Langzaam kantelt het economische beeld voor Nederland van groen richting oranje. Het conjunctuurbeeld is in september opnieuw wat minder gunstig dan een maand eerder. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
In de zogeheten conjunctuurklok van het statistiekbureau, van half september, presteren 9 van de 13 indicatoren beter dan hun langjarige trend. Consumenten zijn negatiever dan in augustus, maar het producentenvertrouwen bleef hetzelfde.
De meest negatieve indicatoren zijn de ontwikkeling van het aantal faillissementen, de groeivertraging van het nationaal inkomen, het vertrouwen van producenten en de industriële productie (rode kwadrant linksonder in de grafiek).
Voor de consumentenbestedingen, het aantal gewerkte uren en de ontwikkelingen van de vacatures staan de seinen nog op groen (kwadrant rechtsboven in de grafiek). Belangrijke vraag is wat er met deze indicatoren gebeurt de komende maanden.
Economie groeit iets minder hard in tweede kwartaal
De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal met 0,4 procent gegroeid ten opzichte van het eerste kwartaal, zo bleek maandag uit een nieuwe berekening van het CBS. Dat is lager dan het eerder gemelde groeicijfer, toen nog sprake was van een groei van het bruto binnenlands product (bbp) met 0,5 procent.
De tweede berekening van het bbp wordt ongeveer 90 dagen na afloop van het kwartaal gepubliceerd. Ten opzichte van de eerste berekening is vooral het handelssaldo naar beneden bijgesteld. De toename in de periode is vooral te danken aan de consumptie door huishoudens en de investeringen in vaste activa.
Ten opzichte van een jaar eerder groeide de economie in het tweede kwartaal met 1,8 procent. Volgens de eerste berekening was dat 2,0 procent. Volgens de tweede berekening steeg het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in het tweede kwartaal met 42.000 ten opzichte van het eerste kwartaal van 2019. De eerste berekening kwam uit op een stijging van 40.000, aldus het statistiekbureau.
Overheid haalt overschot van €14 miljard in eerste helft 2019
De Nederlandse overheid ontving in de eerste helft van 2019 bijna 14 miljard euro meer dan zij uitgaf. Het begrotingsoverschot van de Staat kwam daarmee uit op 1,8 procent van het bruto binnenlands product (bbp), aldus het CBS op basis van nieuwe cijfers over de inkomsten, uitgaven en schulden van de overheid.
De overheidsschuld als percentage van het bbp komt halverwege 2019 uit op 50,9 procent, tegenover 52,4 procent eind 2018. Het gerealiseerde overschot in de eerste helft van 2019 is ruim 2 miljard euro hoger dan het overschot over heel 2018. De miljoenennota gaat uit van een overschot van 10,8 miljard euro voor heel dit jaar, oftewel 1,3 procent van het bbp.
Nederland voldoet daarmee ruimschoots aan de Europese eisen, waarbij het begrotingstekort niet groter mag zijn dan 3 procent van het bbp en de staatsschuld maximaal 60 procent van het bbp mag bedragen.