De Duitse overheid kan voor tien jaar lenen tegen minder dan 0,1 procent rente. Analist Arne Petimezas van AFS Group praat je bij vanaf de beursvloer in Amsterdam.

1. Dinsdagochtend was het weer pijn lijden voor pensioenfondsen. De Duitse 10-jaarsrente, de barometer van de rente in de eurozone, zakte voor het eerst sinds april 2015 onder de 0,10 procent. De Duitse 30-jaars rente daalde vanochtend naar een nieuw 1-jaars dieptepunt. De rente in Europa blijft hangen op bodemniveaus omdat economisch nieuws uit de Eurozone somber blijft.

Economische groei blijft te sloom om voor opwaartse prijsdruk te zorgen. Daarnaast staat de ECB op het punt de obligatieaankopen te verhogen. Dat is een probleem voor de Duitse obligatiemarkt, want er is een schaarste aan Duitse staatsobligaties. Onder het huidige aankooptempo zal de ECB aan het einde van 2017 een derde van al het Duitse overheidspapier bezitten. En omdat de ECB de obligaties waarschijnlijk nooit zal verkopen, is de markt voor beleggers veel kleiner. De schaarste aan Duits papier trekt de rente niet alleen in de eurozone, maar ook daar buiten, naar beneden (let op dat als de prijs van een obligatie stijgt, de effectieve rente daalt).

Analist Arne Petimezas van AFS Group houdt je dagelijks op de hoogte van de dingen die je moet weten.

Analist Arne Petimezas van AFS Group houdt je dagelijks op de hoogte van de dingen die je moet weten.

2. Pure paniek in Japan. De Japanse yen blijft maar harder worden, ondanks dat de Japanse centrale bank alles uit de kast haalt om de valuta zwak te houden. De dollar/yen, naast de euro/dollar het belangrijkste valutapaar ter wereld, dreigde vanochtend voor het eerst sinds oktober 2014 onder het psychologische niveau van 110 te zakken.

De minister van Staat Yoshihide Suga zei daarop dat Japan de bewegingen in de valutamarkt “met veel urgentie” aan het volgen is. Dat is codetaal voor dat Japan op het punt staat in grijpen in de valutamarkt door de yen te verkopen en vreemde valuta’s terug te kopen. De Japanse centrale bank koopt momenteel Japanse staatsobligaties in een jaarlijks tempo van omgerekend ongeveer 640 miljard euro en heeft daarnaast een negatieve depositorente geïntroduceerd, in navolging van de ECB en andere Europese centrale banken. Japanners hebben echter weinig vertrouwen dat de economie uit het slop is en dat prijzen verder zullen stijgen. De Japanse staatsrente is tot en met een looptijd van 10 jaar negatief, ondanks dat Japan zowel absoluut als relatief de grootste staatsschuld ter wereld heeft.

3. Shell heeft weer een exploratie-avontuur afgeblazen. Het energieconcern ziet toch af van het meedingen naar een olieveld in de Barentszzee. Shell zegt dat het besluit is ingegeven door het “optimaliseren” van de portefeuille aan olie- en gasresreves. Shell zei dat het barre tijden zijn en dat het daarom verstandiger is te investeren in velden die sneller en eenvoudiger productierijp zijn.

4. De inkoopmanagersindex voor de eurozone was wederom een flinke tegenvaller voor ECB-president Draghi. De index bleef in maart haken op 53,1 nagenoeg onveranderd vergeleken met februari. Een stand van meer dan 50 betekent dat de economie groeit, minder dan 50 wijst op krimp.

Volgens Markit Economics, de uitgever van de index, komt het cijfer voor maart overeen met economische groei van slechts 0,3 procent in het eerste kwartaal. Dat betekent dat de economie in een lage versnelling blijft. "Slome groei is het gevolg van zwakke vraag, in combinatie met dalende prijzen doordat bedrijven concurreren [op prijs] ten koste van winstmarges", zei Chris Williamson, een econoom van Markit.

5. Europese beurzen stonden vanochtend op stevige verliezen vanwege zorgen dat de wereldeconomie blijft haperen. Met name grondstoffen gerelateerde waarden gingen hard onderuit. Daarnaast zochten beleggers een veilige haven in hoogwaardige staatsleningen van Duitsland en de VS. Aan het einde van de ochtend stond de AEX ruim anderhalf procent in het rood op 428,9 punten. Vanwege de verliezen van de afgelopen dagen staat de AEX inmiddels op een voorlopig jaarverlies van 3 procent.

6. De koers van farmaceut Allergan maakt een flinke smak nadat het Amerikaanse ministerie van Financiën een stokje heeft gestoken voor de fusie van 150 miljard dollar met rivaal Pfizer. De overname van het in Ierland gevestigde Allergan door Pfizer is een zogenoemde inversion, waarbij een in Amerika gevestigd bedrijf een buiten de VS gevestigd bedrijf overneemt om de fiscus te omzeilen.

Dinsdag scherpte het ministerie voor de derde keer in korte tijd de regelgeving tegen inversions aan. Dat moet het lastiger maken voor Amerikaanse bedrijven om hun belastingadres naar buiten de VS te verkassen. Pfizer wilde nog niets zeggen over wat de gevolgen zijn van de strengere regelgeving voor de overname. Beleggers nemen het zekere voor het onzekere. In de handel voorbeurs op Wall Street keldert de koers van Allergan met ruim 20 procent.

Arne Petimezas is analist bij financiële dienstverlener AFS Group. Deze bijdrage is niet bedoeld als advies tot het doen van individuele beleggingen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl