- Starters die hun eerste huis kopen brengen steeds vaker eigen geld mee, een bedrag dat (deels) is geschonken door ouders, meldt ING Research.
- De hoogte van de schenking voor een huis is toegenomen van 40.000 euro in 2018 naar 58.000 euro in 2025.
- Het vermogen van ouders speelt zo een steeds grotere rol op de woningmarkt en heeft een prijsopdrijvend effect, aldus ING Research.
- Lees ook: Zo veel betaal je voor 100 m2 koophuis in het eerste kwartaal van 2025: bekijk de verschillen per regio
Starters die hun eerste huis kopen, krijgen steeds vaker een voet tussen de deur op de woningmarkt. Dit komt onder meer door voormalige huurwoningen die de markt op stromen, een hoger inkomen en eigen geld dat ze inbrengen.
Dat eigen geld betreft steeds vaker een schenking van ouders, blijkt uit een rapport van ING Research, over de steeds grotere rol dat het vermogen van ouders speelt op de woningmarkt. Starters hebben het doorgaans moeilijk op de woningmarkt, omdat ze geen overwaarde hebben, zoals doorstromers die een koopwoning achterlaten, of diepe zakken zoals beleggers.
Starters moeten de woning meestal grotendeels of volledig met een hypotheek financieren, tenzij ze spaargeld hebben of hulp krijgen van familie of vrienden. Naar schatting van makelaarsclub NVM brachten starters in 2024 gemiddeld ongeveer 45.000 euro eigen geld in, schrijven economen van ING Research. In 2020 was dat nog 35.000 euro.
Eigen inbreng komt steeds vaker van ouders

Volgens ING komt een deel van deze eigen inbreng steeds vaker van ouders of schoonouders. In 2024 ontving 31 procent van de starters een schenking van (schoon)ouders, tegen 19 procent in 2021. Ook de hoogte van de schenking is toegenomen van gemiddeld 40.000 euro in 2018 naar 58.000 euro in 2024, zoals de bovenstaande grafieken tonen.
De onderstaande diagram laat zien dat ruim 1 op de 4 starters een ton of meer kreeg. Het gros (69 procent) ontving geen schenking. De belangrijkste reden dat starters geen schenking krijgen, is dat ouders zich dat niet kunnen veroorloven, bleek vorig jaar uit een enquête van ING Consumer Research.

Kopers met schenking bieden hoger, andere kopers volgen
De hogere schenkingen drijven de huizenprijzen op, stellen economen van de bank. Uit onderzoek van de Universiteit Maastricht blijkt dat woningkopers die een schenking ontvangen, significant meer betalen voor hetzelfde huis, vergeleken met andere kopers.
Ook andere kopers zonder schenking verhogen dan hun biedingen, om te kunnen blijven concurreren. Dit prijsopdrijvende effect is het grootst in regio's waar relatief veel kopers schenkingen ontvangen en waar de huizenmarkt al krap is, aldus de onderzoekers.
Omdat de eigen woning een belangrijke manier is om vermogen op te bouwen, onstaat een zelversterkend effect, volgens ING. Vermogen is steeds vaker nodig voor een eigen woning, en de woning creëert vermogen. Dit effect wordt versterkt door de schenkingen van ouders.
Zo speelt het vermogen van ouders een steeds belangrijke rol op de woningmarkt, stelt ING. Eerder waarschuwde De Nederlandsche Bank (DNB) al dat familiehypotheken, waarbij de koper geld leent van een familie of vriend, de huizenprijzen opdrijven.
In 2020 werd voor 1,2 miljard euro aan familiehypotheken afgesloten, dat is meer dan de 700 miljoen euro aan inmiddels afgeschafte 'jubeltonnen' dat in dat jaar werd geschonken.