Philips splitst zichzelf op in twee bedrijven. Die behouden voorlopig allebei het Philips-merk, maar gaan als aparte juridische eenheden met een eigen bestuursstructuur fungeren. Het einde van het klassieke technologieconcern is hiermee een feit.
Concreet wil Van Houten aan de ene kant een bedrijf neerzetten dat zich concentreert op licht, de bakermat van het elektronicaconcern dat in 1891 werd opgericht. De tweede poot combineert de activiteiten voor medische apparatuur en consumentenproducten onder het kopje ‘HealthTech’.
De opdeling gaat naar verwachting twaalf tot achttien maanden in beslag nemen. “Ik ben me bewust van het gewicht van de beslissing die we nemen, maar de tijd is rijp om de volgende stap te nemen voor Philips, in de voortgang van onze transformatie”, gaf Van Houten aan in een toelichting.
Splitsing Philips
De beslissing van het management is feitelijk het eindstadium van een proces waarbij Philips zichzelf telkens kleiner heeft gemaakt. In de jaren 1980 was Philips nog een conglomeraat met diverse activiteiten. Onder druk van de behoefte om de winstgevendheid te verhogen hebben opeenvolgende topmannen – van Jan Timmer en Cor Boonstra tot Gerard Kleisterlee – telkens minder renderende onderdelen afgestoten.
Het is de top van Philips in de afgelopen twee decennia echter niet gelukt om met bedrijfsonderdelen die overbleven zelfstandig groei te boeken, op basis van eigen innovatiekracht. Bij de opkomst van grote nieuwe markten zoals die voor mobiele telefonie en laptops heeft Philips de boot gemist.
Philips gaat het splitsingsproces in de loop van 2015 verder uitwerken. De splitsing levert volgens het bedrijf 100 miljoen euro aan extra kostenbesparingen op in 2015 en 200 miljoen euro in 2016.
Voor de korte termijn rekent Philips in de tweede helft van dit jaar op een geschoonde bedrijfswinst die iets onder het niveau van de tweede helft van 2013 ligt. Voor 2016 rekent Philips op een vergelijkbare omzetgroei van vier tot zes procent, een operationele winstmarge van 11 tot 12 procent en een rendement op het vermogen van 12 procent.
Philips in de etalage?
De opsplitsing maakt van de twee overblijvende delen van Philips hapklare brokken voor fusies en overnames met buitenlandse partijen. De divisies voor medische apparatuur en consumentenproducten boekten in het jaar 2013 respectievelijk een omzet van 9,6 miljard euro en 4,6 miljard euro. Samen is dat ruim 14 miljard euro.
Twee andere belangrijke spelers bij medische apparaten zijn het Amerikaanse conglomeraat General Electric (GE) en diens Duitse tegenhanger Siemens. De medische tak van GE zette in 2013 18, 2 miljard dollar om, omgerekend ongeveer 14 miljard euro. Dat is dus vergelijkbaar met Philips. En ook Siemens zat in het fiscale jaar 2013 op een vergelijkbaar niveau met een omzet uit de medische tak van 13,6 miljard euro.
Philips's divisie voor licht zette afgelopen jaar 8,4 miljard euro om. Dat maakt de lichttak nog net iets groter dan die van het Duitse Osram. In het jaar 2013 splitste Siemens zijn lichttak Osram af. Osram zette in de twaalf maanden tot medio 2014 ruim 5 miljard euro om.
Belangrijkste tegenhanger op dit gebied is de lichttak van het Amerikaanse General Electric, die onder divisie 'Appliances & Lightning' valt. Dit onderdeel van GE zette in 2013 8,3 miljard dollar om, omgerekend zo'n 6,5 miljard euro.
Lees ook
Herwin Thole: hoe Philips zichzelf de das omdoet
Opdeling Philips 'verraad' tegenover werknemers, volgens FNV
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl