De komende jaren verandert er veel rond de fiscale behandeling van de eigen woning. Dat heeft gevolgen voor de hypotheekrenteaftrek, maar ook voor het eigenwoningforfait waar huiseigenaren mee te maken hebben. Volgens financieel intermediair Van Bruggen Adviesgroep lijkt het kabinet Rutte 3 zich hierbij niet aan z’n woord te houden met de aanpassingen voor hogere inkomens.
De hervorming van het belastingstelsel in box 1 zorgt ervoor dat er aan een hoop knoppen tegelijk wordt gedraaid. Vanaf 2020 heb je qua inkomstenbelasting nog maar met twee verschillende percentages te maken (nu zijn dat er nog drie).
Verdien je in 2020 tussen de 20.711 euro en 68.507 euro, dan betaal je niet meer 38,1 procent maar 37,35 procent inkomstenbelasting. Boven de 68.507 euro betaal je in 2020 49,5 procent belasting, waar dat nu nog 51,75 procent is.
Tegelijk met deze aanpassingen van de belastingtarieven gebeurt er ook het nodige met de hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait.
Tarief maximale hypotheekrenteaftrek omlaag
Het belastingtarief in de hoogste belastingschijf, dat start bij een inkomen boven de 68.507 euro, wordt volgend jaar 49,5 procent. Tegelijk daalt het maximale aftrekpercentage voor de eigen woning. Dat gaat van 49 procent dit jaar naar 46 procent in 2020.
De zogenoemde aftrekbare kosten voor de eigen woning bestaan uit het saldo van het eigenwoningforfait en de aftrekbare hypotheekrente. Voor huiseigenaren met een hypotheek levert dit doorgaans een aftrekpost op, omdat het eigenwoningforfait lager is dan de aftrekbare hypotheekrente.
Het tarief voor het eigenwoningforfait wordt bij woningen met een woz-waarde tussen de 75.000 euro en 1,06 miljoen euro 0,6 procent. Dat is iets lager dan het tarief van 0,65 procent dat dit jaar geldt.
Lager tarief eigenwoningforfait compenseert onvoldoende
Hoewel het tarief voor het eigenwoningforfait daalt, is dit volgens financieel intermediair Van Bruggen Adviesgroep toch een sigaar uit eigen doos. "Vorig jaar beloofde het kabinet om de besparing als gevolg van de versnelde verlaging van de hypotheekrenteaftrek terug te geven door een lager eigenwoningforfait", schrijft Van Bruggen in de nieuwsbrief van deze week.
Hierover stond in de Miljoenennota van afgelopen jaar:
“Het maximale tarief waartegen huizenbezitters kosten mogen aftrekken wordt versneld afgebouwd. De afbouw gaat per 2020 van jaarlijks 0,5 procentpunt naar jaarlijks 3 procentpunt (...). Tegelijkertijd verlaagt het kabinet het eigenwoningforfait als compensatie.”
Dit laatste lijkt niet echt op te gaan, omdat de woz-waarde van woningen die bepalend is voor het eigen woningforfait, zo sterk stijgt dat huiseigenaren per saldo niet minder betalen voor het eigenwoningforfait. Dit kun je als volgt illustreren.
Voor het belastingjaar 2020 gaat als peildatum voor de woz-waarde van huizen gelden 1 januari 2019.
Stel dat iemand met een hoger inkomen een eigen woning heeft met woz-waarde van 535.000 euro in januari 2019. Bij een tarief van 0,6 procent komt de bijtelling voor het eigen woningforfait dan uit op 3.210 euro.
Voor de belastingaangifte van 2019 telt de woz-waarde van 1 januari 2018 mee. De gemiddelde woz-waarde lag begin 2018 bijna 8 procent lager dan begin 2019, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Stel dat de woz-waarde in het hierboven genoemde voorbeeld bijna 8 procent lager was begin 2018, dus 496.000 euro. Afgerekend tegen het iets hoger tarief van 0,65 procent komt dat neer op een bijtelling voor het eigenwoningforfait van 3.224 euro.
De huiseigenaar hoeft door de verlaging van het tarief van het eigenwoningforfait in 2020 dus 14 euro minder bij z'n inkomen op te tellen (wat netto ongeveer de helft scheelt).
Als echter op woning een hypotheek van 350.000 euro zit en de huiseigenaar heeft bijvoorbeeld met zijn partner een inkomen van meer dan 68.507 euro, dan hakt de beperking van de hypotheekrenteaftrek er veel zwaarder in.
Bij een hypotheekrente van 2 procent zorgt de beperking van de maximale hypotheekrenteaftrek (van 49 procent naar 46 procent in de hoogste belastingschijf) ervoor dat de huiseigenaar 210 euro per jaar minder kan opvoeren als renteaftrek. Dat is dus fors meer dan het genoemde voordeel door de verlaging van het eigenwoningforfait.