Begin jij je dag met een dampende mok koffie of ontbijt je liever met een kop thee? En schiet je als het even kan een Starbucks binnen voor een cappuccino of ga je liever theeleuten?
Wat je voorkeur ook is, je keuze hangt volgens onderzoekers van Northwestern Medicine en het QIMR Berghofer Medical Research Institute in Australië mede af van je genen.
Zij hebben onderzocht hoe mensen de smaak van koffie, thee en alcohol ervaren en hoe dat hun voorkeur beïnvloedt. Koffie en thee smaken vaak bitter vanwege de cafeïne en de kinine die erin zit. Het blijkt dat de voorkeur voor koffie of thee afhangt van de aan- of afwezigheid van een belangrijk gen dat bepaalt hoe een bittere smaak ervaren wordt.
“Je zou verwachten dat mensen die erg gevoelig zijn voor de bittere smaak van cafeïne minder koffie drinken”, zegt Marilyn Cornelis van de Northwestern University School of Medicine volgens Medical Xpress. “Maar het tegendeel blijkt waar, want uit onze onderzoeksresultaten blijkt dat koffiedrinkers een beter vermogen hebben cafeïne te detecteren en dat koppelen aan de positieve stimulerende effecten van cafeïne.”
Uit de gegevens van de UK Biobank blijkt dat mensen die het gen hebben om de bitterheid van cafeïne goed te proeven veel vaker zware koffiedrinkers zijn, wat inhoudt dat ze meer dan vier koppen koffie per dag drinken.
Mensen die gevoeliger zijn voor kinine drinken juist meer thee. Zij hebben 9 procent meer kans om zware theedrinkers te worden, wat in hun geval neerkomt op meer dan vijf koppen thee per dag.
De onderzoekers zeggen wel dat je niet alles aan je genen toe kunt schrijven. Als je als kind de bitterheid van thee of koffie niet lekker vond, dan heb je ongetwijfeld gemerkt dat je smaak in de loop der jaren is veranderd. Dus zelfs als je de “verkeerde” genen hebt, kun je leren om van bittere drankjes en maaltijden te gaan houden.