Is economische groei eigenlijk wel wenselijk? Die vraag krijgen economen van ING zo regelmatig gesteld, dat de grootbank een onderzoek liet uitvoeren onder een representatieve groep Nederlanders.
Uit de peiling van onderzoeksbureau Kantar blijkt dat de meeste Nederlanders wel degelijk positief denken over economische groei: 58 procent ziet de economie graag groeien, tegenstanders zijn er nauwelijks.
Gevraagd naar de ideale manier om die groei te besteden, blijken Nederlanders veel te geven om publieke zaken als zorg en onderwijs. Nederlanders willen toekomstige groei voor 49 procent besteden aan ‘zaken die goed zijn voor iedereen’.
Economische groei: waar moet het geld naartoe?
De zorg wordt met afstand als belangrijkste publieke zaak genoemd (26 procent), gevolgd door onderwijs (15 procent). Daarna volgen klimaat, veiligheid en wonen (alle 12 procent).
In de onderstaande infographic staan 9 gewenste publieke uitgavenposten op een rij.
De helft van de economische groei mag van de respondenten naar huishoudens. Daarvan wordt dan weer 58 procent direct uitgegeven en 42 procent gespaard.
"Van een consumptiemaatschappij die gericht is op puur de eigen portemonnee lijkt geen sprake, Nederlanders willen groei die ons allemaal vooruit helpt en ook bijdragen aan toekomstige groei en welvaart", concludeert hoofdeconoom Marieke Blom van ING.
Daadwerkelijke bestedingen aan publieke zaken zijn lager
In werkelijkheid werd de afgelopen decennia zo'n 30 procent van de economische groei publiek besteed. Het nationaal inkomen groeide tussen 1996 en 2018 met 125 procent, waarvan 70 procent bij huishoudens terechtkwam.
De zorg krijgt wel, zoals gewenst, de grootste taartpunt binnen de publieke middelen: zelfs 41 procent. Ook staat het onderwijs op de tweede plaats (17 procent).
Groei economie: makkelijker gewenst dan gedaan
Driekwart van Nederland wil een groeitempo van zo’n 1,5 procent per jaar handhaven (57 procent) of daar nog een schepje bovenop doen (18 procent), maar "gezien de huidige lage productiviteitsgroei is dat is makkelijker gewenst dan gedaan", aldus hoofdeconoom Blom.
De wens om veel te sparen helpt daarbij ook niet, zegt Blom: "De hoge spaarzin kan verstandig zijn, maar om een flink groeitempo te handhaven moet dat spaargeld ook omgezet worden in investeringen in groei."
Ondertussen voorspelt het Economisch Bureau van een andere grootbank, ABN Amro, dinsdag dat de groei van de Nederlandse economie zal inzakken in de tweede helft van het jaar. De uitvoer wordt geraakt door de magere uitbreiding van de wereldhandel, terwijl de consumenten te maken hebben met een kleinere stijging van het beschikbaar inkomen dan vorig jaar.
De prognose voor 2019 is wel opgevoerd. Dat komt vooral omdat de stijging van het nationaal inkomen in het tweede kwartaal sterker was dan verwacht. "Alhoewel we weinig groei verwachten in het tweede halfjaar kan per saldo de bbp-stijging op 1,6 procent uitkomen", denken de ABN-economen nu. De oude raming was 1,3 procent.
De groeiverwachting voor Nederland in 2020 is echter verlaagd van 1,1 procent naar 0,9 procent.