- Een leraar boekhoudkunde brengt voor maar liefst 140 dagen reiskosten in rekening, zonder dat hij de school heeft bezocht.
- Het Summa College, een ROC in Eindhoven, meent dat onmiskenbaar sprake is van bewust foutieve declaraties en stuurt aan op ontslag.
- De rechter denkt daar anders over: zo buitensporig was het vals declareren niet en wellicht vond het zelfs per ongeluk plaats.
- Lees ook: Waarom je als werkgever tijd moet besteden aan een werknemer die ontslag neemt
Van een docent boekhoudkunde en voormalig accountant mag je verwachten dat hij woon-werkkosten netjes opgeeft en declareert volgens de regels. Zo niet, dan is evident sprake van opzettelijke fraude en past ontslag. Maar zo simpel ligt dat niet, blijkt uit een zaak bij de rechtbank Oost-Brabant, waarvan het vonnis op 4 april werd vrijgegeven.
Het Summa College in Eindhoven, een ROC met 250 vakopleidingen verdeeld over 26 scholen, voert tijdens de coronapandemie vanaf 2021 een nieuw declaratiebeleid in voor de reiskosten van woon-werkverkeer. Een vaste vergoeding per jaar bij tenminste 128 reisdagen wordt vervangen door een vergoeding van de werkelijk gemaakte reizen.
In 2022 volgt een nieuwe thuiswerkregeling: reis- en thuiswerkdagen moeten docenten zelf online registreren. Simpel toch?
Kennelijk niet voor de teamleider van de opleiding Financiële Beroepen, Zakelijke Dienstverlening van het Summa College. De registratie van reisdagen van de docent loopt verkeerd, maar de school merkt dat laat op: half november 2022 wordt de docent op het matje geroepen wegens 48 te veel gedeclareerde reisdagen in 2021 en 92 dagen over 2022.
Zeker gezien het declareren van 14 reisdagen in augustus 2022, toen de school gesloten was, is zonder meer sprake van opzet volgens de directie. Dit kan geen onzorgvuldigheid zijn.
De uitleg door de docent dat het per ongeluk ging, accepteert het Summa College niet. De docent wordt geschorst met de aankondiging bij de kantonrechter ontbinding van de arbeidsovereenkomst zal worden gevraagd. Dan vordert het Eindhovense ROC ook de teveel betaalde onkosten terug: 1.373 euro in totaal.
Opzettelijk sjoemelen met registratie reiskosten of gewoon een foutje?
Tegen de rechter vertelt het Summa College dat de docent ook de Belastingdienst benadeelde, waardoor het Summa College een boete riskeert. Bovendien is de leraar eerder op de vingers getikt, voor het zelfstandig laten vervallen van lessen en frauderen met aanwezigheidsregistratie en het ten onrechte claimen van overuren. Het was dus niet de eerste keer dat hij sjoemelde met registraties, vindt de werkgever.
Appeltje-eitje, zo lijkt het. Tot de rechter de argumenten van de advocaat van de leraar afweegt. Ten eerste oppert deze dat het verwijt van eerdere fraude met lessen en registraties niet bewezen is en dat een flexibele omgang daarmee gebruikelijk was op dit ROC.
Weliswaar werd het declaratiebeleid voor reiskosten woon-werkverkeer gewijzigd, maar uit correspondentie blijkt dat de leraar dit onduidelijk vond. Hij verkeerde, zegt hij, in de veronderstelling dat hij nog een vaste vergoeding zou ontvangen bij meer dan 128 reisdagen per jaar, en dat het opgeven van het aantal reisdagen slechts een fiscale formaliteit was.
Bovendien snijdt de opmerking dat de docent als voormalig accountant beter zou moeten weten weinig hout, want hij is slechts een half jaar boekhouder geweest alvorens docent te worden.
Verkeerd declareren geen reden voor ontslag
Dus eist de advocaat van de docent rehabilitatie en voortzetting van zijn baan aan het ROC. Dat laatste is hoe dan ook onmogelijk volgens Summa College, gelet op de ernstig verstoorde arbeidsverhoudingen. Dat valt best mee, vindt de rechtbank. En mochten de verhoudingen verstoord zijn, valt dat de leraar niet te verwijten.
Neem hem dus maar weer in dienst, zo luidt het uiteindelijke vonnis. De geëiste rehabilitatie wijst de rechter af, want het verzoek daartoe is niet gespecificeerd. Het terugbetalen van de te veel in rekening gebrachte kosten is geen punt, want dat had de leraar direct aangeboden toen hij aangesproken werd op zijn declaratiegedrag.
Dit is een leerzaam vonnis voor werkgever en werknemer. De eerste moet tijdig ingrijpen als het verkeerd gaat met declareren en als fraude niet onomstotelijk vaststaat, de werknemer een twee kans geven. De werknemer moet direct als hem verwijten worden gemaakt aanbieden om het bedrag terug te betalen en voortaan goed declareren.
Of dit stalen jurisprudentie blijft, moet nog blijken, maar het signaal is even verrassend als duidelijk.