- De kans is groot dat de economische opleving in de eurozone met tegenwind te maken krijgt in het slotkwartaal van 2021.
- Naar het zich laat aanzien wil de ECB relatief lang wachten met het verhogen van de rente, ondanks de oplopende inflatie.
- De koers van de euro kan zo verder onder druk komen te staan, signaleert valuta-expert Joost Derks.
ANALYSE – De Turkse lira staat op valutamarkten volop in de schijnwerpers. De munt bereikte deze week ten opzichte van de euro het laagste niveau ooit, nadat de centrale bank in Turkije de merkwaardige beslissing nam om de rente te verlagen van 18 naar 16 procent.
Het land kampt met een inflatie van ongeveer 20 procent. Als geld zo snel zijn waarde verliest, zou je juist verwachten dat de centrale bank de rente verhoogt in een poging om de koopkracht van de bevolking te beschermen.
De opvallende renteverlaging onderstreept dat president Recep Tayyip Erdoğan de monetaire koers uitzet. En hij hecht meer waarde aan economische groei dan aan verstandig economisch beleid.
Inmiddels krijg je nog maar 9 eurocent voor een lira. Eind 2018 was dat meer dan 20 eurocent. En vijf jaar eerder zelfs dubbel zoveel.
Maar de lira is niet de enige munt die onder druk staat...
De euro wordt de laatste tijd ook wat minder waard ten opzichte van grote munten zoals de dollar en het pond. Het is maar de vraag of de vergadering van de Europese Centrale Bank (ECB) van volgende week daar verandering in brengt.
Bij de vorige bijeenkomst in september heeft de ECB namelijk veel belangrijke beslissingen vooruit heeft geschoven naar de vergadering in december.
Gasprijs door het dak: inflatie loopt op
Sinds de bijeenkomst van de ECB van afgelopen september is er behoorlijk wat veranderd. Met name de stijging van de aardgasprijs trekt de aandacht. Die speelt een grote rol bij een stijging van de inflatie in de eurozone tot 3,4 procent op jaarbasis: het hoogste niveau in 13 jaar.
Zo neemt de druk toe op de ECB om toe te werken naar een beleidswijziging. Of het echt zo ver komt, hangt voor een groot deel of van de vraag of de Duitse economie op stoom blijft.
De voortekenen zijn niet heel gunstig. Een samenwerking van de belangrijkste economische bureaus in Duitsland heeft vorige week de groeiverwachting voor het lopende jaar verlaagd van 3,7 naar 2,4 procent. De bijstelling vloeit voort uit zorgen over tekorten aan chips en andere onderdelen en over vertragingen in toeleveringsketens. Door die bijstelling kijkt de financiële wereld met spanning uit naar de publicatie van de Duitse Ifo-index komende maandag.
Deze index daalde al van een niveau van 101,8 punen in juni tot 98,8 vorige maand. Als die terugval doorzet, is dat een aanwijzing dat Duitse ondernemers de toekomst minder zonnig inzien. Aangezien Duitsland nog steeds de motor is van de Europese economie, kan de ECB het zich bij een zwakke Ifo-index ondanks de oplopende inflatie niet permitteren om al een voorschot te nemen op een beleidsomslag.
ECB past beleid waarschijnlijk pas laat aan
Bij een onderzoek van Deutsche Bank gaf 46 procent van de ondervraagden aan dat ze verwachten dat de ECB te laat ingrijpt. Dit percentage ligt iets lager bij de Amerikaanse centrale bank (42 procent) en zelfs een flink stuk lager bij de Bank of England (20 procent).
Economen verwachten dat de ECB pas eind 2023 de rente verhoogt. Dan heeft de Federal Reserve er mogelijk al vijf rentestappen opzitten.
Aan de overkant van het Kanaal lijkt de Britse rente zelfs in de eerste helft van volgend jaar al omhoog te gaan.
Europa hobbelt er op rentegebied achteraan en dat wordt weerspiegeld in de koers van de euro. Die heeft dit jaar 5 procent verloren ten opzichte van de dollar en 7 procent in vergelijking met het pond. Zoals het er nu naar uitziet, komt voorlopig geen verandering in de glijvlucht van de euro.
Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld.