Volkswagen hapert, de Duitse export hapert. Is het een tijdelijke terugval of raakt de belangrijkste economie van de eurozone zijn flair kwijt? Econoom Keith Wade van vermogensbeheerder Schroders is somber.
Duitsland staat onder grote druk. De groei van China vertraagt en dat lijkt zijn weerslag te krijgen op exportreus Duitsland. Het dieselschandaal rond Volkswagen vormt een nationaal drama dat de eigenwaarde van de Duitse industrie diep raakt. En dan komt daar nog de vluchtelingencrsis bij.
Jarenlang was Duitsland het beste jongetje van de klas in de eurozone: extreem competitief in de export, een groothandelsoverschot, gematigde lonen en de staatsbegroting op orde. Wie kon daaraan tippen?
Uit de jongste groeiprognoses van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) valt echter op te maken dat de glans er een beetje vanaf is wat betreft de Duitse Wirtschaftswunder. Onderstaande grafiek laat zien dat Duitsland het in de voorbije crisisjaren per saldo beter deed dan Frankrijk en ook Nederland. Maar de komende periode tot 2020 laat een ander beeld zien: stabiele lage groei in Duitsland en sterkere prestaties van achterblijvers Nederland en Frankrijk.
(klik voor vergroting)
Natuurlijk is ook de glazen bol van het IMF allesbehalve onfeilbaar. Maar de zorgen over Duitsland zijn niet geheel uit de lucht gegrepen. Een woensdag verschenen verslag van hoofdeconoom Keith Wade van de Britse vermogensbeheerder Schroders gaat daar dieper op in. Samengevat stipt Wade de volgende knelpunten aan die aanleiding geven tot de observatie dat Duitsland mogelijk voor langere tijd heeft gepiekt.
1) China en de Duitse exportmotor
Op bezoek in Duitsland bij de Europese Centrale Bank, de Bundesbank, Duitse ministeries en een Duitse denktank, merkte econoom Wade dat beleidsmakers weliswaar bezorgd zijn over de invloed van groeivertraging in China op Duitsland. Maar tegelijk wordt opgemerkt dat China 'slechts' 6,5 procent van de Duitse uitvoer uitmaakt. Dus zo groot zou het gevaar niet zijn.
Wade stelt daar tegenover dat er ook veel Duitse bedrijven zijn die in China zaken doen. Neem het geplaagde Volkswagen dat één op de drie auto's in China verkoopt. Er is dus wel wat meer aan de hand dan alleen de directe export.
Brede conclusie van beleidsmakers was volgens Wade: de 'zeepbel van opkomende markten' is voorbij en dat raakt Duitsland. Het land zal dus in ieder geval op zoek moeten naar een andere groeimotor.
2) Immigratie en economische groei
De Syrische vluchtelingencrisis haakt aan op een breder thema: de vergrijzing. De Duitse beroepsbevolking krimpt de komende vijftien jaar naar verwachting van 45 miljoen naar 36 miljoen personen. Dat trekt waarschijnlijk een stevige wissel op de economische groei.
Dit jaar ontvangt Duisland naar verwachting zo'n 800 duizend immigranten en over de komende vier jaar in totaal nog eens 2 miljoen. Op korte termijn zorgt de opvang en inburgering van immigranten voor extra uitgaven die in de miljarden lopen en dat kan gezien woren als een economische impuls.
Maar, zo stelt Wade, het uiteindelijke effect op het arbeidsaanbod hangt sterk af van de mate waarin nieuwe migranten een bijdrage kunnen leveren aan de arbeidsmarkt. En daar zijn grote twijfels over. Het is dus zeker niet gezegd dat de nieuwe migranten op de langere termijn een economische impuls zullen geven.
3) Fiscale discipline en noodzakelijke investeringen
Tot slot zijn er twijfels over Duitslands rol in de ontwikkeling van de eurozone. De Duitse politiek elite gaat prat op de eigen fiscale discipline, zo constateert econoom Wade. De Zwarte Nul, ofwel het begrotingsevenwicht, is eigenlijk iets wat elk land in de eurozone zou moeten nastreven, vinden Duitse beleidsmakers. Maar daar stuiten ze tot hun frustratie in grote delen van Europa op onbegrip.
Hoewel econoom Wade dit niet expliciet aanstipt, is er omgekeerd ook frustratie. Duitsland is zo zuinig dat de politieke elite het vertikt om bijvoorbeeld achterstallig onderhoud aan infrastructuur met een stevig investeringsprogramma te steunen. Duitsland kan hiervoor spotgoedkoop lenen en dat zou niet alleen Duitsland maar ook andere landen een economische impuls kunnen geven, zo benadrukt onder meer het IMF keer op keer. Maar daar hebben bondskanselier Angela Merkel en haar minister van Financiën Wolfgang Schäuble geen oren naar.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl