- De kosten die gemeenten in rekening brengen voor bouwvergunningen lopen sterk uiteen, blijkt uit onderzoek van Vereniging Eigen Huis.
- Deze bouwleges worden doorberekend in de prijs van nieuwbouwwoningen.
- In Den Haag zijn de kosten iets meer dan 1.800 euro, maar in Zeist kunnen ze oplopen tot ruim 12.000 euro.
- Lees ook: Nieuwbouw steeds duurder vergeleken met bestaande bouw: gemiddeld prijsverschil €86.000
Het kan voor kopers van nieuwbouwwoningen duizenden euro’s schelen in welke gemeente hun huis wordt gebouwd. De kosten die gemeenten in rekening brengen voor de aanvraag van bouwvergunningen verschillen sterk per plaats, berekende Vereniging Eigen Huis (VEH).
Tussen de goedkoopste en duurste gemeente loopt dat prijsverschil bij een woning van 300.000 euro zelfs op tot 10.000 euro, stelt de belangenvereniging voor huizenbezitters.
Bouwleges zijn de kosten voor die gemeenten in rekening brengen als bouwers vergunningen aanvragen. Het geld dat bouwbedrijven daaraan kwijt zijn, verrekenen ze doorgaans in de verkoopprijs van nieuwbouwwoningen.
Gemiddeld betaalt een koper 5.300 euro aan bouwleges bij de aankoop van een nieuwbouwwoning van 300.000 euro. Maar de bedragen lopen zeer uiteen in verschillende plaatsen. Zo zijn deze kosten in de gemeente Den Haag iets meer dan 1800 euro, terwijl ze in de gemeenten Zeist of Wormerland oplopen tot 12.000 euro.
De onderstaande grafiek met gegevens uit het onderzoek toont de tarieven van de tien duurste gemeenten.
Directeur Cindy Kremer van VEH noemt die grote verschillen oneerlijk. "Dat botst met de grote nood aan betaalbare woningen. De minister zou daarom een maximumbedrag moeten stellen aan de bouwleges die gemeenten rekenen", betoogt ze.
VEH vreest nog hogere kosten voor kopers van nieuwbouw door een wetswijziging rond de kwaliteitscontroles bij nieuwbouw. Volgend jaar zijn gemeenten daar niet langer verantwoordelijk voor bij relatief eenvoudige gebouwen zoals eengezinswoningen, maar private controleurs. Zij moeten nagaan of een gebouw voldoet aan de technische vereisten. Bouwbedrijven moeten deze "kwaliteitsborgers" inhuren en zullen die kosten ook verrekenen in de verkoopprijs.
Minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting stelde in een antwoord op Kamervragen dat daar een daling van de leges tegenover staat. Doordat de kwaliteitscontrole niet langer een taak is van de gemeente, zouden ze ongeveer 30 procent minder werk hebben bij het verstrekken van bouwvergunningen. Dat moet zich volgens De Jonge vertalen in een even grote daling van de leges.
Maar volgens VEH betwijfelen deskundigen of dit inderdaad zal gebeuren bij alle categorieën nieuwbouwwoningen. "Vooral in het betaalbare woningsegment tot 350.000 euro moeten we voorkomen dat woningen hierdoor nog duurder worden", stelt Kremer.