Een misverstand over gevangenen zou een rol spelen in de huidige valutacrisis in Turkije.
De Amerikaanse en Turkse presidenten Donald Trump en Recep Tayyip Erdogan spraken elkaar bij de NAVO-top vorige maand over twee gevangenen, maar Trump zou zijn collega verkeerd begrepen hebben.
De eerste gedetineerde is de Turkse Ebru Özkan, die tot voor kort in een Israëlische gevangenis zat op verdenking van banden met de Palestijnse organisatie Hamas – die op de terreurlijst van de VS en EU staat.
Ten tweede draait het om Andrew Brunson, een Amerikaanse dominee die al decennia in Turkije woont. Hij werd na de verijdelde staatsgreep van 2016 door de regering van Erdogan vastgezet.
Toen de NAVO vorige maand in Brussel bijeenkwam, waren Trump en Erdogan beiden aanwezig als staatshoofden van lidstaten. In de schaduw van de top ontmoetten de twee elkaar met enkel een vertaler present.
Een persoon met kennis van het overleg vertelt tegen The Guardian dat er mogelijk een misverstand is ontstaan. "Erdogan vroeg Trump om hulp rond de gevangen vrouw in Israël. (...) Trump zei daarop dat hij eerst 'progressie wilde rondom de dominee'. Erdogan antwoordde met 'oké', waarmee bij bedoelde dat Turkije daaraan werkt."
Trump dacht mogelijk dat die 'oké' van de Turkse president betekende dat Brunson acuut vrij zou komen. "Hij zag een proces aan voor een overeenkomst", aldus de anonieme bron.
Een dag later liet Israël inderdaad Özkan vrij, maar Turkije verplaatste Brunson slechts van de gevangenis naar huisarrest. De evangelische dominee is belangrijk, omdat Trumps achterban voor een deel bestaat uit zeer gelovige Amerikanen. Zijn vicepresident Mike Pence is eveneens streng gelovig.
Brunson werd vervolgens als hoofdreden genoemd voor de sancties die Washington afkondigde tegen Turkije, waarna de nationale munt van het land in een vrije val raakte. Pence speelde daar een belangrijke rol in.
"Pence verprutste het, omdat hij met zijn hoofd al bij de mid-termverkiezingen is", aldus de bron tegen de Britse krant. Die verkiezingen komen dit najaar en zijn belangrijk voor de regering-Trump, omdat de Republikeinse meerderheid in het Congres op het spel staat.
Erdogan weigert de rente te verhogen
Brunson zit overigens vast sinds oktober 2016, drie maanden na de verijdelde staatsgreep in 2016 in Turkije. Hij zou Koerdische onafhankelijkheidsbeweging steunen en ook de zogenoemde Gülen-beweging.
President Erdogan beschuldigt de geestelijke Fetullah Gülen van het opstoken van die coup. Gülen is een voormalige bondgenoot van Erdogan maar vluchtte naar de VS en woont tegenwoordig in Pennsylvania. Erdogan probeerde recent nog om de twee tegen elkaar uit te ruilen, maar VS gaat daar niet mee akkoord.
Zodra bleek dat Turkije Brunson niet zou vrijlaten, besloot Trump om handelssancties af te kondigen tegen zijn NAVO-bondgenoot.
Maandag nog liet de Turkse regering weten dat Brunson niet vrij komt, terwijl Erdogan volhoudt dat zijn ongewone aanpak van de economie voldoende tegenwicht kan bieden tegen de importheffingen die Amerikaanse bedrijven moeten betalen voor Turks staal en aluminium. Turkijes munt, de lira, kelderde al meer dan 45 procent ten opzichte van de dollar, een klein opleving op maandag ten spijt.
Erdogan weigert om de rente die banken aan elkaar en bedrijven moeten berekenen te verhogen, ondanks dat de inflatie hard oploopt. Een hogere rente maakt lenen duurder en kan de inflatie helpen beteugelen. De Turkse president steekt de schuld van de crisis liever op 'economische terroristen' in de VS die een 'oorlog' tegen zijn land voeren.
Ankara reageerde ook met een eigen sanctie: het gaat elektronica uit de VS boycotten.