De stroopwafel. De strudel. De Luikse wafel. De pain au chocolat. Kan de donut ze de baas? Dat is de vraag, nu een vijftiental jaren na een smadelijke aftocht de Amerikaanse keten Dunkin’ Donuts weer voet aan de grond probeert aan het Europese continent.
Het bedrijf heeft inmiddels al 120 filialen in Europa, vooral in Duitsland, maar ook in Rusland, Spanje, Bulgarije en Groot-Brittannië. Nederland staat samen met Denemarken, Oostenrijk en België op het lijstje van landen die Dunkin’ Donuts wil veroveren.
Risicovol deegringetje
En dat is nogal een risico. De Europese consument barst op het moment zoals bekend niet bepaald van het geld. De Europeaan overtuigen van de toegevoegde waarde van het gefrituurde deegringetje (eventueel met een glazuurlaagje) is ook geen sinecure.
Associated Press sprak met een Nederlandse ondernemer die succesvol de omgekeerde sprong waagde: Joost Kling, die met zijn bedrijf Eat Dutch Waffles Amerikanen aan de stroopwafel kreeg. Zijn stroopwafels zijn in duizend Amerikaanse winkels te vinden. Kling betwijfeld of Dunkin’ Donut het uithoudingsvermogen heeft om de Nederlandse markt te betreden.
‘Trek maar veel geld uit voor reclame’
“Ze hebben niet veel naamsbekendheid in Nederland, als iemand überhaupt ooit al eens van ze heeft gehoord”, zegt Kling. Hij verwacht dat het bedrijf veel geld moet uittrekken voor reclame, en dat het lang zal duren voor de Nederlandse filialen winst draaien.
De wafelgoeroe denkt dat zo'n beetje de helft van de Nederlanders weet wat een donut is. Dan nog hebben ze waarschijnlijk alleen donuts van een lage kwaliteit geproefd. "Europeanen kunnen niet vergelijken, ze weten niet wat een goede donut is."
Maar hoofd internationale ontwikkeling Jeremy Vitaro van Dunkin' Donuts is hoopvol gestemd. Europeanen proberen graag iets nieuws uit op culinair gebied, denkt hij. "Ons concept van snelheid, waar voor je geld en 'fun' zal aanslaan bij de consument", zegt Vitaro.
'Croistrami' en currydonut
Dunkin' Donuts doet voornamelijk in donuts en koffie, maar verkoopt ook muffins en bagels. Het bedrijf probeert zich aan te passen aan lokale smaken. "We hebben bijvoorbeeld een Croistrami, een croissant met pastrami (gekruid gerookt pekelvlees). Dus we gaan wel degelijk 'lokaal'. In India hebben we een currydonut."
Vitaro zegt dat hij al gesprekken voert met potentiële franchisehouders. Aan het eind van 2014 moeten de eerste winkels in de nieuwe landen open gaan.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl