- Er is geen grootschalige staatsteun nodig voor bedrijven in de energiecrisis, concludeert De Nederlandsche Bank.
- DNB berekende de hogere energieprijzen door in verschillende scenario’s en zegt dat de gevolgen voor bedrijven beperkt blijven.
- Bedrijven kunnen de gevolgen veelal zelf opvangen door recordwinsten, aldus DNB. Ook kunnen private financiers bijspringen.
- Lees ook: Wat gebeurt er als Duitsland dit najaar gas moet rantsoeneren? ‘Als Duitsland een probleem heeft, hebben wij dat ook
De Nederlandsche Bank heeft berekend wat de gevolgen kunnen zijn van de stijgende energieprijzen voor het Nederlandse bedrijfsleven en komt tot de conclusie dat de staat niet hoeft bij te springen.
DNB raadt staatssteun, zoals die in de coronacrisis werd gegeven, af, schrijft het Financieele Dagblad. Omdat veel bedrijven de verliezen zelf kunnen opvangen dankzij recordwinsten in 2021 en in het eerste kwartaal van dit jaar.
Energie-intensieve sectoren zoals staal en chemie worden wel hard geraakt, maar die vormen een klein deel van de economie. Bovendien gaat het hierbij volgens DNB om bedrijven met een hoge CO2-uitstoot die zich toch al moeten aanpassen, willen ze winstgevend blijven bij aanhoudend hoge energieprijzen.
Overheidssteun voor deze bedrijven is niet doelmatig, vertraagt verduurzaming en past bovendien niet bij de huidige economische omstandigheden, aldus DNB, die bij dat laatste doelt op de hoge inflatie, krappe arbeidsmarkt en het lage aantal faillissementen.
Drie scenario's: basis, nadelig en ernstig
Volgens DNB kunnen private financiers bijspringen als gezonde bedrijven in de problemen dreigen te komen. Trekt Den Haag toch de portemonnee, dan ziet DNB dit het liefst in de vorm van een garantstelling voor leningen gebeuren.
DNB berekende verschillende scenario's door om de gevolgen van de hogere energieprijzen in kaart te brengen. In het basisscenario stijgen de prijzen voor gas en elektriciteit met respectievelijk 61 en 26 procent ten opzichte van het einde van 2021. In het nadelige en ernstige scenario stijgen de prijzen met respectievelijk het dubbele en het drievoudige. De transactieprijzen voor energie liggen nu tussen basis en nadelig.
In het ernstige scenario loopt het aantal verlieslatende bedrijven volgens DNB op tot 28 procent. Dat is minder dan in de kredietcrisis in 2009 toen 34,6 procent verlieslatend was. Wel kunnen nu relatief grote ondernemingen worden geraakt met mogelijk grotere gevolgen voor de werkgelegenheid.