- De Europese Centrale Bank (ECB) blijft erg voorzichtig met het terugschroeven van het goedkoopgeldbeleid.
- Donderdag bleek dat de centrale bank voorlopig geen extra stappen zet om de hoge inflatie te beteugelen.
- De ECB geeft voorlopig de voorkeur aan het zoveel mogelijk ondersteunen van de economie van de eurozone.
De Europese Centrale Bank (ECB) blijft erg voorzichtig met het terugschroeven van het goedkoopgeldbeleid ter ondersteuning van het economische herstel in de nasleep van de coronacrisis.
Dat bleek donderdag uit het rentebesluit dat de ECB naar buiten bracht. De belangrijkste rentetarieven blijven ongewijzigd. Daarnaast herhaalde de ECB het voornemen om het speciale steunprogramma waarmee obligatieleningen worden opgekocht (wat de vraag naar obligaties ondersteunt en marktrentes laag houdt) in het slotkwartaal van dit jaar in een iets rustiger tempo voort te zetten.
De centrale bank staat voor een lastig dilemma. Aan de ene kant wil de ECB het economische herstel blijven ondersteunen met extreem gunstige leencondities voor bedrijven en consumenten. Tegelijk is er de inflatie die al maanden omhoog kruipt.
De gemiddelde inflatie in de eurozone kwam in september op 3,4 procent uit en dat is ver boven het langetermijndoel van de ECB, die mikt op een inflatie van 2 procent.
De centrale bank houdt tot nog toe steeds vol dat hogere inflatie een 'tijdelijk' fenomeen is. Als de inflatie echter voor langere tijd hoog blijft tast dit de koopkracht van de euro aan en daarmee ook de geloofwaardigheid van de centrale bank.
De inflatie afremmen kan door minder ruimhartig met goedkoop geld te strooien en uiteindelijk rentes te verhogen. Hiermee riskeert de ECB echter de economische groei af te remmen.
In de toelichting op het rentebesluit van donderdag gaf president Christine Lagarde van de ECB aan nog steeds te verwachten dat de in inflatie in de loop van 2022 afvlakt.