energiebedrijven

nle nederlandse energie maatschappij

Investeerder Waterland koopt de Nederlandse Energie Maatschappij ‘voor ongeveer € 200 miljoen’

ANP

03 jan 2018

Nederlandse consumenten betalen relatief relatief veel voor stroom, vergeleken met de directe buurlanden. Alleen Duitse consumenten zijn slechter af. De Nederlandse industrie heeft daarentegen minder reden tot klagen. Uit een vergelijking van elektriciteitsprijzen in Nederland en omringende landen, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Economische Zaken (EZ), blijkt dat er grote verschillen zijn tussen zowel landen als gebruikerstypen. Dat schrijft de site Energiebusiness.nl Het onderzoek Prijsvergelijking elektriciteit werd op 6 november aan de Tweede Kamer aangeboden. Het is een uitbreiding van een eerder onderzoek dat alleen een vergelijking tussen Nederland en Duitsland betrof.

Oeps! Gegevens over energieverbruik van 2 miljoen huishoudens gestolen

13 sep 2016

Het Duitse energieconcern RWE heeft als gevolg van de zachte winter en de lage prijs voor elektriciteit de winst in de eerste 6 maanden van het jaar zien kelderen. Dat meldde RWE donderdag bij de presentatie van de halfjaarcijfers. De winst van het moederbedrijf van onder meer Essent, zakte met 61 procent tot 749 miljoen euro, tegenover bijna 2 miljard euro een jaar eerder. Analisten gingen gemiddeld uit van een winst van 790 miljoen euro. De omzet van de energiereus lag met 25,1 miljard euro 10 procent lager in vergelijking met de eerste 6 maanden vorig jaar. RWE benadrukte dat de resultaten over 2013 werden beïnvloed door een eenmalige bate uit een juridisch geschil met de Russische gasleverancier Gazprom. RWE handhaafde de verwachting dat de winst van het bedrijf dit jaar uitkomt tussen de 1,2 miljard en 1,4 miljard euro. In het tweede kwartaal draaide RWE een verlies van 89 miljoen euro, zo bleek uit een vergelijking van de halfjaarcijfers met de resultaten van het eerste kwartaal. In 2013 was het nettoresultaat over die periode nog 691 miljoen euro. RWE zal de komende tijd inzetten op kostenbesparingen. Onder meer wordt de productiecapaciteit teruggeschroefd en worden activa verkocht. Naast RWE kampt concurrent E.ON met soortgelijke problemen. De energiereuzen ervaren naast de prijsdruk ook de gevolgen van het beleid van de Duitse autoriteiten die inzetten op het vergroenen van de markt door onder meer subsidies voor zonne- en windenergie.

Energiebedrijf RWE compenseert lage stroomprijzen met grondstoffenhandel

12 mei 2016

Baas energiebedrijf E.ON kritisch over Duits energiebeleid

26 dec 2015

De kerncentrale in Borssele kan nog 20 jaar in bedrijf blijven. De Raad van State oordeelde woensdag dat Greenpeace en andere bezwaarmakers onvoldoende hebben aangetoond dat controles naar de veiligheid van de centrale onvoldoende waren. De kerncentrale opende in 1973. Vorig jaar is de vergunning voor het openhouden van Borssele aangepast, omdat het veiligheidsrapport van de centrale moest worden vernieuwd. Minister Henk Kamp van Economische Zaken besloot in maart vorig jaar de levensduur van de centrale met 20 jaar te verlengen. In 2006 heeft de regering met EPZ, de eigenaar van de kerncentrale, al een convenant gesloten. Daarin is vastgelegd dat de kerncentrale tot 2033 in bedrijf zal blijven. Volgens Greenpeace heeft Kamp de vergunning aangepast voor Borssele op basis van ,,flinterdunne veiligheidsgaranties''. Greenpeace en andere organisaties hadden de Raad van State daarom gevraagd de vergunning te vernietigen. Volgens Jorien de Lege van Greenpeace heeft EPZ door de uitspraak van de Raad van State ,,een vrijbrief gekregen om een stokoude centrale tot ver voorbij de geplande levensduur in gebruik te houden''. Ze benadrukt dat op geen enkele manier is aangetoond dat Borssele nog 20 jaar mee kan. ,,.Er is geen milieueffectrapportage gemaakt, het onderzoek naar de veroudering van de kerncentrale is pas in 2020 afgerond en voor de hoeveelheid kernafval van 20 jaar extra kernenergie is geen oplossing.''

Splitsing energiebedrijven Delta en Eneco: Eerste Kamer zet voet dwars, Kamp buigt niet

22 dec 2015

Goed nieuws voor klanten van energiebedrijven met een variabel tarief: prijzen van stroom en gas dalen per 1 juli, gemiddeld genomen. Toch kan het lonen om te kiezen voor een energieprijs die langer vaststaat, vooral omdat leveranciers bij voorkeur met vasteprijscontracten stunten. Door Jeroen de Boer en Herwin Thole Zo'n 60 procent van de Nederlandse huishoudens heeft een energiecontract waarbij de prijzen voor stroom en gas elk halfjaar worden aangepast. Per 1 juli dit jaar dalen de zogenoemde variabele leveringsprijzen van stroom naar verwachting tussen de 2 en 4 procent en die van aardgas met 4 tot 8 procent, zo bleek afgelopen week uit een rondgang onder energiebedrijven en experts van vergelijkingssite Pricewise.nl. Fijn voor consumenten en bedrijven met een variabel contract, zou je denken. De historische ontwikkeling van variabele prijzen en energieprijzen die één of drie jaar vaststaan, laat echter zien dat vaste stroom- en gasprijzen al geruime tijd onder de variabele tarieven liggen. Dat is te zien in onderstaande grafieken van Pricewise. Let wel het gaat hier om gemiddelde, 'kale' leveringstarieven, exclusief bijvoorbeeld energiebelastingen en netwerkkosten. (klik op grafiek voor uitvergroting) stroomgrafiek (klik op grafiek voor uitvergroting) gasgrafek De grafiek van de stroomprijzen toont dat vaste prijzen sinds 2012 gemiddeld lager zijn dan de variabele tarieven en bij gasprijzen is dat sinds 2014 het geval. Een prijsstructuur waarbij het goedkoper is om een product verder in de toekomst geleverd te krijgen, is op zich ongebruikelijk op de grondstoffenmarkt. Normaal is dat de prijs van vroege levering lager is dan de prijs van levering over één of drie jaar. Toch valt zo'n omgekeerde prijsstructuur wel te verklaren: het feit dat energieleveranciers op de groothandelsmarkt voordeliger kunnen inkopen over een periode van drie jaar duidt doorgaans op een marktverwachting dat kortlopende, variabele prijzen verder zullen dalen. Vaste energieprijs versus variabele prijs Omdat sinds enkele jaren variabele en vaste leveringstarieven beide een dalende lijn vertonen, blijft de vraag wel: loont het om voor vaste prijzen te kiezen als variabele tarieven intussen ook zakken? Om daar een beeld van te krijgen maakte Z24, op basis van de gemiddelde leveringstarieven die Pricewise bijhoudt, een heatmap. Die geeft voor 1-jaarsprijzen vanaf 2009 aan of de vaste prijs over een periode van 12 maanden vooruit lonend was; voor 3-jaarsprijzen start de vergelijking in 2008 en die kijkt 36 maanden vooruit. De groene blokjes signaleren dat de keuze voor een vaste leveringsprijs in een specifieke maand voordeliger heeft uitgepakt; bij de rode/roze blokjes was het variabele tarief lonender. Om een idee te geven van het verschil in absolute bedragen is gerekend met een standaardstroomverbruik van 3.340 Kwh per jaar en een gasverbruik van 1.500 kuub per jaar. (klik op grafiek voor uitvergroting) stroomprijs (klik op grafiek voor uitvergroting) gasprijs Het algemene beeld is dat bij de eenjaarscontracten de groene blokjes overheersen, maar in het recente verleden zijn de verschillen tussen vast en variabel eigenlijk vrij miniem. De uitkomsten bij de 3-jaarscontracten zijn een stuk gevarieerder en geven zowel stevige plussen als forse minnen. Van belang bij de driejaarsprijzen is uiteraard dat de vergelijking niet verder loopt dan medio 2012. Energieleveranciers: vaker korting op vasteprijscontracten Voor consumenten vertelt de heatmap niet het hele verhaal. Want los van het geboden leveringstarief proberen energiebedrijven overstappers vaak te werven met eenmalige, extra kortingen die via vergelijkingssites zoals Pricewise worden aangeboden. Volgens de woordvoerder van Pricewise kiezen energieleveranciers overwegend voor vasteprijscontracten om nieuwe klanten te werven. "Het zijn vaak de goedkoopste contracten die de consument kan krijgen op de energiemarkt. Contracten met variabele tarieven worden minder gebruikt om nieuwe klanten te werven en deze zijn over het algemeen duurder." Bij de vasteprijscontracten zijn 1-jaarscontracten het meest in trek: "De energiecontracten met een looptijd van 1 jaar zijn het populairst bij Pricewise-klanten omdat deze over het algemeen het voordeligste zijn. 80 à 90 procent kiest hiervoor", aldus de woordvoerder. "Onze ervaring is bovendien dat leveranciers steeds vaker inzetten op het binden van deze overstappende klanten door ze aan het einde van hun contract een soortgelijk voordelig aanbod te doen met vaste tarieven. Dit zijn zogeheten retentie-aanbiedingen." Juiste beslissing nemen Per saldo draait de keuze voor een variabel of vast tarief voor stroom en gas dus om twee zaken: de trend van leveringsprijzen en de marketingstrategie van energieleveranciers. Maar hoe neem je daarbij een beslissing? Voor overstappers is de hoogte van de wervingskorting uiteraard van belang. Kijk je daarnaast naar de ontwikkeling in de hierboven gepresenteerde historische grafieken, dan valt op dat bijvoorbeeld bij stroomprijzen de eenjaarstarieven het laagst zijn. De driejaarstarieven zijn ook lager dan de variabele tarieven, maar sinds kort gemiddeld weer net iets duurder dan de eenjaarstarieven. De marktverwachting lijkt dus te zijn dat variabele stroomtarieven nog een tijdje blijven dalen, maar dat er wellicht een trendbreuk aankomt. Al geldt voor dit soort bespiegelingen natuurlijk ook het bekende beleggersadagium: resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor te toekomst. Lees ook Deze gemeentelijke energiebelasting zie je niet, maar betaal je wel

Energieprijzen blijven dalen: 60 procent van de Nederlanders is per 1 januari goedkoper uit

12 nov 2015

Het aantal Nederlanders dat is overgestapt naar een ander energiebedrijf, lag vorig jaar hoger dan ooit tevoren. In totaal koos 13,1 procent van de consumenten voor een andere aanbieder, tegen 12,5 procent in 2012. Dat blijkt uit cijfers die de Autoriteit Consument & Markt (ACM) woensdag publiceerde. Het aantal overstappers neemt al langer gestaag toe. Volgens ACM scheelt deze beslissing bij sommige huishoudens wel 314 euro op de jaarlijkse energierekening. Vaak loont het om op zoek te gaan naar een meer op maat gemaakt energiecontract, bijvoorbeeld een contract dat voordelig is voor iemand die relatief veel elektriciteit gebruikt, maar weer heel weinig gas. Overstappen goede zaak De toezichthouder vindt het een goede zaak dat steeds meer consumenten inzien dat er veel kan worden bespaard door te wisselen van energiecontract of energiebedrijf. "Consumenten die overstappen, stimuleren bedrijven om te innoveren en te zorgen voor een betere service en concurrerende prijzen", aldus ACM-bestuurder Anita Vegter. Sinds de Nederlandse energiemarkt in 2004 volledig is geliberaliseerd, is 44 procent van de consumenten minstens een keer overgestapt naar een andere aanbieder. 28 procent is bij de eigen aanbieder van contract gewisseld. Uit onderzoek van ACM komt verder naar voren dat 40 procent van de consumenten van plan is binnen nu en twee jaar over te stappen.

Nog nooit wisselden zoveel consumenten van energieleverancier

11 nov 2015

Energiebedrijf Innova Energie heeft van toezichthouder Autoriteit Consument & Markt een tik op de vingers gekregen omdat het zich niet hield aan de regels voor groene stroom. Het bedrijf kocht wel de nodige garantiebewijzen (GvO's) in die bij groene stroom horen, maar deze werden niet correct verwerkt in de administratie. Klanten kregen strikt genomen dus grijze stroom, aldus de toezichthouder. Een energiebedrijf kan alleen met zo'n GvO aantonen dat de geleverde stroom, groen is geweest. De door het energiebedrijf gekochte GvO’s moeten in de administratie worden afgeboekt. Maar dat heeft Innova niet altijd gedaan. ACM heeft geconstateerd dat Innova in 2013 onvoldoende GvO’s heeft afgeboekt en in 2014 zelfs helemaal geen. Het bedrijf kreeg er geen financieel voordeel door. Het liet de aangekochte GvO's verlopen, in plaats van ze af te boeken waardoor ze niet opnieuw konden worden gebruikt voor de verkoop van groene stroom. De toezichthouder heeft Innova nu een aantal aanvullende eisen opgelegd. Het bedrijf zal zijn administratie op orde moeten brengen en zal dit ook moeten aantonen aan ACM.

Groene stroom van energiebedrijf Innova was op papier toch niet groen

21 okt 2015

De energiebedrijven Eneco en Delta moeten splitsen. Ondanks kritische oppositiepartijen in de Tweede Kamer en protesten van werknemers van Eneco en Delta, houdt minister Henk Kamp (Economische Zaken) vast aan de sinds 2008 geldende wet waardoor energiebedrijven moeten worden opgesplitst. Eneco en Delta zijn nog de enige Nederlandse bedrijven die stroom opwekken en leveren, en die daarnaast beschikken over hun eigen kabels. Dat willen ze zo houden, omdat ze vrezen dat ze zonder netwerkbedrijf worden opgeslokt door een buitenlandse grootmacht. De bedrijven vinden dat de netten via andere wetten al goed worden beschermd tegen bijvoorbeeld overnames. Belangrijkste argument voor de in 2006 opgetuigde Wet onafhankelijk netbeheer (Won) was het garanderen van betrouwbaarheid en leveringszekerheid van het gas- en elektriciteitsnet. Door een strikte scheiding tussen productie en netbeheer zouden inkomsten uit het netbeheer alleen voor investeringen in de netten gebruikt kunnen worden en zodoende niet blootgesteld worden aan commerciële risico’s van productie en levering. Dit is het ‘groepsverbod’. Tevens werd bedacht dat netwerkbedrijven geen activiteiten mogen verrichten die strijdig kunnen zijn met het belang van netbeheer. Dit is het ‘verbod op nevenactiviteiten’. Eneco en Delta blijven zich verzetten tegen de splitsingswet en hebben sterke argumenten, zoals Siebe Schootstra van EnergieOverheid.nl eerder deze week betoogde. Juridische en economische splitsing energienetten Europa staat meerdere vormen van splitsing toe, waaronder ook een afgezwakte vorm, waarbij op holdingniveau de activiteiten productie/levering en netbeheer juridisch verbonden blijven. Vanwege de hoge kosten voor toezicht heeft Nederland deze mogelijkheid niet overgenomen en bestaat in de Won alleen de volledige economische en juridische splitsing. Maar tegelijkertijd heeft de Europese Unie al ten tijde van de overnames van Nuon en Essent door respectievelijk Vattenfall en RWE afgezien van verplichte splitsing voor energieproducenten met netten in eigendom. Nederland is nu het enige land in Europa dat eigendomssplitsing verplicht wil stellen, overigens inmiddels tien jaren na het voornemen. Splitsing netten: buitenlandse energiereuzen krijgen vrij spel Het groepsverbod of de eigendomssplitsing is dus geen verplicht onderdeel meer van EU-richtlijnen. De Won schiet nu haar doel voorbij. Was eerst bedacht dat door splitsing gelijkwaardige concurrentie zou ontstaan tussen energieleveranciers, nu zal bij splitsing juist oneerlijke concurrentie ontstaan, stellen Eneco en Delta. Buitenlandse energieleveranciers die actief zijn op de Nederlandse markt bezitten via hun holdingstructuur eigen netwerkbedrijven en zijn geïntegreerde ondernemingen. Gesplitste Nederlandse energiebedrijven moeten dan knokken tegen veel kapitaalkrachtiger concurrenten. Dit zal de marktpositie van bedrijven als Eneco en Delta zodanig verzwakken, dat een overname door een buitenlandse partij te verwachten is, zoals ook Essent en Nuon overkwam. Het marktaandeel van buitenlandse geïntegreerde energiebedrijven op de Nederlandse markt zal dan toenemen tot 80 procent. Daar heeft Nederland niets aan, vinden Eneco en Delta, en zij waarschuwen dat de concurrentiepositie van kleinere spelers als bijvoorbeeld de Nederlandse Energie Maatschappij daar zeker niet sterker van zal worden. Kapitaalkrachtige investeerders versus detailhandelaren Reden voor het verzwakken van de marktpositie van Eneco en Delta na splitsing is het droge feit dat de balans in stukken wordt geknipt. Wat overblijft na het afknippen van het omvangrijke en voor inkomsten betrouwbare netbeheer, is een balanstotaal dat nooit dezelfde creditrating zal krijgen. Dit heeft direct invloed op het verkrijgen van kredieten en de prijs daarvoor, maar ook voor de inkooppositie op de energiebeurzen. De bedrijven beschikken nu nog over een handelsvloer waarmee grote contracten worden afgesloten, met garanties afgegeven door de banken. In afgeslankte vorm verliezen Delta en Eneco slagkracht en degraderen zij tot ‘retailers’ die alleen nog handelen in energie. Met banenverlies tot gevolg. Kerncentrale Borssele Kamp gaat in gesprek met de twee bedrijven over bijvoorbeeld de gevolgen van splitsing voor de werkgelegenheid. En over de toekomst van kerncentrale Borssele die voor 70 procent eigendom is van Delta. "We gaan geen gekke dingen doen met de kerncentrale’’, aldus Kamp die benadrukte dat de centrale niet buiten het kabinet om kan worden verkocht. Een baangarantie kan de minister de bezorgde werknemers van Eneco en Delta niet geven. De bewindsman wil dat de netwerken in overheidshanden blijven zodat die onder alle omstandigheden voor energie kunnen zorgen en niet worden meegesleept in commerciële risico’s van productie- en leveringsbedrijven. "Daar is de splitsingswet voor bedoeld en dat vind ik nog steeds zinvol'', aldus de minister woensdag in de Tweede Kamer. Kamermeerderheid voor splitsing VVD en PvdA, goed voor een Kamermeerderheid, steunen Kamp. Oppositiepartijen SP, CDA, PVV, GroenLinks, ChristenUnie en 50PLUS willen geen gedwongen opsplitsing en vinden dat Delta en Eneco pas hoeven te splitsen als ook energiebedrijven in andere Europese landen dat moeten. Nu moeten ze concurreren met bedrijven die niet splitsen. Kamp waarschuwde de oppositie dat splitsing niet wordt tegenhouden door in de Eerste Kamer, waar PvdA en VVD geen meerderheid hebben, de gemoderniseerde stroomwet weg te stemmen. Want dan geldt de huidige wet gewoon nog. Volgens Kamp was dat niet bedoeld als dreigement. "Het is misschien niet prettig om te horen, maar het is wel de waarheid." Bron: Z24/ANP

Waarom de splitsing van energiebedrijven Delta en Eneco verkeerd uit kan pakken

01 okt 2015

Het Duitse energieconcern RWE heeft als gevolg van de zachte winter en de lage prijs voor elektriciteit de winst in de eerste 6 maanden van het jaar zien kelderen. Dat meldde RWE donderdag bij de presentatie van de halfjaarcijfers. De winst van het moederbedrijf van onder meer Essent, zakte met 61 procent tot 749 miljoen euro, tegenover bijna 2 miljard euro een jaar eerder. Analisten gingen gemiddeld uit van een winst van 790 miljoen euro. De omzet van de energiereus lag met 25,1 miljard euro 10 procent lager in vergelijking met de eerste 6 maanden vorig jaar. RWE benadrukte dat de resultaten over 2013 werden beïnvloed door een eenmalige bate uit een juridisch geschil met de Russische gasleverancier Gazprom. RWE handhaafde de verwachting dat de winst van het bedrijf dit jaar uitkomt tussen de 1,2 miljard en 1,4 miljard euro. In het tweede kwartaal draaide RWE een verlies van 89 miljoen euro, zo bleek uit een vergelijking van de halfjaarcijfers met de resultaten van het eerste kwartaal. In 2013 was het nettoresultaat over die periode nog 691 miljoen euro. RWE zal de komende tijd inzetten op kostenbesparingen. Onder meer wordt de productiecapaciteit teruggeschroefd en worden activa verkocht. Naast RWE kampt concurrent E.ON met soortgelijke problemen. De energiereuzen ervaren naast de prijsdruk ook de gevolgen van het beleid van de Duitse autoriteiten die inzetten op het vergroenen van de markt door onder meer subsidies voor zonne- en windenergie.

Moederbedrijf Essent ziet winst dalen door lagere energieprijzen

13 aug 2015