- Beleggingsadviseurs zijn geneigd particuliere cliënten die duurzaam willen beleggen, meer geld te vragen dan ‘normale’ beleggers, aldus Nederlandse onderzoekers.
- Het viel ze daarbij op dat er geen extra inspanning of vaardigheid tegenover staat als duurzame beleggers meer betalen.
- Sterker nog: adviseurs in Europa deden zelfs minder voor duurzaam beleggingsadvies dan voor conventionele aanbevelingen.
- Lees ook: Inspelen op de transitie naar een circulaire economie door te beleggen in een ETF: dit zijn de kansen en de risico’s
Beleggingsadviseurs zijn geneigd particuliere cliënten die het liefst duurzaam willen beleggen, meer geld te vragen dan conventionele beleggers.
Dat concludeerden onderzoekers van verschillende Nederlandse universiteiten in een voorlopig onderzoek, waarbij ze met 415 financieel adviseurs meekeken hoe ze hun prijzen aanpasten op duurzaamheidswensen. Het viel ze daarbij op dat er geen extra inspanning of vaardigheid tegenover staat als duurzame beleggers meer betalen.
De onderzoekers voerden de experimenten uit in de Verenigde Staten en Europa. Een groep adviseurs kreeg daarbij de wensen te zien van zowel duurzame als ‘normale’ beleggers en moest op basis daarvan aandelen of fondsen uitkiezen. Vervolgens moesten ze aangeven welke vergoeding ze daarvoor wensten.
In de experimenten bleken adviseurs meer te vragen aan beleggers die een duurzame portefeuille wilden, ook al was de proef zo opgezet dat ze niet meer hoefden te doen voor duurzame beleggers dan andere cliënten. Adviseurs in Europa deden zelfs minder voor duurzaam beleggingsadvies dan voor conventionele aanbevelingen.
Het verschil in het percentage van het belegde bedrag dat adviseurs als vergoeding vroegen, lag tussen de 0,05 procentpunt en 0,08 procentpunt hoger. Als dit prijsverschil wordt toegepast bij alle beleggingsfondsen in de VS die in 2020 duurzaam investeerden, zou dat neerkomen op een extra toelage van ruim 8,5 miljard dollar.
Volgens de onderzoekers Paul Smeets (Universiteit van Amsterdam), Marten Laudi (Universiteit Maastricht) en Utz Weitzel (Vrije Universiteit Amsterdam) wijzen de resultaten op prijsdiscriminatie. Die zou zijn bedoeld om extra winst te halen uit beleggingsadvies aan klanten met duurzaamheidseisen.
De bevindingen staan in een zogeheten working paper, wat betekent dat het onderzoek nog niet is gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift. De resultaten sluiten wel aan bij berichtgeving van de Amerikaanse zakenkrant The Wall Street Journal, die vorig jaar beschreef hoe duurzame beleggingsfondsen de winsten van zakenbanken spekken.
Duurzame beleggingsfondsen zijn vaak niet groen
Overigens bleek dinsdag uit een ander onderzoek, van een internationaal journalistencollectief, dat 'duurzame' beleggingsfondsen vaak toch grote bedragen in oliebedrijven of luchtvaartmaatschappijen steken.
Journalisten van onder meer Follow the Money onderzochten ruim 800 duurzame, Europese fondsen. Ze concludeerden dat bijna de helft gezamenlijk 8,5 miljard euro in fossiele bedrijven en de luchtvaart steekt.
Bij de onderzochte fondsen zitten ook enkele van de Nederlandse vermogensbeheerder Actiam. Steek je als duurzame belegger hier je geld in, dan eindigen je centen onder meer bij het Noorse staatsoliebedrijf Equinor en een Chinese kolenmijn, volgens het onderzoekscollectief.
Vermogensbeheerders kunnen hier mee weg komen door een gebrek aan regelgeving. Zo zijn er geen duidelijke regels over waar ze wel en niet in mogen beleggen. Wel moet er sprake zijn van een duurzaamheidsdoel, maar daaronder valt ook het tegengaan van mensenrechtenschendingen.