- Benzineprijzen lopen fors op in Europa, net als de prijzen van stroom en gas.
- In het Verenigd Koninkrijk hebben automobilisten het probleem dat ze vaak geen benzine kunnen krijgen, ook al zouden ze er meer voor willen betalen.
- Valuta-expert Joost Derks wijst op de gevolgen van de energiecrisis voor valuta van grote olie- en gaslanden zoals Rusland, Noorwegen en Canada.
ANALYSE – Anderhalf jaar geleden was er in veel Nederlandse supermarkten geen toiletrol meer te krijgen. Uit vrees dat het wc-papier uitverkocht raakte, sloegen veel mensen namelijk enorme voorraden in.
Een vergelijkbare hamsterwoede zorgde er afgelopen week voor dat er bij veel Britse tankstations geen druppel benzine meer te krijgen was. Volgens brancheorganisatie PRA zat maar liefst 50 tot 90 procent van alle tankstations zonder brandstof.
Het tekort heeft niets te maken met de hoge olieprijs. Er zijn in het land simpelweg te weinig vrachtwagenchauffeurs om de benzinestations te bevoorraden. Door strengere regels na de Brexit hebben naar schatting 20.000 buitenlandse chauffeurs ervoor gekozen om terug te keren naar hun thuisland.
Het tekort werd versterkt doordat veel truckers op leeftijd er door de corona-uitbraak voor kozen om met pensioen te gaan, terwijl lockdownmaatregelen het lastig maakten om een groot rijbewijs te halen.
Kleine energieleveranciers vallen om in het VK
De Britse premier Boris Johnson heeft al toegezegd dat er 5.000 tijdelijke visums klaarliggen voor buitenlandse chauffeurs. Hoewel het benzinetekort waarschijnlijk binnen enkele dagen over zijn hoogtepunt heen is, dient het volgende probleem zich alweer aan.
Afgelopen woensdag kondigden aardgasleveranciers Igloo Energy, Enstroga en Symbio hun faillissement aan. Sinds begin augustus zijn al tien nutsbedrijven omgevallen.
De stijgende gasprijzen en het aanbreken van het energie-intensieve winterseizoen maken het voor de overgebleven partijen lastig om zowel hun eigen klanten als die van de verdwenen leveranciers van stroom en aardgas te voorzien. Het ziet ernaar uit dat Britten de komende tijd een stuk meer kwijt zijn aan energiekosten. Dat geld kunnen ze niet aan andere zaken uitgeven, zodat de consumptie- en economische groei mogelijk wat tegenvallen.
Olievaluta’s trekken de aandacht
Op valutamarkten heeft het Britse pond de afgelopen dragen wat terrein verloren ten opzicht van de euro en vooral de dollar. De kans is groot dat vooral de olievaluta’s voorlopig de aandacht trekken.
Op 4 oktober komen de OPEC-landen samen om te praten over mogelijke productiebeperkingen. Hoewel een vat Brent olie onlangs voor het eerst in drie jaar weer werd verhandeld voor meer dan 80 dollar, is de kans groot dat de productie niet wordt verhoogd.
Veel olieproducerende landen voelen er weinig voor om de productie nu al op te schroeven en daarmee het risico te lopen dat de prijs straks weer keldert.
De afgelopen dagen zat er nog opvallend weinig beweging in olievaluta’s, zoals de Canadese dollar, Noorse kroon en Russische roebel. Maar daar komt mogelijk verandering in tijdens rond de OPEC-bijeenkomst.
Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld.