In de Verenigde Staten halen ze alles uit de kast om de economie weer op stoom te krijgen.
Het land pompt op verschillende manieren omgerekend 20.000 dollar per inwoner in de economie.
Vraag is of de positie van de dollar als mondiale reservemunt in gevaar komt. Dat blijft onwaarschijnlijk, aldus valuta-expert Joost Derks.
ANALYSE – Het ziet er niet goed uit voor de dollar. Dat zou je ten minste kunnen denken als je alle doemverhalen leest die de afgelopen tijd de ronde doen.
Stephen Roach – voormalig hoofdeconoom van Morgan Stanley – voorspelt bijvoorbeeld dat de munt met 35 procent gaat dalen in de komende twee jaar ten opzichte van andere belangrijke valuta’s.
Roach maakt zich grote zorgen over het structurele tekort op de handelsbalans van de Verenigde Staten en over het gebrek aan een goede financiële buffer.
De Chinese renminbi kan in zijn ogen uitgroeien tot de dominante munt in de wereldhandel. Daarbij wijst Roach op de voortgang die de Chinese regering boekt bij het hervormen van de economie naar een systeem dat meer drijft op binnenlandse consumptie dan exportgroei.
Steunpakket voor coronacrisis in VS komt neer op $20.000 per Amerikaan
De verhalen over een dollardaling worden opgestookt door de enorme steunpakketten die in de Verenigde Staten beschikbaar zijn gekomen in de coronacrisis.
Om een idee te geven: dinsdag werd bekend dat de Nederlandse staatsschuld van februari tot en met mei met 48 miljard is gestegen tot 372 miljard euro.
Als je berekent hoeveel dat per Nederlander is, kom je uit op een stijging van de staatsschuld met bijna 3.000 per persoon. Dat is kinderspel in vergelijking met wat er aan de andere kant van de Atlantische Oceaan gebeurt.
In de VS neemt de totale overheidsschuld alleen al in het tweede kwartaal naar schatting met 3.000 miljard dollar toe. De balans van de Federal Reserve is zelfs met een nog groter bedrag gegroeid. Samen komt dit neer op stimuleringspakketten van meer dan 6.000 miljard dollar en dat is ongeveer 20.000 dollar per Amerikaan.
Forse daling van de dollar heeft reeks negatieve gevolgen
Als financiële markten het vertrouwen in de Amerikaanse financiën verliezen, kan de dollar inderdaad een flinke glijvlucht maken. Dat heeft grote gevolgen.
De Amerikaanse consument is traditiegetrouw een belangrijke motor achter de wereldeconomie. Als de dollar daalt, valt er voor Amerikaanse huishoudens een stuk minder te consumeren. Dat is slecht voor winsten van bedrijven die zaken doen in de Verenigde Staten – en voor iedereen die in deze ondernemingen belegt.
Amerikaanse staatsobligaties leveren in dit scenario een stuk minder op voor buitenlandse beleggers. Kortom: pensioenfondsen, verzekeraars en andere grote partijen krijgen flinke klappen en zelfs China springt er niet goed uit. Het land heeft namelijk ruim zo'n 1.000 miljard dollar aan Amerikaanse staatsobligaties in bezit.
De dollarcrash die niet gaat komen
De afgelopen tijd heeft de dollar een klein beetje terrein verloren ten opzichte van andere valuta’s. In vergelijking met de euro is de munt in de afgelopen maand bijvoorbeeld met 2,5 procent gedaald.
Maar het je moet wel een heel grote pessimist zijn om dat als opmaat te zien voor een heftige correctie. Die mogelijkheid doemt pas op als aan twee voorwaarden is voldaan: er moet een goed alternatief zijn en de Amerikaanse economie moet structurele problemen kennen.
Hoewel over dat laatste valt te twisten, speelt de Chinese renminbi zo’n kleine rol op het wereldtoneel dat deze munt nog lang geen geloofwaardig alternatief is.
De renminbi is slechts betrokken bij 4 procent van alle valutatransacties, tegenover 88 procent voor de Amerikaanse munt.
Voorlopig blijft de dollar oppermachtig in valutaland, alhoewel een bescheiden verzwakking als gevolg van de grote steunpakketten niet valt uit te sluiten.
Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld. Deze column geeft zijn persoonlijke mening weer en is niet bedoeld als professioneel (beleggings)advies.