Het rentebeleid van de Amerikaanse Federal Reserve en de Europese Centrale Bank begint verder uiteen te lopen.
In de VS gaat de rente sneller dan verwacht omhoog, in Europa wil de ECB rentes voorlopig laag houden.
De euro is in reactie hierop gedaald tegenover de dollar en hiermee is de trend voor de rest van het jaar gezet, aldus valuta-expert Joey van Hanegem van Ebury.
ANALYSE – Sinds kort worden het financiële nieuws weer veelvuldig gedomineerd door de termen ‘hawkish’ en ‘dovish’.
Met hawkish wordt dan gedoeld op het sneller dan verwacht aanscherpen van het monetaire beleid van de Amerikaanse centrale bank om met een hogere rente de oplopende inflatie in de VS te beteugelen.
Dovish staat daarentegen juist voor het handhaven van de monetaire verruimingspolitiek door de ECB om de Europese economie te blijven stimuleren in nasleep van de coronacrisis.
Rentebeleid in de VS en Europa loopt uiteen
Om met die laatste, de duiven dus, te beginnen: tijdens de beleidsvergadering van 10 juni liet de ECB bij monde van voorzitter Christine Lagarde weten dat renteverhoging of het terugdraaien van het opkoopprogramma van obligaties waarmee marktrentes worden gedrukt, voorlopig niet aan de orde is. De inflatie in de eurozone loopt weliswaar op, maar de ECB denkt dat dit tijdelijk is, mede dankzij het uitblijven van loonstijgingen.
Hoe anders was de onverwacht havikachtige uitkomst van de beleidsvergadering van de Amerikaanse centrale bank een kleine week later. Uit de zogeheten ‘dot plot’, een grafische weergave van het gemiddelde aan toekomstige renteverwachtingen van individuele bestuursleden van de Fed, bleek dat het Amerikaanse stelsel van centrale banken verwacht de rente voor het einde van 2023 twee keer te hebben verhoogd. Afgelopen maart lag die verwachting aanzienlijk verder weg in de toekomst en werd nog voorzien dat er in ieder geval tot 2024 geen sprake zou zijn van een Amerikaanse renteverhoging.
Onverwachte beleidsdraai
Financiële markten hadden de draai van de Federal Reserve niet zien aankomen. Dat bleek uit de reactie op valutamarkten, waar de dollar door het vooruitzicht van een hogere rente in de VS meteen massaal werd aangekocht ten koste van de euro. Ook kwamen de aandelenbeurzen en de edelmetalen – alle twee beleggingscategorieën die juist goed gedijen in een lage renteomgeving – daardoor onder flinke verkoopdruk te staan.
Voorzitter Jerome Powell probeerde tijdens een persconferentie afgelopen week de markt te kalmeren door op te merken dat de dot plot met een korrel zout moest worden genomen. Het kwaad was echter al geschied, waarbij kort daarna Fed-bestuurder James Bullard extra olie op het vuur gooide door in een interview met CNBC te stellen een renteverhoging voor eind 2022 niet uit te sluiten.
Uit onderzoek van de Bank of America blijkt intussen dat maar liefst driekwart van de fondsbeheerders het met de Fed eens is dat de huidige oplopende inflatie slechts een tijdelijk fenomeen is. Dat ook obligatiebeleggers hiervan overtuigd zijn, blijkt uit de relatief geringe beweging in de koers van Amerikaanse staatsleningen.
Terwijl de rente op 10-jaars staatsobligaties in de VS afgelopen maart opliep tot 1,75 procent (toen de Fed nog aangaf tot 2024 geen renteverhoging te verwachten), haperde de rentestijging dit keer al bij de 1,60 procent in reactie op de nieuwe renteprognose van de Fed. Inmiddels is deze rente zelfs teruggezakt naar 1,49 procent.
Toch schaar ik mezelf onder het kwart van de analisten dat denkt dat de oplopende inflatie in de VS juist van minder voorbijgaande aard is. Dat heeft met een aantal factoren te maken.
1. Self-fulfilling prophecy
Allereerst schuilt er in oplopende inflatie altijd een zichzelf vervullende profetie: de verwachting dat producten en diensten in de toekomst duurder zullen zijn, zet mensen ertoe aan meer uit te geven en minder te sparen. Door de toegenomen vraag ontstaat vervolgens opwaartse prijsdruk wat in combinatie met een verhoogde omloopsnelheid van het geld weer tot hogere inflatie leidt.
2. Knelpunten in het aanbod van grondstoffen
Bovendien liggen door bottlenecks vanuit de aanbodkant de prijzen van tweedehands auto’s nu al op historische hoogtepunten, die van belangrijke bouwstoffen als koper, staal en hout op het hoogste niveau in tien jaar en die van containervervoer zelfs op het hoogste prijspeil in bijna twee decennia.
Dergelijke verstoringen in de toeleveringsketens zie ik zo een-twee-drie ook niet verholpen worden, met name door het aanhouden van nieuwe corona-uitbraken in bepaalde landen die in de wereldwijde toeleveringsketens zitten ingebed, waaronder bijvoorbeeld India en Brazilië.
3. Centrale banken blijven de markt voorzien van goedkope financiering
Daarnaast gaat de Fed, ondanks de verwachting dat de rente dus sneller dan verwacht omhoog gaat, voorlopig nog wel gewoon door met het opkopen van staatsobligaties en door hypotheken gedekte effecten ter waarde van respectievelijk 80 miljard dollar en 40 miljard dollar per maand. Dit is een ideale voedingsbodem voor zogenoemde vermogensinflatie, die niet meteen zichtbaar is in het mandje van goederen en diensten dat wordt gevolgd via de consumentprijsindex. Stijgende prijzen zie je namelijk ook op de huizenmarkt en op de beurs.
Voeg daarbij het stimuleringspakket ter waarde van 1.900 miljard dollar dat president de Amerikaanse president Joe Biden begin maart ondertekende én de plannen om nog eens 4.000 miljard dollar uit te geven aan infrastructurele projecten en je hebt naar mijn mening een flinke cocktail van ‘langer dan slechts tijdelijke’ prijsverhogende ingrediënten.
In combinatie met het onveranderd soepele monetaire beleid van de ECB leidt dit in mijn optiek naar een voortzetting van de ingezette trend, waarbij de dollar dus verder kan versterken tegenover de euro. Daarbij zou ik niet vreemd opkijken als we – in vergelijking met een koers van 1,22 dollar per euro nog geen twee weken geleden – vóór eind december naar een niveau van 1,15 dollar per euro gaan.
Joey van Hanegem is een Foreign Exchange Dealer bij Ebury Nederland. Hij helpt organisaties op het gebied van Valutarisicomanagement en strategie