- De Europese Centrale Bank heeft de beleidsrente donderdag met een kwart procentpunt verhoogd.
- Dat is een kleinere stap dan de vorige verhoging van een half procentpunt.
- President Christine Lagarde gaf donderdag aan dat de ECB nog niet klaar is met het verhogen van de beleidsrente.
- Lees ook: Gaat de inflatie in de eurozone terug naar 2% en hoelang duurt dat? Dit zeggen 3 economen
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de beleidsrente opnieuw verhoogd in de strijd tegen de hoge inflatie. Dat ging wel minder hard. Er kwam deze keer een kwart procentpunt bij, tegen een half procentpunt de vorige keer. De rente is nu terug op het niveau van 2008, aan het begin van de financiële crisis.
De beleidsbepalers van de centrale bank blijven naar macro-economische cijfers kijken voor volgende rentebesluiten. In een toelichting op het rentebesluit gaf president Christine Lagarde wel aan dat de ECB nog niet klaar is met het verhogen van de beleidsrente. De hoge inflatie blijft een ernstig risico voor de eurozone.
De ECB kondigde ook aan het obligatiebezit op de balans van de centrale bank sterker te gaan afbouwen. Vanaf juli gaat dat met 25 miljard euro per maand, tegen een huidig afbouwtempo van 15 miljard euro per maand. Dit komt in feite neer op een vorm van monetaire verkrapping.
Als obligatieleningen van bedrijven of overheden die de ECB als bezit op de balans heeft staan, worden afgelost, kan de centrale bank ervoor kiezen om de ontvangen euro’s uit de omloop te halen. Op dat moment wordt de geldhoeveelheid in de eurozone verkleind. De balans van de ECB krimpt dan, omdat de obligaties aan de activazijde vervallen en eenzelfde hoeveelheid euro’s aan de passiva zijde verdwijnt.
Met haar waarschuwing dat er nog meer renteverhogingen nodig zijn, gaf Lagarde ook aan dat de ECB een andere koers vaart dan de Federal Reserve. De Amerikaanse centrale bank hintte er woensdag op dat het einde van de verhogingen bereikt is.
Het verhogen van de beleidsrente en het laten krimpen van de balans van de centrale bank hebben beide een verkrappend monetair effect. Het effect is dat de leencondities krapper worden, wat betekent dat lenen voor bedrijven en huishoudens duurder wordt.
De onderstaande grafiek toont de ontwikkeling van de beleidsrente, die uit drie tarieven bestaat: de herfinancieringsrente (refirente), depositorente en de marginale beleningsrente.
De ECB wil met dit beleid de economische vraag afremmen, in de hoop dat dit ook leidt tot minder sterke prijsstijgingen. Tegelijk zijn er nog veel factoren die de inflatie beïnvloeden waar de centrale bank weinig invloed op heeft.
Zo zou de Russische oorlog in Oekraïne opnieuw voor hogere prijzen voor energie en voedsel kunnen zorgen. Ook kunnen ook sterke loonstijgingen en prijsverhogingen van bedrijven de inflatie aanwakkeren.
Door zeven renteverhogingen van de ECB is het belangrijkste rentetarief, de basisherfinancieringsrente waartegen bank voor een week geld kunnen lenen bij de ECB, gestegen tot 3,75 procent.
De zogenoemde depositorente, de rente die banken krijgen als ze hun geld bij de Europese centrale bank stallen, is geklommen naar 3,25 procent.
'Einde renteverhogingen ECB in zicht'
Volgens ING-econoom Carsten Brzeski is de ECB bijna klaar met renteverhogingen. "Hoewel de verhoging van vandaag de zevende renteverhoging op rij is, is het de kleinste van de huidige cyclus", constateert hij. "Dat wijst er op dat de ECB in de laatste fase van de huidige cyclus van renteverhogingen is terecht gekomen."
Brzeski denkt dat de effecten van de renteverhogingen mogelijk sterker en sneller zijn opgetreden in de economie dan de ECB had verwacht. De centrale bank moet bij het rentebeleid namelijk laveren tussen de noodzaak om de inflatie te laten dalen tot het gewenste niveau van 2 procent, en het risico dat renteverhogingen de economie zodanig doen afkoelen dat er een recessie ontstaat.
In april kwam de inflatie in de eurozone uit op 7 procent, vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder.
Brzeski wijst wat betreft de risico's van economische afkoeling op de matige groei van de kredietverstrekking in de eurozone en de laatste resultaten van een onderzoek naar de perceptie van banken over kredietontwikkelingen.