De Amerikaanse regering heeft dinsdag een lijst met Chinese goederen gepubliceerd die onderworpen worden aan een invoerheffing van 25 procent. In totaal gaat het om goederen met een exportwaarde van ongeveer 50 miljard dollar.
Het antwoord van China liet niet lang op zich wachten.
Binnen luttele uren gaf de Volksrepubliek aan klaar te staan met een lijst van honderd Amerikaanse producten (waaronder sojabonen, chemische producten en auto’s) die worden getroffen met een hogere invoerheffingen. De exportwaarde van deze Amerikaanse goederen bedraagt eveneens ongeveer 50 miljard dollar.
Op financiële markten beginnen beleggers onrustig te worden. Woensdag noteerde de Amsterdamse AEX-index ruim een procent lager en contracten die op termijnmarkten worden verhandeld wezen op een bijna 2 procent lagere opening voor Amerikaanse beurzen.
Importheffingen: VS versus China
Economen van ING stellen in een woensdag gepubliceerde analyse dat president Trump niet ongelijk heeft als hij stelt dat China geen eerlijke handel drijft.
De importtarieven die China momenteel heft, zijn door de bank genomen hoger dan de Amerikaanse tarieven en de importprocedures zijn bewerkelijker.
Dat valt als volgt te illustreren.
1. Importtarieven op goederen hoger in China
(klik voor uitvergroting)
Voor goederen geldt dat China gemiddeld hogere importtarieven hanteert dan zowel de VS als de Europese Unie.
Uit onderstaande grafiek, samengesteld door databureau Statista voor Business Insider, blijkt wel dat China in vergelijking met veel andere opkomende economieën niet extreem hoge importtarieven hanteert. Landen als India en Brazilië werpen gemiddeld genomen veel hogere tariefbarrières op.
(klik voor uitvergroting)
Maar importtarieven zijn niet de enige indicator voor handelsbelemmeringen. Landen kunnen de invoer van buitenlandse producten ook bemoeilijken met speciale kwaliteitseisen of ingewikkelde procedures.
2. China kent meer handelsbelemmeringen
(klik voor uitvergroting)
Wat betreft procedures voor de import, zoals benodigde documenten, douane-faciliteiten en kosten, zijn zaken net iets soepeler geregeld in de Verenigde Staten dan in China, blijkt uit onderzoek van de Oeso.
Ander pijnpunt is dat China relatief weinig doet aan namaak en diefstal van intellectueel eigendom van buitenlandse bedrijven die in China opereren. En voor sectoren die door de Chinese overheid als groeisectoren zijn bestempeld is het niet mogelijk voor buitenlandse bedrijven om in China te opereren met een meerderheidsbelang in een plaatselijke onderneming.
Wat betreft de handels- en investeringsbelemmeringen die China opwerpt, heeft Trump dus wel een punt. Tegelijk zeggen ING-economen woensdag in een rapport dat Trumps zorgen over het Amerikaanse handelstekort niet weggenomen zullen worden door een handelsoorlog met China.
Zelfs als de importtarieven in alle landen gelijk zouden zijn, zouden er nog verschillen optreden tussen landen met een hogere en lagere export. Dit is simpelweg het gevolg van specialisatie en verschillen in concurrentiekracht. Daarnaast is het Amerikaanse handelstekort (meer import dan export) vooral een gevolg van de hoge consumptie van Amerikanen, waardoor de VS relatief veel goederen importeert.
Volgens de economen van ING zullen hogere invoertarieven dan ook als neveneffect hebben dat prijzen van geïmporteerde goederen simpelweg omhoog gaan, wat het leven duurder maakt voor Amerikaanse consumenten. Daarmee kan escalatie van een handelsconflict als een boemerang werken voor de Amerikaanse economie.