Duitsland heeft de teugels wat laten vieren bij de arbeidskostenontwikkeling in het tweede kwartaal van dit jaar. Nederlandse werkgevers blijven daarentegen zuinig, terwijl in Zuid-Europa vooral Italië op de rem trapt.

Het verschil in arbeidsproductiviteit tussen Noord en Zuid in Europa is één van de belangrijkste onderliggende problemen van de eurozone. Zwakke eurolanden zoals Griekenland werden de afgelopen jaren gedwongen tot radicaal snijden in de lonen.

In het spel van de herbalancering hopen veel economen dat bijvoorbeeld Duitsland wat minder rigide wordt met loonmatiging, zodat Noord en Zuid makkelijker naar elkaar kunnen toegroeien.

De driemaandelijkse cijfers over de arbeidskosten per uur in de eurozone van statistiekbureau Eurostat geven een indicatie van de ontwikkelingen in de muntunie.

Arbeidskosten eurozone hoger

De arbeidskosten per uur in de eurozone zijn in het tweede kwartaal per saldo met gemiddeld 1,2 procent opgelopen ten opzichte van de vergelijkbare periode vorig jaar, zo meldde het statistiekbureau dinsdag. In het eerste kwartaal was nog sprake van een beperktere toename van 0,6 procent.

De toename van de arbeidskosten per uur is vooral toe te schrijven aan hogere loonkosten. Die stegen in het tweede kwartaal met 1,2 procent. Bijkomende kosten als belastingen, sociale premies en pensioenafdrachten lagen 1 procent hoger.

Arbeidskosten: Duitsland, Nederland, Italië

Kijk je naar de ontwikkelingen per land, dan lijkt Duitsland iets los te komen van de stricte matiging.

De Duitse arbeidskosten per uur stegen in het tweede kwartaal met 1,7 procent. De looncomponent liet een stijging zien van 1,6 procent en overige werkgeverslasten stegen met 2,3 procent.

In de eerste drie maanden van dit jaar klommen de arbeidskosten per uur in Duitsland veel minder en bedroeg de toename een half procent.

In Nederland stegen de arbeidskosten het afgelopen kwartaal nauwelijks, te weten met 0,1 procent. Dat is in lijn met de eerste drie maanden van dit jaar.

En hoe zit het met de zuidelijke eurolanden?  Bij de grote drie - Frankrijk, Spanje en Italië - was in het tweede kwartaal alleen bij de Italianen duidelijk sprake van matiging.

In Frankrijk en Spanje stegen de arbeidskosten respectievelijk 0,9 procent en 1,3 procent. Dat is weliswaar minder dan in Duitsland, maar de verschillen tussen de Duitsers aan de ene kant en de Fransen en Spanjaarden aan de andere kant dragen nog weinig bij aan het dichten van de productiviteitskloof.

Bron: Z24/ANP

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl