• De inflatie loopt zowel in Europa als de Verenigde Staten hard op.
  • In de VS bedroeg de inflatie in mei 5 procent op jaarbasis, meer dan analisten hadden verwacht.
  • De ECB ziet in de hogere inflatie geen aanleiding om het goedkoopgeldbeleid met kunstmatig lage rentes aan te passen.

De inflatie loopt zowel in Europa als de VS op, maar centrale bankiers houden de geldsluizen wijd open en blijven rentes kunstmatig laag houden.

Donderdag stelde de Europese Centrale Bank (ECB) de prognose voor de inflatie naar boven bij. Tegelijk bleef de centrale bank volhouden dat de sterke toename van de prijzen van goederen en diensten tijdelijk van aard is. In 2022 en 2023 zal de inflatie volgens de ECB weer wat afnemen.

De inflatie trekt dit jaar waarschijnlijk aan tot 1,9 procent, waar de ECB eerder nog uitging van 1,5 procent. De komende twee jaar loopt de inflatie dan terug naar respectievelijk 1,5 en 1,4 procent, verwacht de centrale bank.

Mede daarom vindt ECB-president Christine Lagarde het nog “te vroeg” om te praten over het afbouwen van de crisissteun van de centrale bank.

De ECB besloot donderdag om de beleidsrente zoals verwacht gelijk te houden op het huidige historisch lage niveau. Ook veranderde de centrale bank niets aan het opkoopprogramma voor obligaties, waarmee de bank probeert de economie tijdens de coronacrisis te ondersteunen en rentes kunstmatig laag houdt.

ECB blijft voorlopig obligaties opkopen

Beleggers en economen waren vooral benieuwd of de ECB al iets zou loslaten over het afbouwen van zijn steunprogramma's. Maar de instelling herhaalde in een verklaring dat het speciale noodaankoopprogramma van obligaties nog zeker tot eind maart volgend jaar wordt doorgezet, en in ieder geval tot de coronacrisis voorbij is.

Op de beurs wordt nauwlettend gevolgd wat centrale banken met het rentebeleid doen, nu de inflatie oploopt. Hogere inflatie betekent dat de koopkracht van geld afneemt. Centrale banken kunnen daartegen optreden door rentes te verhogen, omdat hoger rentes lenen duurder maken en een remmend effect kunnen hebben op de investeringen en bestedingen en daarmee op prijsstijgingen.

Centrale banken zijn echter vooral beducht dat het groeiherstel na de coronacrisis in gevaar komt als ze het rentebeleid te snel aanpassen. Ze nemen hierbij op de koop toe dat de inflatie tijdelijk wat harder oploopt.

Het risico hierbij is dat de inflatie op een gegeven moment zo hard gaat, dat centrale banken alsnog moeten ingrijpen. Beurzen zijn kwetsbaar als rentes onverwachts relatief fors zouden stijgen. Lenen wordt voor bedrijven dan duurder en aandelen waarvan de koersen fors zijn opgelopen, worden dan kwetsbaar.

Inflatie VS opgelopen tot 5 procent

De Amerikaanse inflatie is afgelopen maand opgelopen tot 5 procent op jaarbasis, zo bleek donderdag. Een maand eerder bedroeg de inflatie in de VS 4,2 procent.

Het inflatieniveau van 5 procent voor consumenten in de Verenigde Staten was hoger dan experts hadden verwacht. Economen gingen in doorsnee uit van een inflatie van 4,7 procent.

De prijsstijgingen worden aangewakkerd door de heropening van de economieën en de coronasteuncheques die aan Amerikanen zijn uitgekeerd. Wat ook meespeelt is de schaarste aan grondstoffen, wat tot prijsstijgingen leidt. Daarnaast zijn er volop problemen in de leveringsketen, waaronder een gebrek aan computerchips.

Doordat het leven in de Verenigde Staten in rap tempo duurder wordt, kan het zijn dat de Federal Reserve, de Amerikaanse koepel van centrale banken, besluit om sneller stimuleringsprogramma's af te bouwen en de rente te verhogen. Maar ook verschillende beleidsmakers van de Federal Reserve hebben aangegeven dat de hogere inflatie waarschijnlijk van tijdelijke aard is.

De Amerikaanse minister van Financiën Janet Yellen zei eerder dit jaar niet bezorgd te zijn over een hogere inflatie.

Lees meer over het economisch herstel: