- De sterke stijging van de energieprijzen voor gas en stroom zorgt in Nederland voor een flinke kloof tussen de Randstad en de rest van het land.
- Als je kijkt naar de verhouding tussen het gemiddelde inkomen in gemeenten en de energiekosten, ligt het deel van het besteedbaar inkomen dat opgaat aan de energierekening buiten de Randstad fors hoger.
- Bekijk wat de zogenoemde ‘energiequote’ is in jouw gemeente op de interactieve kaart.
- Lees ook: Vaste kosten energie in 2023 minstens €300 hoger, ook als je profiteert van prijsplafond voor stroom en gas
De energiecrisis zorgt in Nederland voor een kloof tussen de Randstad en de rest van het land. In gemeenten in de Randstad leggen de kosten van de energierekening gemiddeld genomen een kleiner beslag op het huishoudinkomen dan daarbuiten. Dit heeft te maken met de combinatie van gemiddeld hogere inkomens en kleinere huizen met lagere stookkosten in de Randstad, vergeleken met de rest van het land.
Het beeld van een ongelijke verdeling van de vaste lasten van de energierekening afgezet tegen het besteedbaar inkomen komt naar voren uit een analyse van energiebedrijf Zonneplan op basis van data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
In de onderstaande interactieve grafiek zijn de resultaten weergegeven per gemeente voor de gemiddelde maandelijkse energiekosten als percentage van het besteedbaar inkomen per huishouden, gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van huishoudens. Dit wordt de zogenoemde energiequote genoemd.
Op de kaart van Nederland is duidelijk te zien dat de Randstad veelal groen kleurt en de provincies daarbuiten eerder geel, oranje en rood uitslaan. Dit heeft ermee te maken dat inkomens in stedelijke gebieden in de Randstad gemiddeld genomen hoger liggen dan daarbuiten. Tegelijk zijn woningen in de Randstad gemiddeld genomen kleiner, wat zorgt voor lagere energiekosten per huishouden.
De gemeente met de hoogste energiequote is Pekela in Groningen, waar in doorsnee ruim 28 procent van het besteedbaar inkomen opgaat aan gas en stroom. Ook de Noordelijke gemeenten Westerwolde en De Wolden zitten op een gemiddelde energiequote van 28 procent.
Amsterdam daarentegen heeft de laagste energiequote van Nederland, met net geen 14 procent van het gemiddelde besteedbaar inkomen dat opgaat aan gas en stroom. In Purmerend is de gemiddelde energiequote ook relatief laag met 14,5 procent.
Het stedelijke effect (hoger inkomen, kleinere woningen) is in het Noorden goed te zien bij de stad Groningen, waar de gemiddelde energiequote op 17,2 procent ligt, terwijl dit in de rest van de provincie Groningen fors hoger is.
Rijkere gemeenten hebben vaak ook een wat lagere energiequote. Dit heeft er vooral mee te maken dat het gemiddelde besteedbaar inkomen zo hoog is, dat extra stookkosten van grote huizen alsnog meevallen. In Bloemendaal bijvoorbeeld ligt de gemiddelde energiequote op 16,2 procent, in Wassenaar op 17 procent en in Blaricum op 17,3 procent.