De Amerikaanse tv-presentatrice Katie Couric kreeg het afgelopen weekend een hoop kritiek, vanwege een uitspraak over Nederlanders bij de openingsceremonie van de Olympische Winterspelen.
Toen de Nederlandse ploeg z’n opwachting maakte zei Couric over de dominantie van Nederland bij het schaatsen:
“De schaats is een belangrijk vervoermiddel in een stad als Amsterdam, die onder zeeniveau ligt. Zoals iedereen weet, zijn daar veel grachten die in de winter kunnen bevriezen. De Nederlanders schaatsen al over die grachten zolang ze bestaan: om van de ene plek naar de andere te komen, maar ook om wedstrijdjes te doen en plezier te maken.”
Op Twitter kreeg Couric al snel een hoop reacties op haar romantische voorstelling van zaken. Maar laten we even aannemen dat Nederlanders echt regelmatig naar het werk schaatsen. Hoe efficiënt zou dat zijn?
Het Centraal Bureau van de Statistiek biedt een aanknopingspunt met data over transport en mobiliteit uit 2016.
Schaatsen komt in deze studie niet voor als vervoersmiddel voor woon-werkafstanden. Zo'n 73 procent van de werkkilometers en 46 procent van het aantal reizen komt voor rekening van auto's. Deze data stammen uit 2014. De fiets is goed voor 28 procent van het aantal reizen, maar slechts 9 procent van de afgelegde kilometers.
Maar goed, we hebben hier te maken met een hypothetische vraag. We negeren dus dat schaatsen misschien niet altijd de kortste route biedt om naar je werk te komen en dat grachten en sloten niet de hele winter bevroren zijn.
Gemiddelde woon-werkafstand forenzen
Uit de data van het CBS blijkt dat Nederlanders op werkdagen als forens gemiddeld 24 kilometer per persoon afleggen. De reistijd bedraagt gemiddeld 34 minuten. Afgelopen zondag zette Sven Kramer op de Olympische Spelen op de vijf kilometer een nieuw Olympisch record neer met een tijd van 6.09,76. Dit komt neer op een gemiddelde snelheid van 49,2 kilometer per uur.
Als Kramer die snelheid zou weten vast te houden gedurende 24 kilometer schaatsen naar z'n werk, zou hij daar iets meer dan 29 minuten over doen. Ofwel: Kramer zou met de gemiddelde snelheid die hij op de vijf kilometer haalt behoorlijk sneller zijn (ongeveer 5 minuten) dan de gemiddelde forens.
Op de 10 kilometer is Kramers toptijd 12.38,89, wat neerkomt op een gemiddelde snelheid van 48,43 kilometer per uur. Over 24 km zou hij dan bijna 30 minuten doen met deze snelheid, dus ook nog sneller dan de gemiddelde forens.