Een jaar geleden maakte Euro95 aan de pomp plaats voor Euro95/E10 om de CO2-uitstoot te beperken.
Na een jaar rijden blijkt dat dat veel Nederlanders liever iets meer betalen voor premiumbenzine E5. Daar is minder bio-ethanol aan toegevoegd.
Direct na de introductie van E10 ontstonden er bij veel consumenten zorgen over de betrouwbaarheid. Vooral oudere motoren zouden niet goed met bio-ethanol overweg kunnen.
Nederlandse autorijders betalen liever iets extra’s dan dat ze het nieuwe E10 tanken. Dat gebeurt mede omdat de toevoeging van bio-ethanol niet vertrouwd wordt.
Een jaar na de introductie van de brandstof ziet tankpasleverancier MultiTankcard dat automobilisten liever iets meer geld betalen voor E5. In deze premiumbenzine zit zeker vijf procentpunt minder bio-ethanol.
E5 deed het volgens Patrick Roozeman van MultiTankcard mede goed door zorgen rond de invoering van de nieuwe brandstoflabels. De vrees ontstond dat E10 desastreuze gevolgen zou hebben voor de motor van oudere voertuigen, zegt hij.
De duurdere brandstof is ook net wat zuiniger, maar dat verschil is marginaal en hangt af van het type auto.
Meer E5 verkocht aan de pomp dan E10
Tot de coronacrisis in maart bleef de verkoop van E10 redelijk constant, maar dat gold niet voor het duurdere E5, aldus MultiTankcard. Tussen augustus 2019 en 2020 werd er twintig procent meer E5 verkocht en vijf procent minder E10.
E10 is benzine waaraan maximaal tien procent bio-ethanol is toegevoegd. De brandstof werd in 2019 is geïntroduceerd om CO2-uitstoot te beperken: auto's die op bio-ethanol rijden, stoten net iets minder uit.
E10 heet aan de pomp ook wel Euro95/E10, maar bevat twee keer zoveel ethanol als het ‘oude’ Euro95. Aan E5, voorheen onder andere bekend als Euro98, is maximaal 5 procent bio-ethanol toegevoegd.