Waar bijna niemand op had gerekend, is dan toch gebeurd. Donald Trump heeft de Amerikaanse presidentsverkiezingen gewonnen. Nu 92 procent van de stemmen zijn geteld heeft de Republikeinse kandidaat 289 kiesmannen vergaard, ruim voldoende voor een meerderheid in het Amerikaanse Kiescollege.
Kijk je naar de stemverdeling op landelijk niveau, dan doemt een ander beeld op. Trump heeft ongeveer evenveel stemmen gekregen als zijn Democratische rivaal Hillary Clinton: allebei zo’n 59 miljoen.
De verkiezingsoverwinning van Trump legt iets diepers bloot: het gaat niet zozeer om de verdeling tussen links en rechts, maar veel meer tussen oud en jong, hoogopgeleid en laagopgeleid.
Diezelfde kloof is ook zichtbaar in Europa, en Nederland in het bijzonder. Kijk maar mee.
Op de uitslagenkaart van de Amerikaanse verkiezingen kleuren zoals gebruikelijk de oost- en westkust Democratisch blauw. De progressieve aanhang van Clinton woont veelal in grote steden als New York en Los Angeles. Trump moet het hebben van het Amerikaanse platteland en het conservatieve zuiden.
Volgens exitpolls van nieuwszender CNN stemden mensen onder de 40 in meerderheid op Clinton. Trumps aanhang zit vooral bij stemgerechtigden boven de 40. Eenzelfde verdeling is te zien bij opleidingsniveau: hogeropgeleiden stemmen grotendeels op Clinton, lageropgeleiden vaker op Trump.
Diezelfde kloof is in Nederland en Europa al een tijdje zichtbaar. Tijdens het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne, bijvoorbeeld, stemden hoogopgeleiden grotendeels vóór het verdrag, terwijl laagopgeleiden juist overwegend tégen stemden. Onderzoeker Josse de Voogd maakte destijds een kaart waarin de kloof goed zichtbaar werd.
Een stukje geografische duiding van de uitslag. #geografie #rf16 Green belts, civil belts, rustbelts, suburbs, etc. pic.twitter.com/YVOynmKGTW
— Josse de Voogd (@Jossedevoogd) 6 April 2016
In steden met veel hoogopgeleiden werd vóór gestemd, in gebieden met veel lager opgeleiden (Limburg en Rotterdam, bijvoorbeeld) juist tegen.
Onderzoeker Peter Kanne verklaarde destijds tegen Trouw dat er hier niet volgens de traditionele linkse en rechtse scheidslijnen werd gestemd. VVD’ers stemmen overwegend vóór, PVV’ers juist tegen. Ook SP’ers waren overwegend tegen het verdrag.
Dat beeld wordt onderstreept door een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), die in 2014 een rapport publiceerden. De twee instanties schreven over een “ongemakkelijke tegenstelling tussen lager- en hogeropgeleiden”:
"In Nederland bestaat een sociaal-culturele tegenstelling tussen lager- en hogeropgeleiden. Deze komt politiek tot uiting in sterk verschillende meningen over gevoelige onderwerpen als migranten, de EU en politiek in het algemeen. De tegenstelling uit zich ook in sociale afstand. Zo leven beide groepen in gescheiden sociale netwerken en verschillen zij in culturele smaak."
In Groot-Brittannië was zo'n zelfde verdeling te zien bij het Brexit-referendum. In de grote steden (Londen, Liverpool, etc.) en universiteitssteden (Cambridge, Brighton) werd tégen de Brexit gestemd, in de landelijke gebieden juist vóór.
Bovendien werd het duidelijk dat jongeren heel anders stemden dan ouderen, net als in de Verenigde Staten.
In Nederland is er in veel mindere mate sprake van een kloof tussen generaties.
Er is wel een kloof tussen ouderen en jongeren in Nederland, maar die verschillen spelen vooral op economisch vlak, en in veel mindere mate op ideologisch vlak, bleek uit een raming die het CPB eerder dit jaar publiceerde.
Toch roept de diepte van de tweedeling in Nederland ook vragen op voor de komende Tweede Kamer-verkiezingen van maart 2017. De overwinning van Trump vormt, na het Brexit-referendum, het tweede grote voorbeeld waarbij de mobilisatie van kiezers die hun heil zoeken buiten de traditionele, gevestigde partijen, tot opmerkelijke uitslagen leidt.
Natuurlijk, Nederland is een klassiek coalitieland en de kans dat één partij meer dan 75 zetels haalt in de Tweede Kamer is extreem klein. Maar als Donald Trump president van de Verenigde Staten kan worden, lijkt het onverstandig om de mogelijkheid van premier Wilders bij voorbaat als een fabeltje af te doen.