Dertig jaar nadat de eerste student via het Erasmus-programma in een ander land ging studeren, is het project uitgegroeid tot een begrip. Brussel wil het uitwisselingsprogramma met duizenden deelnemers uitbreiden om euroscepticisme en xenofobie in Europa tegen te gaan.

Het Erasmus-programma biedt studenten uit heel Europa de kans om een periode van minimaal drie maanden in het buitenland te studeren. De ondersteuning voor studenten kan financieel zijn, of in de vorm van huisvesting of begeleiding bij het leren van de taal.

Volgens vicepresident Rainer Wieland van het Europese Parlement is het Erasmus-programma tot nu toe geslaagd. Het succes, het groeiende Europese gevoel en het dertigjarig bestaan zijn allemaal redenen om het uitwisselingsprogramma snel uit te breiden.

Waar tot nu toe 1,9 miljoen Europese studenten gebruik hebben gemaakt van Erasmus moeten daar tussen nu en 2020 nog eens 4 miljoen bijkomen, aldus Jens Nymand Christensen, onderdirecteur Educatie en Cultuur bij de Europese Commissie.

De details over de uitbreiding van het Erasmus-programma worden besproken tijdens de Europese Jeugddagen in het Europees Parlement. Tijdens deze dagen komen jongeren uit alle lidstaten bijeen om meer te leren over de Europese Unie. Een paar duizend jongeren zijn 20 en 21 mei naar Straatsburg gekomen om te discussiëren, te luisteren en mee te denken over onderwerpen als migratie, een mogelijke Brexit en dus het Erasmus-programma.

Erasmus-budget verhoogd

Om de uitbreiding te bewerkstelligen is er volgens Christensen geld nodig. Daarom heeft het Europees Parlement sinds 2014 het budget voor Erasmus met 40 procent verhoogd. Dat is een verhoging van iets meer dan 10 miljard euro naar 14,7 miljard euro in twee jaar en dit budget gaat nog verder omhoog.

Tot nu toe zijn het vooral studenten in het hoger onderwijs die op een Erasmus-uitwisseling gaan. Maar vicepresident Wieland wil dat dit uitgebreid wordt naar lagere onderwijsniveaus. "Het is juist van belang dat een toekomstige timmerman ook ervaringen uitwisselt met een andere cultuur. De lager opgeleiden komen na hun studie ook minder vaak in aanraking met het buitenland en zijn sneller geneigd om er een eurosceptische mening op na te houden."

DSCN0385

Jens Nymand Christensen in debat met jonge Europeanen.

Erasmus kan er zo voor zorgen dat de xenofobie in delen van Europa afneemt en dat meer mensen begrip krijgen voor de Europese Unie. De Erasmusstudenten kunnen de Europese idealen weer verspreiden onder vrienden en familie.

Toch kan studeren in het buitenland ook anders uitpakken. "Soms zie je dat Erasmus-studenten juist door een uitwisseling tot de conclusie komen dat sommige culturen niet bij elkaar horen en er dus anti-Europees van worden", aldus Wieland. "Dat is precies het tegenovergestelde van wat we willen bereiken."

Uitwisseling op cv

Het Europese Parlement wil Erasmus actiever promoten. "We willen het nog net niet verplicht stellen", zegt Wieland, "maar we willen wel dat in de toekomst elke jonge Europeaan in ieder geval het aanbod heeft gehad om mee te doen aan een Erasmus traject."

"Er zitten miljoenen jongeren in bijvoorbeeld Spanje en Griekenland zonder baan en toekomstperspectief. Als die op hun cv een semester in het buitenland hebben staan, komen ze sneller aan een baan", aldus Christensen, waarbij hij voor het gemak even vergeet dat die banen er natuurlijk wel moeten zijn.

Erasmus na Brexit

Vicepresident Wieland heeft zelf tijdens zijn studie geen uitwisseling gedaan. "Dat vind ik jammer. Als ik alle verhalen hoor dan lijkt het mij de ervaring van je leven. Ik had graag een Europese component aan mijn studie toegevoegd en mijn horizon verbreed. Helaas was het voor een rechtenstudent in West-Duitsland heel lastig om een uitwisseling te doen."

Ook een Britse student achter in de zaal is bang dat hij nooit de kans krijgt om een Erasmus-uitwisseling te doen. In zijn geval niet omdat hij een verkeerde studie doet, maar omdat zijn land na het geplande Brexit-referendum op 23 juni misschien de Europese Unie gaat verlaten.

Jonge Britten maken zich zorgen over de toekomst van Erasmus in hun land.

Jonge Britten maken zich zorgen over de toekomst van Erasmus in hun land.

De vicepresident wordt ongemakkelijk van dit onderwerp. "Als er een Brexit komt, duurt het nog minimaal twee jaar voordat Groot-Brittannië volledig de Europese Unie heeft verlaten. In die tijd laten we natuurlijk de Britse studenten hun Erasmus-programma afmaken."

"Daarna krijgt Groot-Brittannië een andere positie, ook binnen het Erasmus-programma. Natuurlijk valt het land niet terug naar een relatie zoals we die hebben met Moldavië en Marokko, waaruit slechts een handjevol studenten in Europa mogen studeren. De kans is groot dat er een akkoord komt zoals met Zwitserland, met bepaalde privileges voor Britse studenten. Maar zeker is dat niet."

Erasmusbaby's

Christensen probeert het gesprek daarna op een luchtiger onderwerp te brengen. "Het Erasmus-project lost ook Europa's demografische problemen op. Aangezien er volgens onze cijfers de afgelopen dertig jaar al meer dan 200.000 Erasmusbaby's geboren zijn", zegt hij, doelend op baby's die voortkomen uit relaties die zijn ontstaan tijdens een Erasmus-uitwisseling.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl