De Europese Centrale Bank heeft vorige week ondanks de toenemende onzekerheid na de aankondiging van het Griekse referendum, geen extra staatspapier opgekocht van zuidelijke eurolanden.

De Europese Centrale Bank (ECB) kocht in de week die eindigde op vrijdag 3 juli voor 10,8 miljard euro aan staatsobligaties op, zo bleek uit cijfers die de bank maandagmiddag bekend maakte.  De centrale bank van de eurozone koopt sinds maart  elke maand voor ongeveer 60 miljard aan private en publieke schuld op in de markt.

De rentes van de zuidelijke eurolanden waren vorige week wel iets opgelopen – zo steeg de tienjaarsrente voor Spaanse schuld van 2,11 procent vóór de aankondiging van het referendum, tot 2,35 procent daarna – maar kennelijk niet dramatisch genoeg voor Frankfurt om extra staatspapier van Italië, Portugal en Spanje op te kopen.

Geen extra aankopen staatsschuld zuidelijke eurolanden

Frankfurt week dan ook niet af van de standaardsleutel waarbij schulden wordt ingekocht naar rato van het aandeel dat een land heeft in het kapitaal van de ECB. Dat is ongeveer gelijk met de omvang van de economie.

De ECB besteedt bijna een kwart van de meer dan 50 miljard euro maandelijkse steunaankopen aan staatspapier aan Duitse schulden, en bijvoorbeeld maar 2,3 procent aan Portugese schulden.

De ECB kan de rente voor de zuidelijke landen drukken door extra veel obligaties in te kopen. Bij schuldpapier stijgt de koers, maar daalt de rente als de vraag toeneemt. Bij een grotere vraag naar zijn staatsleningen kan een land daarom goedkoper lenen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl