De slotfase van het gevecht om ABN Amro is ongekend spannend. Het bankentrio
moet nog goedkeuring krijgen van minister Wouter Bos van Financiën om zijn
bod van 71 miljard euro door te zetten. Maar afgezien daarvan is het vooral
de onrust op financiële markten die voor verrassingen kan zorgen. Begin
oktober lopen zowel de biedingen van het consortium als van Barclays af.

De beursdip van augustus versterkte aanvankelijk de positie van het
trio, dat meer contanten biedt dan Barclays. Maar als de problemen op
kredietmarkten de komende weken escaleren, zitten Royal bank of Scotland,
Fortis en Santander in de maag met een miljardenbod dat moeilijk te
verantwoorden valt. Sterke zenuwen en grote ego’s worden dan minstens zo
belangrijk als koele financiële analyses.

Om met dat laatste te beginnen: in tijden van crisis willen beleggers het
liefst harde contanten. Die biedt het consortium volop. Niet alleen is het
absolute verschil tussen het bod van het bankentrio en dat van Barclays
groot, ongeveer tien miljard euro. Het consortium biedt ook voor het
grootste deel cash. Aandeelhouders van ABN Amro krijgen van het trio per
aandeel liefst 35,60 euro contanten, plus 0,296 aandelen Royal Bank of
Scotland. Barclays betaalt grotendeels met eigen aandelen.

Marktwaarnemers vragen zich inmiddels af of het consortium niet te veel
betaalt voor de grootste bank van Nederland. ABN Amro is volop actief als
verstrekker van ingewikkelde leningen. Als de vraag naar gespecialiseerde
kredieten de komende maanden afneemt, drukt dat de winst van ABN Amro.

Vraag is of het consortium bij tegenvallend nieuws zijn bod kan intrekken of
een lager bod kan uitbrengen. In theorie is dat mogelijk, als het
beursklimaat dramatisch verslechtert. Daar staat echter tegenover dat
speculatieve hedgefondsen die miljarden in ABN Amro hebben gestoken, vrijwel
zeker met kostbare juridische procedures zullen schermen als het bankentrio
terugkrabbelt.

Bij dit alles moet een ander fenomeen dat minder makkelijk in
cijfertjes te vatten valt, niet worden onderschat: het ego van bankbazen.

ABN Amro-topman Rijkman Groenink, zelf ook geen toonbeeld van bescheidenheid,
kan zijn borst nat maken.

Groenink heeft Sir Fred Goodwin van Royal Bank of Scotland en Emilio Botin van
Santander dit jaar flink tegen het zere been geschopt. Afgelopen juli bleek
uit het biedingsbericht van het bankentrio dat Goodwin in oktober 2006 al
contact heeft gezocht met Groenink. Op 9 januari 2007 ontmoetten ze elkaar
op verzoek van Goodwin om te spreken over fusiemogelijkheden. Tussen januari
en maart toonde Botin van Santander interesse voor ABN Amro's Braziliaanse
dochter Banco Real.

Groenink heeft deze avances uiteindelijk afgewezen. Hij stortte zich
eerst op een deal met ING en koos, toen dat mislukte, voor Barclays. Daarmee
schoffeerde hij Botin en Goodwin, de koning van de Spaanse bankwereld en een
schot die in het jaar 2000 een huzarenstukje uithaalde. Goodwin slokte zijn
Britse rivaal Natwest op, een bank die destijds drie maal zo groot was als
Royal Bank of Scotland.

Voeg daarbij graaf Maurice Lippens. De president-commissaris van Fortis zorgde
er in 1998 persoonlijk voor dat een als hooghartig ervaren bod van ABN Amro
op de Belgische rechtsvoorganger van Fortis mislukte.

Een Spaanse macho, een koppige Schot en een gekrenkte Belgische graaf.
Dat kan belangrijker zijn voor het lot van ABN Amro dan de scherpste
financiële analyse.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl