De inflatie in Duitsland is het afgelopen jaar uitgekomen op het hoogste niveau sinds 1993. Volgens het Duitse federale statistiekbureau Destatis werd het leven in de grootste economie van Europa gemiddeld 3,1 procent duurder dan een jaar eerder. In 2020 ging het nog om een toename van 0,5 procent.

Dat de consumentenprijzen zo hard zijn opgelopen komt vooral door de gestegen energieprijzen. Die worden door fabrikanten en andere bedrijven doorberekend aan Duitsers.

Ook zijn veel andere grondstoffen de laatste maanden in rap tempo duurder geworden. Dat komt onder meer door verstoringen in de leveringsketens van bedrijven, maar ook door een enorm gestegen vraag te midden van het economische herstel van de coronacrisis.

Verder was er bij de oosterburen sprake van een na-ijleffect van de tijdelijke btw-verlaging van een jaar eerder, die begin 2021 werd teruggedraaid. Ook golden er sinds januari vorig jaar CO2-heffingen die impact hadden.

Lichte daling Duitse inflatie in december

In de maand december liep de inflatie volgens maandcijfers wel iets terug van de piek van november. Toen was met een inflatie van 6 procent op jaarbasis nog sprake van het hoogste maandcijfer in decennia volgens de Europese geharmoniseerde meetmethode. Maar in december lagen de prijzen in doorsnee nog maar 5,7 procent hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder.

Aan de andere kant is de inflatie in Duitsland niet meer beperkt tot een paar sectoren, maar breed verspreid over de economie, signaleert econoom Carsten Brzeski van ING. "Hoewel de huidige inflatiecijfers een piek lijken te vormen, is het onwaarschijnlijk dat de inflatie in een rechte lijn gaat afnemen. Waarschijnlijk vindt er eerst een bredere verspreiding plaats van prijsstijgingen, en komt er pas aan het eind van het jaar verlichting."

De ontwikkeling van de inflatie in Duitsland is van groot belang voor het rentebeleid van de Europese Centrale Bank, aangezien Duitsland zwaar meeweegt in de eurozone.

De verwachting van de ECB is dat de inflatie in de loop van 2022 weer zal afnemen. Daarom heeft de ECB vooralsnog nauwelijks stappen gezet om het goedkoopgeldbeleid terug te draaien.

Er zijn economen die erop wijzen dat de inflatie nog langere tijd op een relatief hoog niveau kan blijven. Als dat het geval is, dan zou de ECB wellicht in moeten grijpen door versneld het extreem soepele monetaire beleid terug te draaien.

Op het moment dat rentes in de eurozone schoksgewijs zouden stijgen, kan dat onrust veroorzaken op financiële markten. Ook hebben veel eurolanden tijdens de coronacrisis extra schuld op zich genomen. Die kan momenteel spotgoedkoop gefinancierd worden. Maar als rentes stijgen, gaat de hogere schuldenlast ook zwaarder drukken op de staatsfinanciën in de eurozone.