Uit een onderzoek van
de Bank of International Settlements (BIS) blijkt dat de omvang van de
handel in valuta de afgelopen drie jaar met maar liefst 20 procent is
toegenomen. In april van dit jaar werd er gemiddeld voor 4.000 miljard
dollar per dag verhandeld.

De toename van de handel komt volgens BIS deels doordat valutahandel niet
langer het domein is van de banken. Hedgefondsen houden zich ook steeds op
grote schaal met valutahandel bezig. De reden: de lucratieve ‘carry trade’.

Carry trade
Door middel van carry trade maken beleggers, en dus ook hedgefondsen,
gebruik van verschillen in rentestanden tussen landen. Je leent geld in een
land met een lage rente, en zet dat geld vervolgens weg in een land met een
hoger rentepercentage. In principe zou je zo slapend rijk kunnen worden. Het
verschil tussen het hoge en het lage rentepercentage steek je namelijk in je
eigen zak.

Australische dollar in trek
Australië is bijvoorbeeld een aantrekkelijke bestemming voor beleggers die
door middel van carry trade geld willen verdienen. Beleggers lenen
Amerikaanse dollars, in de VS is het geld immers zo goed als gratis, om het
‘Down under’ voor een rentepercentage
van
4,5 procent weg te zetten. Tel uit je winst!

Dat de Australische dollar gewild is, wordt tevens ondersteund door het
BIS-rapport. Samen met de Canadese dollar wordt de Australische dollar door
de onderzoekers genoemd als een munt waarin fors meer gehandeld wordt dan je
op grond van de omvang van de Australische economie zou mogen verwachten.

Riskant
Aan carry trades kleven echter ook het risico's. Er is bijvoorbeeld
een risico van het creëen van zeepbellen in landen waar het geld naartoe
stroomt.

Het nare van bubbels is dat ze uiteindelijk uit elkaar klappen. Gevolg:
instortende beurzen en enorme onevenwichtigheden op de valutamarkten. Dat is
vervelend voor het land dat veel geld 'ontving' zoals IJsland voor 2007.
Beleggers wilden in 2008 snel van hun IJslandse kronen af. Gevolg: de kroon
stortte in en IJsland werd in een paar dagen tijd stukken armer.

Maar ook voor het land waar geleend wordt, kan een carry trade
destabiliserend werken. Japan, een land dat vanwege de extreem lage rente
een favoriete carry trade munt was, had bijvoorbeeld flink last van
de duurdere yen die als gevolg van de ineenstortende Amerikaanse
aandelenbeurzen omhoog spoot.

Hoe ging dat in zijn werk? Beleggers hadden voor het uitbreken van de
kredietcrisis geld geleend in Japan waarmee ze, onder andere, in Amerika
investeerden. Toen ze hun geld vanwege de door de crisis veroorzaakte rente-
en koersdalingen uit Amerika weghaalden, moesten ze hun schuld in Japan
voldoen in yen. De vraag naar yen explodeerde, de koers schoot omhoog, en
Japan zag zijn exportpositie bedreigd.

Algos
Bovendien is er nog een andere zorgelijke ontwikkeling te bespeuren op de
valutamarkten. Onder de groep “andere financiële instellingen” bevinden zich
namelijk ook ze zogenaamde algo's. Algo's zijn fondsen die op basis
van ingewikkelde algoritmes handelen.

Met behulp van zo'n algoritme berekent een dergelijk fonds of het
aantrekkelijk is om een bepaalde munt te kopen omdat verwacht wordt dat deze
in waarde zal stijgen. Vervolgens sluit de computer zonder tussenkomt van
een handelaar zelf een deal.

Bij de handel in aandelen en opties is het al langer gebruikelijk om op deze
manier via de computer te handelen. De opmars van de computer in de
aandelenhandel wordt onder meer beschreven in het Z24 artikel De
snelste beursbink is een computer
. Voor de valutahandel is het fenomeen
echter relatief nieuw.

Veel en snel
Met minieme koersverschillen op de valutamarkt kunnen algos goed geld
verdienen, en dat doen ze dan ook. Een kenmerk van algo's is dat ze veel,
snel en in enorme hoeveelheden handelen. De marges zijn immers niet zo
groot, dus moet je het van omzet hebben. Dat de toename van de handel op
basis van algoritmes een rol heeft gespeeld bij de toenemende omvang van de
valutahandel, lijkt dus ook een plausibele verklaring schrijft de Financial
Times
.

Sneeuwbaleffect
De zorg die critici hebben over het handelen van de 'digitale beursbink' is
dat hierdoor een (relatief) klein foutje kan uitgroeien tot een ware
beurskrach. En dat is helemaal geen denkbeeldige gebeurtenis.

In mei 2010 gaf een (menselijke) handelaar per ongeluk een verkeerde
verkooporder in voor de aandelen Procter & Gamble en 3M. De handelaar
zou, zo gaat het verhaal, per ongeluk voor 16 miljard dollar aandelen hebben
verkocht in plaats van 16 miljoen.

Zo'n tikfout zou snel ontdekt moeten worden. Maar omdat de handel grotendeels
door computermodellen gedomineerd wordt, reageerden andere beleggers hierop
door ook massaal aandelen te drossen. Gevolg: de Amerikaanse Dow-Jones Index
daalde scherp en verloor in een paar uur maar liefst 999 punten.

Door het toenemend gebruik van computermodellen voor valutahandel zijn er
mensen die vrezen voor dergelijke incidenten op de valutamarkten. Terecht?
Misschien.

Shockproof?
Gelukkig zijn de valutamarkten in vaktermen diep en liquide.
Omdat er een stuk minder verschillende munten in omloop zijn dan aandelen,
zijn de volumes een stuk groter.

Bovendien is de frequentie waarmee er in vreemde valuta gehandeld wordt een
stuk hoger dan bij aandelen. Hierdoor zijn valutamarkten, zeker voor de
populaire paren zoals de euro/dollar, een stuk minder gevoelig voor
schokken. Maar wanneer algoritmes de handel in valuta echt gaan domineren,
kunnen ze voor flinke schokken zorgen in de toekomst. In hoeverre de
wereldwijde valutamarkten helemaal shockproof zijn, zal de toekomst moeten
uitwijzen.

Lees ook:

Hoe
kan ik speculeren op de valutamarkt?

Carry
trade: een gevaarlijk spelletje

Brazilië
probeert dollars te weren

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl