar
een mogelijk Spaans debacle is van een andere orde. Iedereen hoopt
ondertussen dat Italië en Frankrijk uit de gevarenzone blijven.

Het Verenigd Koninkrijk is weliswaar geen euroland, maar kampt met forse
begrotingstekorten en is met London als financieel centrum extra kwetsbaar
wanneer de bankencrisis voortduurt.

VS komt in de spotlights

De Europese problemen leidden de aandacht af van de Verenigde Staten. De
Amerikanen hebben zelf echter voldoende uitdagingen. Het land heeft geen
dekking voor zijn lange-termijnverplichtingen op het gebied van zorg en
pensioenen. Hoewel het dekkingstekort een veelvoud bedraagt van de
staatsschuld, verdringen beleggers deze kwestie. De lange termijn is zorg
voor later. Veel later.

Beleggers vergeven ook de enorme begrotingstekorten waardoor de Amerikaanse
staatsschuld sterk toeneemt. Uiteindelijk zou de Amerikaanse economie
flexibel genoeg zijn om snel het groeipad te hervinden, waarmee de
financiële problemen kunnen wegsmelten.

Een voorwaarde voor groei is dat belastingen laag blijven en juist hier dreigt
het te wringen. Wettelijk moet de Amerikaanse overheid binnenkort
belastingen sterk verhogen, tenzij de Democraten en Republikeinen
gezamenlijk optrekken. Om het overheidstekort beheersbaar te houden, moeten
belastingen omhoog.

Maar wanneer de tarieven te radicaal stijgen, zal de economie stilvallen en
nemen de belastinginkomsten juist helemaal niet toe.

De gezworen politieke vijanden moeten dus de delicate balans vinden waarbij
tekorten afnemen via een perfecte mix van ietwat hogere belastingpercentages
en stevige economische groei. Angst bij beleggers neemt toe dat de VS zich
niet verantwoord uit de crisis kan groeien.

Japan verpietert in stilte

Met alle aandacht voor de problemen in Europa en de VS, vergeten we dat een
andere economische grootmacht structureel wegkwijnt.

Japan is natuurlijk geen Griekenland. Japanners worden gezien als hardwerkend
en eerlijk. De Japanse staatsschuld is echter flink hoger dan die van de
Grieken. Maar de Japanse staatsschuld is weldra zo’n 250 procent van het
nationaal inkomen.

Gelukkig hebben (Japanse) beleggers een blind vertrouwen in de Japanse
overheid, gezien een tienjaarsrente van ruim onder de 1 procent. Lenen is
dus extreem goedkoop. Ondanks deze lage rentekosten, eindigt de overheid
ieder jaar met een hoog begrotingstekort. De staatschuld escaleert verder.

Het sterk vergrijzende Japan zal steeds meer moeite hebben om beleggers te
overtuigen, dat met hard werken de structurele problemen oplosbaar zijn. Het
is daarom een kwestie van tijd dat de Japanse rente de risico’s juist gaat
reflecteren.

Uiteindelijk zal dit resulteren in devaluatie van de yen en inflatie, wat
overigens geen haar gunstiger is dan gedeeltelijke wanbetaling. Het land van
de rijzende zon koerst rustig af op een onherroepelijke ondergang.

Errol Keyner is adjunct-directeur bij de Vereniging van Effectenbezitters (VEB),
maar schrijft dit artikel op persoonlijke titel.

Lees ook:

Meer analyses van Errol Keyner

Volg de markten op Z24 Beurs

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl