Een groep Britse parlementariërs van verschillende partijen wil proberen hun land in de Europese Economische Ruimte (EER) te houden, als buffer voor na de Brexit. Zo’n situatie zou Groot-Brittannië blijvend toegang verschaffen tot de eenheidsmarkt.

Dat meldt The Guardian.

Dat zou een stokje steken voor de plannen van de conservatieve premier Theresa May die liever een zogenoemde harde Brexit ziet. May is van mening dat een vertrek uit de EU automatisch ook een vertrek uit de EER is. Bovendien heeft ze geen behoefte aan een ‘off the shelf’ oplossing voor de Brexit. Met andere woorden: een op maat gemaakte overeenkomst met Brussel is beter dan een al bekend recept.

De EER omvat alle EU-landen plus IJsland, Noorwegen en Liechtenstein. Voor de drie niet-EU-landen verschaft het lidmaatschap hen toegang tot de eenheidsmarkt en de vier Europese basisprincipes rond vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal.

Het Britse Lagerhuis stemt in september over of het Britse EER-lidmaatschap door moet lopen na de Brexit. Drie parlementariërs van Labour – Stephen Kinnock, Chuka Umunna en Heidi Alexander -geloven dat ze genoeg argumenten hebben om een aantal Conservatieven los te weken van de partijlijn en dus te zorgen dat de regering-May alsnog aan de slag moet om in de EER te blijven.

"De EER is een solide en heldere overeenkomst die ons zou toestaan om bij het verlaten van de EU kalm een brug over te wandelen in plaats van een sprong te wagen van een klif", zegt parlementslid Kinnock.

Lang niet alle Conservatieven, niet in May's kabinet, noch in de parlementsbanken, steunen de premier in haar race richting een harde Brexit. Bovendien klampen de Tories zich vast aan tien Noord-Iers parlementariërs voor hun krappe meerderheid van in totaal 13 zetels. Het zou slechts een kleine groep van zeven Conservatieven vergen om de stemming op z'n kop te zetten.

Zachte Brexit

De drie Labour-leden hopen dat daarmee de weg vrij is om de regering te dwingen een zachte Brexit op poten te zetten. Dat is volgens hen beter voor de Britse economie dan een situatie waarin ondernemers en bedrijven niet weten wat hen te wachten staat bij een 'klif' in het geval van de harde Brexit.

De Britten zouden bijvoorbeeld twee of drie jaar langer lid blijven van de EER totdat er een op maat gemaakt en helemaal uitonderhandelde overeenkomst ligt met Brussel en de lidstaten. Minister van Financiën Philip Hammond is voorstander van zo'n aanpak, maar weinig andere ministers delen zijn mening.

Nadelen van een aanblijven in de EER is dat de Britten zouden moeten toezien dat er wetten geschreven worden, waar ze niets meer over te zeggen hebben. En dat ze moeten meewerken aan die vier vrijheden - juist een reden voor Brexit-aanhangers om vóór vertrek te stemmen in het referendum vorig jaar.

Wettelijke kwestie

Daar komt nog een juridisch probleem bij. Want het is niet evident of de twee lidmaatschappen los van elkaar te zien zijn. May acht van wel. Als het Verenigd Koninkrijk in maart 2019 de EU verlaat, is het ook geen deel meer van de EER, vindt zij, want haar land is als EU-lid ook bij de EER. Anderen leggen Artikel 50 en zijn van mening dat Londen een andere, tweede procedure moet volgen om ook van de EER af te komen. Artikel 127 van het EER-verdrag zou daarvoor dienen.