• Huiseigenaren die vóór 2001 een aflossingsvrije hypotheek afsloten, krijgen in 2031 te maken met het einde van de hypotheekrenteaftrek.
  • Dit kan zorgen voor een (forse) stijging van de maandlasten, wat helemaal zuur is als je bijvoorbeeld ook een lager pensioeninkomen krijgt.
  • Er zijn wel maatregelen die je kunt nemen, zoals extra aflossen of sparen.
  • Lees ook: Extra aflossen op je hypotheek? 6 dingen om op te letten

In 2031 stopt de hypotheekrenteaftrek voor aflossingsvrije hypotheken die vóór 2001 zijn afgesloten. Huiseigenaren kunnen dan te maken krijgen met een forse verhoging van de maandlasten.

Aflossingsvrije hypotheken moet je uiteindelijk wel aflossen. Gedurende de looptijd betaal je weliswaar alleen rente en geen aflossing, maar uiteindelijk los je de hele schuld in één keer af. Bijvoorbeeld met de opbrengst uit verkoop van de woning, spaargeld of een nieuwe hypotheek.

Dit in tegenstelling tot lineaire of annuïtaire hypotheken, die je geleidelijk binnen 30 jaar aflost, omdat de maandlasten uit een deel aflossing en een deel rente bestaan. Daarmee is de aflossingsvrije hypotheek risicovoller en dat was bijvoorbeeld zichtbaar tijdens de vorige economische crisis.

Veel huiseigenaren hadden een woning die ‘onder water’ stond, wat betekende dat hun hypotheek groter was dan de woningwaarde. Vaak ging het dan om een aflossingsvrije hypotheek.

De regels rond een aflossingsvrije hypotheek zijn een paar keer veranderd. In 2001 werd bepaald dat de hypotheekrenteaftrek maximaal 30 jaar mag duren. En sinds 2013 heb je helemaal geen recht meer op hypotheekrenteaftrek, als je een nieuwe aflossingsvrije hypotheek afsluit.

Huiseigenaren die vóór 2013 een aflossingsvrije hypotheek afsloten, hebben dus nog wel recht hypotheekrenteaftrek. Maar voor degenen die dit vóór 2001 deden, vervalt dit fiscale voordeel op 1 januari 2031. Dit is dus vooral een probleem als je een aflossingsvrije hypotheek na 30 jaar nog wilt voortzetten.

Dit gebeurt er met je maandlasten bij wegvallen hypotheekrenteaftrek

Financieel intermediair Van Bruggen Adviesgroep legt in zijn nieuwsbrief van deze week uit wat dat kan betekenen voor de maandlasten, als je bijvoorbeeld een aflossingsvrije hypotheek van 240.000 euro zou hebben tegen 4,4 procent rente.

De bruto maandlast - dus zonder de fiscale hypotheekrenteaftrek- bedraagt dan 880 euro. De netto maandlast, met 37 procent hypotheekrenteaftrek, komt uit op 554 euro. Als de aftrek in 2031 vervalt, stijgt de maandlast dus naar 880 euro. Een toename van 326 euro, als we geen rekening houden met het eigenwoningforfait.

Hoe hoger de aflossingsvrije hypotheek, hoe groter de impact op de maandlasten. En dan zijn er volgens Van Bruggen Adviesgroep omstandigheden die de situatie kunnen verslechteren. We noemen ze hieronder:

1. Einde van de rentevaste periode

Voor alle hypotheken geldt dat deze zijn afgesloten voor een bepaalde rentevaste periode. Loopt deze af, dan moet de rente opnieuw vast gezet worden. Had je de hypotheekrente op een laag niveau vastgezet en is de actuele rente hoger, dan krijg ook daardoor te maken met hogere maandlasten. Dit is helemaal zuur als dat samenvalt met het einde van de hypotheekrenteaftrek.

2. Lager pensioeninkomen

Huiseigenaren die hun aflossingsvrije hypotheek vóór 2001 hebben afgesloten en bij wie de hypotheekrenteaftrek in 2031 vervalt, zijn niet de jongste meer. Als de pensioenleeftijd in zicht is, moet je rekening houden met een lager inkomen. Immers, de AOW en de pensioenuitkering van de werkgever zijn samen vaak lager dan het inkomen uit werk. Dat komt slecht uit als de maandlasten stijgen door het einde van de hypotheekrenteaftrek.

Natuurlijk zal bovenstaande niet voor iedereen een probleem zijn. Misschien is de aflossingsvrije hypotheek niet zo groot en stijgen de maandlasten niet heel veel. Mogelijk kun je een stijging van de maandlasten ook vrij makkelijk dragen.

Volgens Van Bruggen Adviesgroep is er voor de meeste huiseigenaren geen probleem. Omdat velen al een groot deel van de hypotheek al hebben afgelost en het einde van de renteaftrek relatief makkelijk kunnen opvangen. Hieronder een voorbeeld:

Een stel van 60 jaar heeft een aflossingsvrije hypotheek van 75.000 euro tegen 2,5 procent rente. Hun bruto maandlasten bedragen 156 euro per maand. De netto maandlasten na hypotheekrenteaftrek komen uit op 98 euro (eigenwoningforfait niet meegerekend). Het verschil van 58 euro per maand is voor hen goed betaalbaar. Zeker als je dit vergelijkt met de gemiddeld huurprijzen,

Maar is jouw situatie minder florissant, dan is het goed om je hypotheek onder de loep te nemen. Wellicht dat je kunt bijsturen voordat je te maken krijgt met de hogere maandlasten. We noemen een aantal maatregelen die je zou kunnen nemen:

1. Extra aflossen

Je zou er voor kunnen kiezen om aflossingen te doen op je aflossingsvrije hypotheek. Bij de meeste geldverstrekkers mag je jaarlijks 10 procent boetevrij aflossen. Vaak mag het ook een hoger percentage zijn. Uiteraard moet je hier wel de middelen voor hebben. En als je die hebt, zorg er dan voor dat je niet al je geld in stenen stopt en een buffer achter de hand houdt voor onvoorziene omstandigheden.

2. Hypotheekrente lang vastzetten

Als de rentevaste periode afloopt, kun je ervoor kiezen de rente lang vast te zetten. Op die manier heb je zekerheid over de maandlasten in 2031, als de hypotheekrenteaftrek afloopt. Dit kan echter ook betekenen dat je een lagere rente misloopt. Maar als de actuele rente voor jou op een acceptabel niveau ligt op het moment dat de rentevaste periode afloopt, dan is dit een optie.

3. Sparen

Wellicht heb je ruimte om te sparen, zodat je in 2031 een buffer hebt om de hogere maandlasten op te vangen.

4. Kleiner wonen

Of je verhuist naar een kleinere en goedkopere woning, waarvoor je een minder grote hypotheek nodig hebt met lagere maandlasten.

LEES OOK: Extra aflossen op je hypotheek? 6 dingen om op te letten