- De inflatie is in Duitsland in de maand februari hoger uitgevallen dan verwacht.
- Energieprijzen daalden weliswaar, maar onder meer voedingsprijzen stegen hard.
- De hardnekkig hoge inflatie is een groot probleem voor de Europese Centrale Bank.
- Lees ook: Nederland ontkomt in 2023 nipt aan een recessie, verwachten economen van ABN AMRO
Duitsers waren in februari 9,3 procent meer kwijt aan hun boodschappen en andere dagelijkse uitgaven dan een jaar eerder. Daarmee is de inflatie weer wat toegenomen, wat een onverwachte tegenvaller is.
Economen gepeild door persbureau Bloomberg hadden juist gerekend op een daling van de inflatie. Die kwam in januari nog uit op 9,2 procent, als gekeken wordt naar de Europese rekenmethode voor geldontwaarding.
Kosten voor energie dalen al geruime tijd, omdat de marktprijzen voor gas dalen nu Europese opslagen goed gevuld zijn en de winter minder koud is dan gevreesd. Maar economen van ING wijzen erop dat veel ondernemers nog vaak de eerder gemaakte kosten voor energie en vervoer moeten doorberekenen aan klanten.
Dit zorgde er onder andere voor dat eten en drinken hard in prijs stegen. Volgens het Duitse statistiekbureau Destatis waren voedingsmiddelen vorige maand ruim een vijfde duurder dan een jaar eerder.
Hardnekkige inflatie probleem voor de ECB
De Europese Centrale Bank (ECB) zal er na het nieuwe inflatiecijfer voor de grootste economie van de eurozone waarschijnlijk nog sterker van overtuigd zijn dat de rentes verder omhoog moeten. Vorig jaar begon de centrale bank voor de eurolanden al met het verhogen van de rentes om de prijsstijgingen in te dammen.
De hardnekkig hoge inflatie brengt een fors probleem mee voor de ECB: om de inflatie te temmen moet de rente omhoog, zodat de economische vraag en daarmee prijsstijgingen worden afgeremd. Maar sterke renteverhogingen kunnen ook een economische recessie uitlokken.
Officieel hanteert de ECB als doel een gemiddelde prijsstijging van 2 procent in de eurozone, maar het huidige niveau van de inflatie zit daar ver boven.
De ECB kan met zijn beleidsrente vooral kortlopende rentes beïnvloeden. Op kapitaalmarkten reageren echter ook obligatierentes met langere looptijden op de verwachting dat de inflatie structureel hoger kan blijven. Dinsdag noteerde de rente op de 10-jarige staatslening in Nederland bijvoorbeeld voor het eerst in jaren boven de 3 procent.